Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 1,2,3,4,5,7,9,10 Financieel risicomanagement en bedrijfsvoering €6,89   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Hoofdstuk 1,2,3,4,5,7,9,10 Financieel risicomanagement en bedrijfsvoering

 7 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 10, ontbrekend hoofdstuk 6,8

Aperçu 3 sur 20  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 5 en 7 9,10
  • 27 juin 2023
  • 20
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
financieel risicomanagement:

Risico= het effect van onzekerheid op het behalen van doelstellingen.

Risicomanagement= gecoördineerde activiteiten om een organisatie te sturen en te beheersen met
betrekking tot (financiële) risico´s.

PDCA- cyclus:

Identificeren- wat kan er gebeuren (plan)

Analyseren- kans en gevolg (do)

Evalueren- aanvaardbaarheid (check)

Preventiemaatregelen (act)

Bedrijfsvoering= de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen binnen een organisatie om de
doelstellingen te kunnen realiseren.

Hoofdstuk 1 De balans

Activa en passiva

1. Activa (debet) 2. Passiva (credit)
- vaste activa - eigen vermogen
- vlottende activa - vreemd vermogen
- Totaal activa - totaal passiva

De posten op de balans zijn geordend van ´vast´ naar ´vlottend´

Vast = de bezittingen of het kapitaal zijn voor een langere termijn in de onderneming vastgelegd.
Vlottend = de activa wordt op de korte termijn, in beginsel binnen een jaar verbruikt.

Activa

Vaste activa zijn duurzame productiemiddelen, zoals terreinen, gebouwen, machines en auto´s. Deze
middelen kunnen worden verkocht, maar de bedoeling is om ze voor een langere tijd in de
onderneming te gebruiken.

Immateriële vaste activa bv. Goodwill, grond, gebouwen, machines, inventaris, auto, deelnemingen
in andere bedrijven.

Materiele vaste activa bv. Grondstoffen/ gereed product, debiteuren, vorderingen op korte termijn,
overlopende activa, banksaldi

Afschrijvingen

Iedere periode dat de productiemiddelen minder waard worden, zal de waardevermindering als
afschrijvingskosten in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.

De aanschafwaarde (AW) wordt onder de vaste activa op de balans geplaatst.

De waarde van de activa op het moment van opstellen van de balans is de boekwaarde.

Boekwaarde= AW- afschrijvingen

,De restwaarde van een duurzaam productiemiddel is de geschatte verkoopwaarde aan het einde van
de levensduur. Vaste activa wordt afgeschreven totdat de waarde gelijk is aan de restwaarde.

Lineaire afschrijving= meest gebruikte methode



Afschrijvingskosten= (AW- R) / N

Investeringsvormen:

1. Initiele investeringen;
2. Vervangingsinvesteringen;
3. Uitbreidingsinvesteringen;

Initiele investeringen: vinden plaats bij de oprichting van een onderneming. Het gaat om de kosten
van de oprichting en de bedrijfsuitrusting.

Vervangingsinvesteringen: deze zijn ter vervanging van verouderde productiemiddelen met een
vergelijkbare productiecapaciteit.

Uitbreidingsinvesteringen: dient om de productiecapaciteit te vergroten.

Vlottende activa

De vlottende activa bestaan uit onder andere de voorraden courante goederen en de liquide
middelen.

Courant= de goederen zijn voor productie bruikbaar en verkoopbaar.



Liquide middelen = alle direct opeisbare tegoeden op bank- en spaarrekeningen + kasgelden

Passiva

De passiva kan worden verdeeld in eigen vermogen en vreemd vermogen.

Het eigen vermogen staat bovenaan: het kapitaal en de reserves
Definitie eigen vermogen: het eigen vermogen is geen fysieke pot met geld, het eigen vermogen op
de balans is feitelijk een boekhoudkundige restpost, waarmee het totaal van de passiva gelijk wordt
gemaakt aan het totaal van de activa.

Reserves:
Deze vormen een buffer om tegenvallers in de toekomst te voorkomen.

 Agioreserves
 Herwaarderingsreserves
 Wettelijke reserves
 Statutaire reserves
 Overige reserves

Het vreemd vermogen: de voorzieningen en de schulden.

 Lang vreemd vermogen
- Voorziening groot onderhoud
- Leningen

, - Hypotheek
 Kort vreemd vermogen
- Leningen < 1 jaar
- Crediteuren
- Vooruit ontvangen bedragen

Btw (belasting toegevoegde waarde)

Er zijn 3 btw-tarieven:

1. 21%
2. 9% - geldt voor levensmiddelen en goederen die in het algemeen tot eerste levensbehoeften
behoren
3. 0% - geldt voor export van goederen en diensten

Hoofdstuk 2 De winst- en verliesrekening

De winst- en verliesrekening of ook wel resultatenrekening genoemd, toont het in een bepaalde
periode behaalde financiële resultaat van een onderneming. Dit financiële resultaat toont of een
organisatie spreekwoordelijk gezond is.

Winst= als de opbrengsten hoger zijn dan de kosten > positief saldo

Verlies= als de kosten hoger zijn dan de opbrengsten > negatief saldo

Technische levensduur is de periode dat het productiemiddel technisch gezien in staat is te
produceren

Economische levensduur is de tijd dat het productiemiddel op een economisch efficiënte manier
gebruikt kan worden ofwel dat het nog voldoende waarde toevoegt aan de productie.

Als er door nieuwe technologieën productiemiddelen beschikbaar komen die efficiënter produceren
neemt de economische levensduur af.

Effectiviteitscriterium

Productiemiddelen zoal een autoladder van de brandweer, moeten altijd 100% inzetbaar en
betrouwbaar zijn. Productiemiddelen worden daarom vervangen, gerepareerd of gereviseerd als ze
niet meer 100% betrouwbaar zijn.

Matching van kosten en opbrengsten: het matchingprincipe is het toerekenen van de kosten aan de
periode waarin de met deze kosten samenhangende opbrengsten gerealiseerd zijn.

Een voorbeeld hiervan is het, door afschrijvingen, toerekenen van de investeringsuitgaven van
duurzame productiemiddelen aan de perioden waarin de prestaties van het productiemiddel
worden verwacht.

Afschrijven is het verdelen van de aanschafkosten over de gebruiksjaren, als bedrijfskosten van die
jaren. Het is een maatstaf voor de kosten van het gebruik van duurzame productiemiddelen (vaste
activa).

1. Afschrijving in de balans: tot nu toe verrichte afschrijvingen op de aanschafwaarde

2. Afschrijving is de winst- en verliesrekening: de afschrijvingskosten op de aanschafprijs, die
voor deze periode als kosten ten laste van het resultaat wordt gebracht

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rooshoogeboom12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,89  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter