Dit document bevat uitgewerkte leerdoelen van de derde periode in het eerste schooljaar. Het bevat de leerdoelen van alle zeven weken die aanbod kwamen deze periode.
Week 1 – veroudering
Wat zijn de gevolgen van veroudering bij zorgvragers en welke verpleegproblemen kunnen hierbij
een rol spelen?
- De normale veroudering kent 2 onderdelen:
Fysieke veroudering
Cognitieve veroudering
- Gevolgen fysieke veroudering:
Cardiovasculair systeem = arteriële stijfheid en verminderde angiogenese. Verhoogd
risico op coronair lijden, klepaandoeningen, geleidingsstoornissen, hartfalen,
hypertensie.
Respiratoir systeem = verminderde elasticiteit en volume van de longen, afname
spierkracht en spierfunctie van ademhalingsspieren.
Maagdarmstelsel = verminderde peristaltiek, speekselproductie en verandering in
smaak.
Zintuigen = degeneratie cellen, waardoor een achteruitgang in visus, gehoor en
tastzin ontstaat.
- Gevolgen cognitieve veroudering:
Executieve functies = lichte achteruitgang in plannen en organiseren.
Geheugen = achteruitgang in korte termijn geheugen en vermogen tot leren.
Psychomotore functies = vertraging in het reactievermogen, verminderde snelheid
van informatieverwerking en achteruitgang motorische vaardigheden.
De veel voorkomende oog- en ooraandoeningen bij ouderen: prebyacusis, presbyopie, cataract,
glaucoom en maculadegeneratie
Prebyacusis:
- Ouderdomsslechthorendheid
- Er is sprake van perceptief gehoorverlies door degeneratie van de cellen in het gehoororgaan
en de neuronen. Hierbij treedt ook vaak vervorming van geluiden op en worden harde
geluiden hinderlijk.
- Symptomen: niet goed kunnen verstaan van spraak, vooral in lawaaierige omgevingen.
Dubbelzijdig gehoorverlies van vooral hoge tonen. Kan gepaard gaan met tinnitus (oorsuizen)
Presbyopie:
- Ouderdomsverziendheid
- Verharding van de lens met de jaren tast het vermogen van de ogen aan om gemakkelijk te
focussen op taken dichtbij. Gebeurt doordat de lens flexibiliteit verliest.
- Symptomen: wazig zicht, moeite scherpstellen nabijgelegen objecten, vermoeide ogen,
hoofdpijn (vooral na lezen), moeite kleine letters lezen, behoefte aan fel licht bij
lezen/activiteiten uitvoeren op korte afstand, scheelkijken.
Cataract:
- Staar
- Oogaandoening met vertroebeling van de lens door verandering van de eiwitten in de
lensvezels of door (mechanische) beschadiging van de lensvezels van het lenskapsel.
- Seniel cataract = ouderdomsstaar
- Symptomen: visus verminderd geleidelijk, grauw/wazig zien, schittering en verblinding door
bv. zonlicht (leidt tot fotofobie), dubbelzien of nachtblindheid
- Fotofobie = licht gevoeligheid
Glaucoom:
, - Sprake van progressieve en onherstelbare schade aan de nervus opticus met typische
beperkingen of uitval van het gezichtsveld.
- Meest voorkomende oorzaak: verhoogde druk in oogbal
- Glaucoom is eigenlijk neuropathie, een zenuwaandoening
- Er treden beschadigen van optische zenuwvezels op, wat leidt tot verlies van deze
zenuwvezels. Dit is zichtbaar als een excavatie (uitholling) van de nervus opticus. Het
gezichtsveld wordt minder beschadigd.
- Typerend = dat het centrale zien lang intact blijft, terwijl het perifere gezichtsveld als eerste
uitvalt.
- Kan chronisch of acuut zijn
- Symptomen acuut glaucoom: de oogdruk neemt snel toe als gevolg van plotselinge afsluiting
van de voorste kamerhoek (relatief zeldzaam).
Plotselinge visusvermindering
Rood oog
Hevige pijn in oog
Hevige hoofdpijn (boven wenkbrauw)
Misselijkheid en braken
Fotofobie en het zien van gekleurde kringen (halo’s) rondom lichtbronnen
Pupil is lichtstijf.
- Symptomen chronisch glaucoom: wordt niet opgemerkt in beginfase, centrale zien is intact
en uitval van het omgevingszien in 1 oog, kan vaak nog worden opgevangen door andere
oog. Jaren sprake van verlies van zenuwvezels
Kenmerken vergevorderd = kokerzien (mensen lopen tegen dingen aan of zien
personen niet aan komen), leidt tot problemen in mobiliteit, deelname aan verkeer,
bepaalde werkzaamheden.
