19e eeuw
o opkomst van de industrialisatie
o werkende klasse hebben bevolking nodig
o ondernemingen vragen ad staat: geef mij mogelijkheden om te kunnen produceren, schep de
voorwaarden waarin ik kan werken. En voor de rest, laat ons gerust
leerplicht in België?
o Op het moment dat de industrie geschoolde arbeiders waren
Factoren die het beleid van de overheid kunnen beïnvloeden
o Overheid
o Aandeelhouders
o Media
o Consumenten (organisaties)
Leerinhoud
o Economisch rechtboek: Handboek + wetgeving
Vrijheid van handel & handhaving
Mededingingsrecht (EU & B)
Intellectuele eigendom
Prijs, kwaliteit, veiligheid producten & diensten
Diensten (vastgoed, reizen, huwelijksbureau, vrije beroepen…)
o Financieel recht: Wetgeving
Financiële markten
Beursgenoteerde vennootschappen
Bankrecht
Kredietovk
Deel 1: Inhoud, bronnen en grondslagen
van het economisch recht
1. Begripsomschrijving
Economisch recht
regelen van publiek en privaat recht
die er specifiek toe strekken de economische activiteit te organiseren
met het oog op de verwezenlijking van een economische ordening en een economisch
sturingsbeleid
a. Sturingsbeleid
= publiek recht
Sturing
Middelen worden aangewend om bepaalde economische doeleinden van conjuncturele aard
(vb.prijsbeleid) of van structurele aard (vb. Mededinging) te verwezenlijken.
Obv publiekrechtelijke regelingen.
Bepaalde richting geven, overheid zal ingrijpen in economisch verkeer door middel van regelgeving die
de wijze van produceren / distribueren gaat sturen in een bepaalde richting
1
, b. Ordening
= privaat recht
Ordening
= de wetgever wil een ordelijk & efficiënt economisch verkeer inrichten dmv regelen die beogen een
evenwicht te verzekeren tussen bepaalde rechtmatige geachte belangen. (algemeen belang, belangen v
concurrenten, tussenpersonen, consumenten, uitvinders …)
obv privaatrechtelijke regelingen
Men wil dat handel drijven in het algemeen op een behoorlijke manier verloopt de ordening, de
rechtsleer behoort tot het privaat domein (verhouding koper – verkoper)
c. Specifiek
Specifieke regelgeving: bij economische activiteit rekening houden met diverse belangen en diverse
invloeden
d. Van soft law naar hard law
Verhouding privaat en publiekrecht gaat ook over afdwingbaarheid, we zien vaak een evolutie van
soft law naar hard law
Code Lippens
Er komt een ‘Code Lippens’ waarin de beginselen van behoorlijk bestuur werden vastgelegd.
Maar het is een code -> dus er bestaan geen wettelijke verplichtingen om dit na te leven, dit is
eigen aan de soft law.
Indien
o Meerderheid van de ondernemingen de code naleeft
Dan zal de overheid niet geneigd zijn in te grijpen.
o Misbruiken vastgesteld worden
Dan zal men vanuit het parlement wetgevend optreden.
Meestal lukt het niet zonder wettelijke verplichtingen
2. De weg naar het WER
ronde tafel voor de evaluatie en modernisering van het Belgisch economisch recht (2006-
2008)
van eindverslag tot ontwerp boek (2008-2009)
omvormen van het ontwerp tot wetsontwerpen en wetten (2011-2014)
a. Eindverslag 2008:
overvloed van (tijdsgebonden) normen
2
, toename van internationale regels: mondialisering
vorming van een communautaire rechtsorde:
o harmonisering
o overdracht soevereiniteit lidstaten
toenemende complexiteit van economische problemen: tegenstrijdige belangen
Opm: wat vooral moeilijk is zijn de onzichtbare belangen.
Voorbeeld:
Rookverbod – Corr. RB Gent 30. 10.2012 Algemeen rookverbod
Er bestaat een rookverbod, maar dit wordt niet nageleefd.
3. Boek I: definities (wetboek)
a. Algemene definities
Onderneming:
Toepassing v economisch recht is verbonden aan Ondernemingen ( ipv handelaars)
Ondernemingen is ruimer dan het begrip handelaars
Het bevat bv ook ondernemingen uit de landbouwsector & de vrije beroepen.
Definitie
“ Een zelfstandige & duurzame organisatie waarbinnen één of meerdere personen mbv materiële en
immateriële middelen, goederen of diensten produceren of verdelen. (toegevoegde waarde
voortbrengen).”
