Leerpad D – theoretische kaders
1. psychologie
1.1 inleiding
1.1.1 wat is psychotherapie
⟹ is voor zeer veel uiteenlopende problemen, niet alleen voor de klassieke,
categoriale ‘psychopathologieën’, hulpverlening bij moeilijke beslissingen, school- of
werkproblemen, of verlies en ongelukkige relaties
- Therapeutische relatie is de essentie: gericht op het verbeteren van iemands
geestelijke, gedragsmatige en/of sociale functioneren
- Therapeutisch proces:
o Identificeren van het probleem: bv. eenvoudige overeenstemming
over omstandigheden of gevoelens die men wil veranderen, formele
diagnose die wordt gesteld door classificatiesystemen zoals DSM-V
o Identificeren van oorzaken van probleem en/of omstandigheden
die probleem in stand houden: bv. verleden, de jeugd, huidige
situatie dus de omstandigheden op dit moment
o Keuze voor bepaald soort behandeling en behandeling zelf: dus de
keuze van welk soort therapie waardoor je de hinderlijke symptomen
kan laten verdwijnen/verminderen → gekozen therapie is afhankelijk
van soort probleem, oriëntatie en opleiding therapeut en voorkeur pt
- soorten therapieën:
o één-op-éénrelatie: tussen pt en therapeut
o groepsvorm: is vooral gericht op empowermentmodel van herstel
bv. zelfhulpgroep zoals de AA
voordelen: ondersteunende omgeving, mensen kunnen
ervaringen delen met mensen die hetzelfde hebben
meegemaakt
1.1.2 verschillen tussen psycholoog – psychoanalyticus – psychotherapeut en
psychiater
⟹ als vpk verwijs je door naar verschillende hulpverleners, waaronder de volgende:
- psychiater: heeft geneeskunde gestudeerd en daarna verder gestudeerd
toegepast op de psychiatrie, kan medicatie voorschrijven en is gespecialiseerd
op kinderen, adolescenten of volwassenen + mag lichamelijke onderzoek
doen
- psycholoog: heeft een licentiaat/master in de psychologie via een studie op
de uni en is erkend. Hij houdt zich bezig met het ‘gewone’ gedrag en stelt
vragen zoals ‘hoe leren mensen’ of ‘hoe denken mensen’
- psychotherapeut en psychoanalytica: psychiaters of klinische psychologen
die na enkele jaren een post-uni studie bv. psychoanalyticus, systemisch,
cognitief, gedragsmatig,..
- bachelor in toegepaste psychologie: kunnen na een studie toegepaste
psychologie van 3 jaar en 3 jaar bijkomende universitaire studie de nodige
kwalificaties krijgen om psycholoog te worden.
1.1.2.1 wie mag psychotherapie uitvoeren
- erkenning arts, klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog
- bijkomende opleiding psychotherapie van min. 70 ECTS-punten
1
, - professionele stage aan min. 2 jaar voltijds in domein van psychotherapie
1.1.3 verschil coaching-advies-counseling-psychotherapie
⟹ adviseren, coachen, counselen en therapie is als een
continuüm van interventiemogelijkheden
1.2 de psychotherapeutische stromingen
1.2.1 de psychodynamische therapieën
1.2.1.1 de freudiaanse psychoanalyse
⟹ ze denken dat psychische problemen ontstaan door spanningen die in de
onbewuste geest ontstaan als gevolg van verboden impulsen en bedreigende
herinneringen → onbewuste wordt onderzocht om de problemen aan het ‘licht’ te
brengen en het onbewuste naar het bewustzijn brengen
- de basisprincipes:
o de psychoanalyse is een praktijk van het woord: er zijn 2 mensen,
de analyticus en de analysant (de pt), hij praat over wat hem daar
brengt en de analyticus laat toe de analysant de dingen hem toe de stof
van zijn onbewuste te weven met zijn bewuste
de macht van de taal en interpretatie is de macht zelf van het
onbewuste
eigenlijk hebben beiden interpretaties maar de ene heeft het
meegemaakt, de andere niet
o vrije associatie: pt vertelt wat er in zijn hoofd opkomt, vertelt zijn
verhaal, vrije associatie is gericht op omzeilen van afweermechanisme
en aan elementen uit onbewuste een kans te geven om toch in
bewustzijn te komen
o analyse van de weerstand: kan gezien worden als iets bewust en
betrekt alle afweerstrategieën die binnen een behandelsituatie door de
analysant worden ingezet
o analyse van de faalhandelingen: faalhandelingen zijn uitingen van
het verdrongene en verwijzen naar de problematiek van de analysant
bv. schrijffouten, iets vergeten,..
o droomanalyse: dromen kunnen een diepere betekenis hebben bv. je
droomt dat je ergens wordt achtervolgd → je hebt angst voor iets dat je
achtervolgt wat je beangstigt → ze representeren dus onbewuste
conflicten, wensen en onderwerpen, ze zijn vaak onze pogingen
wensen te vervullen
o overdrachtsanalyse: overdragen van gevoelens, gedachten en
wensen en gaat om de herhaling van een vroeger ontwikkeld
gedragspatroon dat nu inadequaat is en een poging om een oud
probleem op te lossen → analyticus moet controle hebben over de
overdracht, dus stoppen wanneer gewenst
o je moet nieuwsgierig zijn naar je eigen geschiedenis:
jeugdervaringen spelen een belangrijke rol in ons later gedrag
o eindpunt: de duur van de psychoanalyse is van onbeperkte duur bv. 1
sessie, eentje van maanden,… maar het is pas totdat de analysant de
analyticus wil verlaten
1.2.1.2 de neofreudiaanse psychodynamische therapieën
2