ONDERNEMINGSRECHT
2022-2023
, A. G. 2022-2023
Ondernemingsrecht deel I
Deel 1: algemene inleiding tot het recht
Hoorcollege 1
Coase: grondlegger loyal economics + bekende artikels: problem of social costs + grondlegger theorie transactiekosten
- Economische benadering van het recht: vanuit de bril van het recht van de economie kijken
Hoofdstuk 1: inleiding tot het recht
Wat is recht?
Recht = niet objectief te definiëren, subjectief, geen eenduidige verklaring over wat recht is
→ voortdurend discussiëren over alle aspecten van het domein van recht, complex gegeven.
- Veel verschillende definities: heel wat uiteenlopende visies die tijd- & plaatsgebonden zijn
- Deels tijds- en plaatsgebonden: vandaag anders dan gisteren of vijftig jaar geleden, anders in België dan in Frankrijk → niet
in alle samenlevingen dezelfde definitie
- Elementen die vaak terugkomen: hier en vandaag
o Recht =geheel van regels: omvat voorschriften
▪ Regel = een in taal verwoorde uitspraak, een voorschrift, iets willen opleggen → voorschrijvende uitspraak.
• Bv. deze auto rijdt 50 km/u = geen regel , maar een beschrijving.
• Bv. als … dan zal … : geen regel maar voorspellende uitspraak
• Bv. die auto reed te snel: geen regel maar beoordelende uitspraak
• Auto’s mogen niet sneller rijden dan 50 per uur → wel een regel
▪ Regel omvat een voorschrift → regel bevat een voorschrift tot bepaald gedrag, iets wat je moet of niet mag doen,
voorschrift over hoe je moet of mag handelen.
• bv. je moet gaan stemmen bij verkiezingen (gebod of verbod – schrijft een gedrag voor), je mag niet sneller dan
50 km/h rijden in de bebouwde kom.
▪ Het is niet omdat iets een voorschrift of regel is dat het daarom recht is
o Recht geeft
▪ een “geven”(bv. laptop verkocht, dus die moet je geven),
▪ een “doen”( bv. moeten stemmen) geboden
▪ en “laten” (je mag niet alles doen bv. moorden) weer verboden
Bevatten geboden (moet iets geven of iets doen) of verboden (iets niet mogen doen). Soms is dat indirect zie p. 2
bovenaan.
o Het recht probeert via die regels de samenleving te ordenen, regels die beogen het menselijke samenleven te “ordenen”
▪ Regelen van menselijke verhoudingen: verhouding tussen min. 2 mensen regelen
▪ Recht gaat hand in hand met een menselijke samenleving die geregeld moet worden
Zo lang Robinson Crusoë alleen op zijn spreekwoordelijke eiland woont, is over rechtsregels spreken betekenisloos.
Voorschriften zijn aan de mens gericht, en vereisen de aanwezigheid van minstens één andere mens om de vraag naar
de naleving ervan betekenis te geven
“ordenen” zegt niets over de aard, de inhoud of de impact van ordening. Het gaat erom dat regels voor het samenleven
worden vastgelegd, niet op welke manier de samenleving hierdoor wordt georganiseerd of “geordend”. het recht van
Noord-Korea ordent de samenleving op een fundamenteel andere manier dan het recht van de Verenigde Staten van
Amerika, maar in beide gevallen “ordent” het recht het samenleven.
o Regels die door een gezagsfunctie worden afgedwongen, desnoods met “sanctie & dwang”
▪ Verbonden met de overheid = enige legitieme gezagsfunctie die sanctie en dwang gebruiken ten aanzien van mensen
▪ Via een metafoor uitgedrukt: met een rechtsregel staat op het einde van de rit altijd een politieagent. De intensiteit
van die tussenkomst van de gewapende macht kan afhankelijk van het type regels sterk uiteenlopen
• Bij de basisregels van het strafrecht is dat verband vrij direct: als je je buur het hoofd inslaat of een straatsteen
door zijn ruit gooit, zal de politie snel op je stoep staan.