“ Zij doen dit tegen betaling door de afnemer van die goederen of diensten, van een vergoeding die
ertoe strekt & erop berekend is om ten minste zoveel inkomsten op te leveren als er uitgaven nodig zijn
voor een continue werking van de organisatie. “
Kernbegrippen
1. economische activiteit*
2. op duurzame wijze
3. ongeacht rechtsvorm
1. Economische activiteit
Elke commerciële, industriële & financiële activiteit
Economisch doel nastreven wanneer oefen je een economische activiteit uit / streef je een
economisch doel na?
o Bij het creëren van winsten, meerwaarden, herhaalde activiteit, beroepsactiviteit.
3
, Elke economische activiteit betekent in essentie dat je een meerwaarde creëert door het
verkopen van goederen of het leveren van diensten, deze meerwaarde (traditioneel vergoed
in geld) strekt je tot voordeel.
Vraag: kan een ziekenhuis, vzw,.. een onderneming zijn in de zin van het WER? Ja!
2. Duurzame wijze
Binnen een bepaalde structuur of organisatie met regelmaat.
Eenmalige handelingen volstaan dus niet om als ON te w beschouwd.
Personen (vb. Particulieren) die slechts sporadisch goederen verkopen (vb. Via ebay) zullen
dan ook niet onderworpen zijn aan de bepalingen die gelden voor ondernemingen.
3. Rechtsvorm & winstoogmerk is niet van belang
Zo gelden vzw’s, beoefenaren van vrije beroepen, overheidsbedrijven … ook tot
ondernemingen dus < Economisch recht
Consument
Producten: goederen en diensten
Gedragscode: het is een code dus houdt geen wettelijke verplichting in, is soft law.
Maar: indien je bijvoorbeeld de code vermeldt via een label dan moet je hier wel aan voldoen.
4. Boek II: algemene beginselen
a. Algemene beginselen
Doelstellingen
1. Vrijheid van ondernemen
Iederen is vrij om economische activiteit naar keuze uit te oefenen
Beperkingen kunnen resulteren uit:
o De in België van kracht zijnde int’l verdragen
o Het algemeen normatief kader vd economische unie
o De monetaire eenheid zoals vastgesteld door of krachtens de in’tl verdragen en de wet
o De wetten die de o.o & de goede zeden betreffen & bepalingen v dwingend recht
2. Bescherming eerlijke concurrentie
3. Bescherming consument
Toepassingsgebied
onder voorbehoud
algemeen juridisch kader
bevoegdheid federale overheid
federale overheid kan en mag niet alles regelen.
4
, b. Grondslagen
Grondwet: gelijkheidsbeginsel
nagestreefd doel: rechtmatig / algemeen belang
onderscheid: adequate criteria als er een onderscheid is in behandeling kan dit indien dit:
1. Noodzakelijk is om het doel te bereiken
2. Beperkt
3. Verantwoord
4. Doordacht en adequaat (opzoeken, niet zeker!)
resultaat: in verhouding tot doel
Voorbeeld: vrije beroepen en wet marktpraktijken-> de uitsluiting ervan uit de (intussen opgeheven)
wet marktpraktijken , schond het gelijkheidsbeginsel. Deze RS ligt ad basis vd huidige regeling inzake
marktpraktijken & consumentenbescherming, die terug te vinden is in de boeken VI en XIV. WER.
Bijzondere wet 8.08.1980: Bevoegheid gewesten met inachtname:
4 vrijheiden EU
vrijheid van handel en nijverheid (decreet d’allarde 1791)
normatief karakter van de economische en monetaire unie
Gent 17.10.2011 (zie chamilo)
Decreet tot afschaffing van het gildewezen = DECREET D’ALLARDE
2 jaar na Franse Revolutie beginnen revolutionairen met maatregelen ter bevordering van de
economie.
De gilden
Doet eerder denken aan de Middeleeuwen dan de Franse Revolutie.
In de Middeleeuwen waren er steden waarbinnen er een economische ordening was dmv de
gilden, beroepsgroeperingen.
Dit valt zowel positief als negatief te bekijken
Positief: in de middeleeuwen !
o Aangezien dit een kwaliteitslabel was.
o Mensen gingen niet naar school maar leerden ambacht aan bij een ambachtsman.
o Om lid te worden van de gilden moest je een bekwaamheidsproef afleggen.
o Later wou men deze afschaffen voor vrijheid van onderneming.
Vrijheid van onderneming:
Is deze vrijheid absoluut?
o Nee, je kan niet zomaar elk beroep uitoefenen
5
,Examenvraag:
Mogen ondernemers onderling het recht van ondernemen en vrijheid van ondernemen
beperken?
