GESLAAGD IN EERSTE ZIT. Complete samenvatting voor het examen van het vak basisobservaties cytologie, histologie en anatomie. Op basis van deze samenvatting en mijn het overzicht van de termen van het vak (ook te koop) geslaagd in eerste zit met 18/20.
- Cytologie: (Gr. Kutos : holte, kamer) ; bestudeert de cellulaire struct. → versch
visualisatie-technieken (ichtmicroscoop)
- Histologie of weefselleer : (Gr. Histos : weefsel) ; bestudeert cellen in hun onderlinge
verbanden → weefsels tot zeer dunne sneden (weefselpreparaten of weefselcoupes),
dun genoeg vr bestudering onder lichtmicroscoop
- Anatomie: (Gr. Ana-tomei: versnijden): aanvankelijk bestudeerd via dissecties (nog
steeds belangr) → nu ook beeldvormingstechnieken
Oriëntatietermen : zie practicumnota’s
1 mm = 1000 micrometer (µm)
1 micrometer = 1000 nanometer (nm)
→ 1µm = 10 ^-6 m
→ 1 nm = 10^-9 m
→ 1 A = 0,1 nm of 10 ^-10 m
Deel 1 : cytologie
1. Inleiding
Basisprincipes celtheorie :
• Alle organismen = opgebouwd uit een of meer cellen
• Cel = structurele basiseenheid vr alle onrganismen
• Alle cellen ontstaan alleen uit reeds bestaande cellen (toegevoegd principe)
Moderne celbio = cytologie + biochemie + genetica
Cellen = versch grootte & vorm
= niet groot → 3 belangrijke factoren:
• Geschikte opp/volume verhouding
• Diffusiesenelheid moleculen
• Noodzaak om de juiste lokale concentraties in stand te houden v specifieke
substanties & enzymen, noodz vr allerlei cellulaire processen
Eukaryote cellen (<-> prokaryoten):
• Gecompartimenteerd (versch functies in versch organellen)
• Kern
• Kernenvelop rond kern (afscherming gen mat van rest van celinhoud (cytoplasma))
• Nucleolus in kern (aanmaak RNA en assemblager ribosoom subeenheden)
• Celmembraan (= plasmamembraan)
,cellen van het wangepitheel
preparaat: wanguitstrijkje homo
binnenzijde wang: meerlagig plavei-epitheel
• voortdurend vernieuwd vanuit basale laag (<-> oppervlakkige, afgeplatte, cellen w
afgestoten)
• niet verhoornd (<-> epitheel huid) → oppervlakkige cellen bezitten nog kern
preparaat wanguitstrijkje: naast epitheelcellen mogelijks ook andere cellen:
• witte BC (leukocyten, gewoonlijk neutrofielen)
• bacteriën (meestal vorm v streptokokken)
o ong grootte v mitochondria (evolutie: bacteriën opgenomen in eukaryote
voorlopercellen & tot mitochondiën omgevormd → endosymbiose)
o vorm anders: streptokokken = sferisch <-> mitochondrion = langwerpig (+
vaak tot enkele µm lang)
• celkern epitheelcel: basofiel (basisminnend), cytoplasma: acidofiel (zuurminnend) →
differentële kleuring
cellen van het bloed
bloed = bijzondere vorm v bindweefsel → cellen (= bloedcellen / bloedlichaampjes) in
vloeibare intercellulaire stof (= bloedplasma)
3 grote functionele groepen bloedcellen:
• rode bloedcellen (erytrocyten) → zuurstof- en CO2- transport
• witte bloedcellen (leukocyten) → immuunsysteem
• bloedplaatjes (trombocyten) → bloedstollingsmechanisme
➔ cellen gevormd (bij volw) in beenmerg tijdens hematopoiesis
➔ erytrocyten & trombocyten functioneren binnen bloedvaten
➔ leukocyten buiten bloedvaten, in weefsels (enkel in bloedbaan vr transport)
,1.1 rode bloedcellen of erytrocyten
• Klein
• Kernloos
• Biconcave (aan beide zijden ingedeukt)
schijfjes
• Glad oppervlak
• Centrale deel: bleke kleur → door concave schijfvorm → plaats verdwenen kern
• Relatief groot opp door vorm → efficiënt vr gasuitwisseling
• Diameter: 6-8 µm (mens)
• Grote buigzaamheid
• Ontwikkelt zich uit gekernde voorlopercellen (beenmerg) = erytoblasten
→ voll gedifferentieerde erytrocyt enkel nog hemoglobine en beperkt #enzymen
1.2 witte bloedcellen of leukocyten
• gekernd
• ontstaan, functioneren en sterven af buiten bloedbaan (enkel als transportmiddel)
• verhoogde behoefte bep leukocyten: ^bloedstroom ^
• groter dan RBC
• ong afgeronde vrom
• zwerfcellen
• actieve amoeboïde voortbeweging mbv pseudopodiën → door wand v kleine
bloedvaten dringen (= diapedese) (oa bij lokale ontstekingsreacties)
amoeboïde voortbewegen = voortbewegen door het veranderen van vorm: uitsteken
en intrekken van pseudopodiën (schijnvoetjes)
, 5 verschillende soorten leukocyten:
DE GRANULOCYTEN
• Veellobbige kern (hun naam: polymorfonucleairen of polymorfen)
• 2 soorten granula (in cytoplasma):
o Primaire granula
o Specifieke of secundaire granula
• Obv affiniteit v specifieke granula vr bepaalde kleurstoffen → onderscheiding:
o Neutrofiele granulocyten
o Eosinofiele granulocyten
o Basofiele granulocyten
Neutrofielen
• Specifieke granula vertonen weinig affiniteit voor zure, noch basische
kleurstoffen
• Talrijkst onder bloed
• Diameter: 10-12 µm
• Groter in afgeplatte vorm
• Gelobde kern (#lobben afh v leeftijd en/of pathologische omstandigh.)
• Versch kernlobben verbonden door zeer dunne, fijne brugjes, uit kernmat. (→ GEEN
veelkernige cellen !!)
• Vrouwen: kernlob kan klein ‘trommelstok’-vormig aanhangsel dragen
= lichaampje van Barr (= h gecondenseerde, in rusttoestand verkerende X-
chromosoom; slechts bij deel v vrouwelijke neutrofielen zichtbaar)
• spec. granula moeilijk zichtbaar (weinig affiniteit vr kleurstoffen)
• Primaire korrels: paars + licht gestippeld uitzicht
Eosinofielen
• Specifieke granula sterk gekleurd door zure kleurstoffen (eosine)
• Komen minder voor
• Diameter: 10-12 µm
• Tweelobbige kern (‘brilkern’)
• Cytoplasma vol met donkerroos gekleurde, specifieke granula (door
eosine)
• Klein aantal primaire granula
Basofielen
• Specifieke granula gekleurd door basische kleurstoffen
(haematoxyline, methyleenblauw)
• Minst talrijk
• Klein, bolvormig
• Diameter: 8-10 µm
• Grote, niet- gelobde tot tweelobbige kern doorgaans verborgen door
grote, onregelmatige grove korrels (kleuren met basische kleurst.)
• Bevatten weinig primaire granula
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur eloisevnn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.