• Bij andere regels is dit verband veel indirecter: als ik een factuur niet betaal, dan zal pas wanneer een heel aantal
gerechtelijke procedures doorlopen werden en ik uiteindelijk ook de gerechtsdeurwaarder die op mijn inboedel
1
, A. G. 2022-2023
beslag komt leggen de toegang tot mijn woning ontzeg, de politie op de proppen komen om de deurwaarder
toegang te verschaffen, het beslag te laten doorgaan en zo de betaling “met sanctie en dwang” te verzekeren
▪ Regels die tot doel hebben samenleven te ordenen, maar waarvan de overtreding niet door de overheid wordt
afgedwongen. Beleefdheidsregels, morele regels, religieuze regels, regels van sport en spel
• Overtreding : reële of ingebeelde gevolgen en zelfs sancties leiden (sociale afkeuring, gewetenswroeging,
verbanning uit het hiernamaals, verlies van de wedstrijd etc.).
• MAAR de overheid zal niet tussenkomen om de naleving van deze regels te verzekeren via dat instrument dat
typisch is voor de overheid, namelijk sanctie en dwang, desnoods met de “gewapende macht”.
Algemene begrippen:
Objectief recht vs. subjectief recht:
twee manieren om naar hetzelfde te kijken
o Van bovenaf en van beneden:
▪ Objectief = volledige recht zoals dat op een bepaalde manier en plaats geldt
• Recht vanuit een helikopterperspectief, top down → van buitenaf
• het geheel van rechtsregels die op een bepaald ogenblik in een bepaalde samenleving gelden. Moest je alle
rechtsregels die in België op dit ogenblik gelden →“Belgische objectieve recht”
• voorbeeld : artikel 3.50 BW → eigendomsrecht zie p.3
▪ Subjectief = uit het objectief recht, het recht bekeken vanuit de persoon (rechtobject) die aan objectief recht een
bepaalde aanspraak ontleent
• =de concrete aanspraak of bevoegdheden die een individu aan het objectief recht ontleent
• Recht vanuit het rechtssubject (bottom up), de persoon die uit het objectief recht een bepaalde aanspraak
ontleent
• individualisering en concretisering van een regel van objectief recht op het niveau van een specifiek persoon, die
op basis daarvan kan zeggen “op iets recht te hebben”
• zie voorbeeld p. 4 bovenaan
3 grote delen, domeinen van het burgerlijk recht: eigendomsrecht, contractvrijheid/ verbintenissenrecht en
buitencontractuele aansprakelijkheid
Positief recht vs. ideëel recht (bv. natuurrecht)
o Positief recht: ≈synoniem objectief recht, recht zoals het op een bepaald moment in een bepaalde tijd in een bepaalde
samenleving geldt, geldende recht (recht zoals het is), positieve realiteit, feiten; kan regels bevatten waarmee je niet
akkoord gaat, of moreel gezien niet correct zijn
▪ Het begrip wordt echter veelal gebruikt om het onderscheid te maken, niet met het subjectief recht, maar met een
of andere vorm van “ideëel” recht, met name het recht zoals het volgens bepaalde mensen, groeperingen,
stromingen, levensbeschouwingen etc. “zou moeten zijn”.
o Ideëel recht
▪ = het recht zoals het (volgens sommigen) zou moeten zijn.
• Religieuze rechtssystemen, positieve recht Nazi Duitsland =/= ideëel recht, sharia voorrang op Belgische wet, bv.
natuurrecht, Boudewijn die de abortuswet niet wou goedkeuren
▪ Recht of krom: positief recht zegt niets over of het goed of slecht is
▪ Recht moet positief zijn opdat het afdwingbaar zou zijn
“positief” en “ideëel” → zonder waardeoordeel gebruikt,
- regel van “positief” recht → afh. van standpunt goed of slecht (recht of krom) zijn, het enige wat vast staat is dat het in een
bepaalde samenleving op een bepaald ogenblik een rechtsregel, dus een regel van geldend recht is.
- Een bepaald systeem van “ideëel recht” is slechts “ideaal recht” vanuit het perspectief van het betrokken geloofs- of
normensysteem, niet noodzakelijk voor wie daar een andere opvatting over heeft. In een theocratie (een staatsvorm waarbij
de politieke macht en de religieuze macht samenvallen) vallen positief recht en ideëel recht (namelijk het goddelijke recht
van de godsdienst in kwestie) samen.
Dwingende rechtsregels vs. wilsaanvullende (of suppletieve) rechtsregels
- Dwingende rechtsregels:
o rechtsregels die van toepassing zijn ongeacht uw keuze, regel schrijft een bepaald gebod of verbod voor bv. je mag niet
moorden – geen keuze
2
, A. G. 2022-2023
o Vb: snelheidslimieten, stemplicht
voorschriften die dwingend van toepassing zijn, ongeacht de wil van de betrokkenen.