Antwoord:
o Als 2 ondernemers een afspraak maken waardoor de vrijheid van ondernemen wordt
beperkt is dit dan geldig?
o Groot bureau met tal van opdrachten en een expert. Bureau A en B werken samen.
Bureau A zal bureau B (de expert) opdrachten geven, er worden echter ook afspraken
gemaakt over wat men niet mag doen tijdens de duur van de samenwerking én na het
beëindigen van de samenwerking.
o Opdrachtgever A zegt dat B dossiers krijgt van hen maar B mag geen andere dossiers
behandelen van andere bureaus. Werkt enkel voor bureau A.
o Als er op een bepaald moment beslist wordt om niet langer samen te werken mag hij
gedurende 3 jaar geen dossiers behandelen van de klanten van bureau A.
Je kan beperkingen opleggen als je hier een goede reden voor hebt.
o In dit geval: wat is de relatie?
In de overeenkomst staat dat A dossiers geeft aan B maar er staat geen enkel
engagement van de opdrachtgever, je weet niet of dit 1 dossier is of 1000. Ten
aanzien van derden moet er een bedreiging zijn en deze is er niet.
c. Niet-concurrentiebeding
Vrijheid van mededinging is niet onbeperkt
Beperkt door:
o Overheidsmaatregelingen
o Concurrentiebedingen via de overheid
Contractuele vrijheid:
beperking van de concurrentie = beperking economische vrijdheid medecontractant
Gedurende de overeenkomst
Na het beëindigen van de samenwerking
verbod om opdrachten uit te voeren voor cliënten (opdrachtgever) én derden:
o geen contractuele tegenprestatie
o geen bedreiging opdrachtgever
verbod om gedurende 3 jaar opdrachten te aanvaarden van cliënten opdrachtgever:
o voorwerp
o geldigheidsduur
o geografisch toepassingsgebied
Nietig beding: gevolg?
6
, Niet van toepassing, het beding bestaat nie langer en wordt geacht nooit bestaan te hebben
Afwerving van cliënteel: oneerlijke mededinging?
vb.: je bent afgestudeerd en kan beginnen werken bij ING, na 4 jaar ga je solliciteren bij VDK
voor een hogere functie.
Mag je tegen klanten van ING zeggen dat ze bij jou moeten komen bij VDK? Is dit oneerlijke
mededinging? Mag je cliënteel van iemand anders afnemen?
Principieel is het antwoord hierop ja maar elk geval moet apart bekeken worden want alles
zal afhangen van de manier waarop je dit doet.
OP ZICH IS HET AFWERVEN VAN KLANTEN NIET VERBODEN
o Stel: zelfde persoon laat kaartjes maken van zijn nieuwe functie bij VDK en steekt
deze in de bus bij personen die klant zijn bij ING, is dit oké? Je zal bijvoorbeeld niet
schuldig mogen zijn aan diefstal van gegevens.
7
,Deel 2: Prijsreglementering
Wat is economisch recht?
Gedragscode
Onderneming
Hoe mag de overheid tussenkomen?
Vrijheid van ondernemen wordt wettelijk geregeld
Beperkingen zijn in het belang vd onderneming of de consument via een concurrentiebeding.
Vb. AB Inbev
o Met wie contracteert het bedrijf ? met vb. Café ; werknemers via arbeidsovk ; andere brouwerijen. (=
andere prijsreglementering, elkaar geen concurrentie meer aandoen, elk 4 cafés in ovp en niet meer
uitbreiden. )
o Kan dit ? mag dit ? exclusiviteit?
Kan leiden tot monopolie wat niet goed is voor de economie, maar dat mag wel ..
Dit staat tegenover concurrentie.
Uitgangspunt
overheid kan tussenkomen in prijsbepaling
Maar het is een uitzondering op de regel van vrijheid van ondernemen
Dus je moet dit beperkend bekijken.
1. Waarom prijscontrole?
Waarom komt de overheid tussen?
Als de overheid tussenkomt is er iets gaande
1.) Na WO II: bevoorrading van het land
2.) 1973: (eerste) oliecrisis
oorzaak? Waarom stegen de prijzen?
Er was te weinig olie, de opec-landen (olie-producerende landen) hadden de kraan
dichtgedraaid waardoor olie schaarser werd en prijs steeg.
Waarom is er nu een prijsdaling?
o Traditionele olie-producerende landen, hoe hoger de olieprijs hoe rendabeler het
wordt om nieuwe oplossingen te zoeken en men wil deze alternatieve boringen niet
aanmoedigen, ze zullen de kraan dus niet dichtdraaien uit schrik hiervoor
3.) Sociale zekerheid: geneeskundige verstrekkingen
8
, a. Prijzenwet 22.01.1945
De wet legt het stelsel van de ‘normale prijs’ vast als algemeen principe.