Maculadegeneratie:
- Afname van de hoeveelheid kegeltjes in de macula.
- Precieze oorzaak niet bekend.
- 2 vormen van maculadegeneratie:
1. De droge vorm (85%)
2. De natte vorm (15%) -> begint als droge vorm, treedt eerst vaak op in 1 oog.
- Het centrale deel van de retina, de macula, wordt aangetast. Dat deel bevat de kegeltjes en is
verantwoordelijk voor het centrale zien, scherp zien en contrast zien. Het perifere
gezichtsveld blijft intact.
- Het retinale epitheel wordt aangetast en er ontstaan ophopingen van afvalstoffen,
vervolgens treedt er atrofie op.
- Wanneer er nieuwe bloedvaten worden gevormd, zijn deze van slechtere kwaliteit en treedt
er lekkage op.
Kan leiden tot maculaoedeem, een bloeding of netvliesloslating.
- Symptomen maculadegeneratie:
verandering en/of achteruitgang centrale zien -> geleidelijk bij droge vorm en snel
(binnen enkele dagen/weken) natte vorm.
Beeldvervorming
Minder scherp zien
Wazige grijze of zwarte vlek in gezichtsveld’
Kleuren worden vager en het zien van contrast verslechterd.
Je kent de geriatrische reuzen die de kwetsbaarheid van een oudere zorgvrager vergroten en kan
beredeneren wat de gevolgen hiervan zijn voor de zorgvrager.
De geriatrische reuzen:
- Cognitieve problemen
, - Problemen met intake (voeding en vocht)
- Immobiliteit en vallen
- Polyfarmacie
- Incontinentie
- Zintuigelijke veroudering: communicatie
Mogelijke gevolgen:
- Functieverlies in het ADL en IADL
De relatie tussen veroudering/oudere zorgvrager en positieve gezondheid
- Positieve gezondheid = een benadering van gezondheid die uitgaat van veerkracht en eigen
regie.
- Relatie tussen veroudering en positieve gezondheid =
Week 2 – Palliatieve zorg
De fasen van de palliatieve zorgverlening
- Ziektegerichte fase: in deze fase wordt de ziekte behandeld zonder dat er daarbij gekeken
wordt hoe het te genezen is. Dit is omdat de patiënt zo het fijnst door deze tijd komt.
- Symptoomgerichte fase: de focus ligt op het onder controle houden van de symptomen.
Tijdens de palliatieve fase kunnen oude symptomen weer terug komen en verergeren.
Daarnaast kunnen ook nieuwe klachten ontstaan. Het doel is dan ook om een zo hoog
mogelijke kwaliteit van leven te behouden.
- Stervensfase: tijdens deze fase verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit
van sterven. Er wordt voor gezorgd dat de patiënt zo prettig mogelijk kan sterven.
- Nazorg: in deze fase wordt er gezorgd voor de juiste ondersteuning van de nabestaanden.
Om zo het verlies te verwerken.
Fasen 1 en 2 lopen vaak tegelijk, ze lopen geleidelijk in elkaar over. In beide fasen is het doel een zo
hoog mogelijke kwaliteit van leven.
Wat houdt de palliatieve zorg in
- Definitie = een aanpak van de zorg die zich richt op het verbeteren van de kwaliteit van leven
van de patiënt en zijn naaste familie. Terwijl zij geconfronteerd worden met een
levensbedreigende ziekte, door het voorkomen en verlichten van lijden door middel van
identificatie en onberispelijke beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen
(fysiek, psychosociaal en spiritueel).
- Bestaat uit:
o Lichamelijke zorg: met als doel het verminderen van lichamelijke klachten.
o Psychologische zorg: hulp bij het verwerken van gevoelens zoals angst, somberheid
en verdriet.
o Sociale zorg: hulp bij problemen bij relaties en het verwerken van verliezen.
o Spirituele zorg: hulp bij levensvragen.
Verschil curatieve zorg, palliatieve zorg en terminale zorg
- Curatieve zorg richt zich op genezing en de behandeling van acute en chronische lichamelijke
aandoeningen.
- Palliatieve zorg is gericht op de zorg in de laatste fasen van je leven. De dood is dan heel
dichtbij. Palliatieve zorg kan jaren duren. Het doel is om een goede kwaliteit van leven aan de
patiënt te geven.
- Terminale zorg, is zorg voor patiënten die in het laatste (terminale) stadium van een
ongeneselijke ziekte verkeren. Dit is dan ook voor mensen met een levensverwachting van
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rosaliebakker. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,42. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.