“gebiedende en verbiedende rechtsregels” omdat ze een gebod (“doen” of “geven”) of verbod (“laten”) bevatten
▪ Regels “van openbare orde” → nog dwingender
• raken, volgens artikel 1.3 B.W., “de essentiële belangen van de staat of van de gemeenschap […] of [bepalen] in
het privaatrecht de juridische grondslagen waarop de maatschappij berust, zoals de economische orde, de
morele orde, de sociale orde of de orde van het leefmilieu”
➔ de rechter moet ze dus ambtshalve toepassen, degene die erdoor beschermd wordt kan geen afstand
doen van de bescherming die deze regels bieden
➔ die regels moeten altijd worden nageleefd, en overtredingen mogen onder geen enkel beding juridische
uitwerking krijgen.
• bv. moord is verboden, ook niet indien het overeengekomen is in een contract.
▪ Regels “van dwingend recht” → ‘slechts van dwingend recht’
• regels die zijn vastgesteld ter bescherming van een partij die door de wet als zwakker wordt beschouwd.
• De overeenkomst die er afbreuk aan doet is slechts “relatief” nietig. De rechter moet die nietigheid niet
ambtshalve inroepen en de partij die erdoor beschermd wordt mag van die bescherming afstand doen zodra
hij/zij in de beschermde positie zit.
• Bv. studentenhuurovereenkomsten – opzegtermijn
Een van die regels bepaalt dat de verhuurder de overeenkomst slechts kan opzeggen op de einddatum mits een opzeggingstermijn
van minstens drie maanden voor de einddatum. Dit is een “gewoon” dwingende regel, die niet van openbare orde is. Hij is
dwingend, wat betekent dat partijen er vooraf niet van kunnen afwijken. Indien de overeenkomst zou stipuleren dat de verhuurder
slechts één maand opzeggingstermijn moet geven, dan is dat beding ongeldig en de overeenkomst potentieel nietig. Maar de
beschermde partij (de student) is niet verplicht zich erop te beroepen. Zie p5
- Wilsaanvullende/ suppletieve rechtsregels: rechtsregel die van toepassing is als jij niet anders gekozen hebt, vaak zelf
bepalen hoe je verhoudingen regelt, je mag zelf kiezen, toch regel voorzien
o rechtsregels die enkel van toepassing zijn indien partijen geen andere keuze hebben gemaakt. Zij onderscheiden zich van
dwingende rechtsregels doordat je er wel op voorhand kan van afwijken
vullen de wil van partijen aan, Partijen zijn dan vrij de overeenkomst te sluiten die zij willen, maar als hun overeenkomst
op bepaalde punten geen afspraken bevat, dan is de wilsaanvullende regel van toepassing.
Het maakt verder niet uit of partijen er niet aan gedacht hebben over dit specifieke punt afspraken te maken, dan wel
ze akkoord waren met de oplossing die de wilsaanvullende regel voorstelt: in beide gevallen is de wilsaanvullende
regel van toepassing.
Bv. kot onderverhuren – regel zegt mag niet, volgens contract mag het wel (er wordt een regel voorzien voor als je
niets afspreekt) p. 6
Pas van toepassing wanneer je niets anders hebt vastgelegd, gekozen hebt.
Opgelet!
Vergis je niet: ook de wilsaanvullende regel is dus wel degelijk een rechtsregel, met andere woorden een voorschrift dat desnoods
met sanctie en dwang door de overheid zal worden afgedwongen. Zoals elke rechtsregel, is hij slechts van toepassing indien de
toepassingsvoorwaarden vervuld zijn. In dit geval is één van die toepassingsvoorwaarden het feit dat partijen er niet van zijn
afgeweken. Maar als dat het geval is (dus: als de partijen niet zijn afgeweken), is de regel onverkort van toepassing. Indien je in
de huurovereenkomst niet van de suppletieve regel bent afgeweken, en je je kot toch onderverhuurt, zal de huurbaas je kunnen
aanspreken wegens inbreuk op de regel, een rechterlijke veroordeling kunnen bekomen, de onderverhuurder kunnen laten
uitzetten en van jou schadevergoeding bekomen.
Inleiding van het recht
Montesquieu – De l’esprit des lois – basisopdeling van het recht (= summa divisio)
publiekrecht privaatrecht
3