Ook zonder tussenkomst van de minister van Economie is het verboden te verkopen tegen
abnormale prijzen (abnormaal hoog).
Het is aan de rechterlijke macht om zich hierover uit te spreken, rekening houdend met de toestand
van de markt, de exploitatiekosten en de marges. De gerechtshoven en de rechtbanken zijn bevoegd
om het abnormale karakter van de prijzen soeverein te beoordelen.
Het abnormale karakter van de prijzen wordt beoordeeld rekening houdend met de toestand van de
markt en de exploitatiekosten (art. 1 van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische
reglementering en de prijzen).
Belgische prijsreglementering
Ligt vervat in verschillende wetten & uitvoeringsbesluiten.
Basistekst = Boek V. WER
o De bepalingen uit boek V. WER gelden in pp voor alle prijzen die dr ON’n w toegepast bij de
verkoop v goederen & diensten.
o Zij vormen de algemene bepalingen inzake prijzen die gelden behoudens van bijzondere
wetgeving.
o Boek V. WER bevet zelf bijzondere regelen voor prijzen van geneesmiddelen & gelijkgestelden.
Daarnaast blijft volgende wetgeving ook van belang:
o Algemene prijzenwet
o Besluitwet 14.05.1946:
Verbiedt het realiseren van abnormale winst
o KB 3.06.1969:
Stelt de Prijzencommissie in.
Prijzencommissie richt zijn adviezen aan de minister van economische zaken.
Prijzencommissie mag niet worden verward met de prijzendienst.
Prijzendienst
= de administratieve dienst verbonden aan het ministerie van economische zaken, die
zich met prijsdossiers bezighoudt. Zij neemt in het bijzonder kennis van de
kennisgeving v prijswijzigingen en van prijsverhogingsaanvragen die voor bep. ON’n
verplicht is gesteld.
o Herstelwet 30.03.1976:
Legt indexeringsclausules in afzonderlijke contracten aan banden.
De indexering w slechts toegelaten tot beloop van 80 % van de eindprijs van het product of de
dienst & op vw dat ze gebeurt ifv reële kosten.
Aparte regelingen voor verschillende sectoren
o Prijs v geneesmiddelen & gelijkgestelden -> Boek V WER
o Financiële sector -> Bijzondere wetgeving
o Producten v land-en tuinbouw, veeteelt en wijbouw -> Europese prijsregeleingen
o Sommige prestaties van openbare diensten -> bijzondere regelen.
9
, Prijzenreglementering in boek V van het WER
Extra info les
Principe
Prijzen vd goederen & diensten w bepaald door de vrije mededinging
= de prijzen zijn derhalve vrij.
Prijzenwet
= basiswet op basis waarvan men na WO II ging ingrijpen, dit leverde echter niet veel
resultaat op
Winstmarges
Een andere redenering is om naast de prijzen te gaan kijken naar winstmarges.
Wat is abnormaal?
Op een bepaald ogenblik werd er bij KB een prijzencommissie opgericht, bevoegd om
adviezen te geven rond prijzen.
Er bestaan indexeringsclausules met de bedoeling om overdreven prijsstijgingen te beperken.
Wat moet je weten?
1. Er bestaat een prijzencommissie
Binnen het ministerie van economische zaken,
Bevoegd om te oordelen over prijsaanvragen door ondernemingen.
Dit gebeurt echter maar voor een beperkt aantal producten (prijzen zijn en blijven nog
steeds vrij).
Is het aanvaardbaar dat de overheid tussenkomt in vrije prijszetting?
o Voor de sectoren die onderworpen zijn moet er een reden zijn die het redelijk
maakt dat de overheid tussenkomt.
2. Er bestaat een prijzenobservatorium.
Als zij bepaalde onregelmatigheden zouden vaststellen (eigen initiatief) of de minister
hen vraagt dit te onderzoeken, kunnen zij eventueel een verslag opmaken.
Dit verslag wordt dus opgemaakt als er onregelmatigheden vastgesteld worden.
De mededeling van dit verslag doen ze aan de minister en aan de
mededingingsautoriteit.
3. Er bestaat een mededingingsautoriteit.
Dit is een instantie die controle voert op het concurrentieverloop, de mededinging.
o vb.: wie houdt controle op vrije concurrentie in Europa?
Europese Commissie, hierin zit een commissaris die bevoegd is voor
de mededinging.
10