Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Leerdoelen OWE3: gezond leven uitgewerkt (cijfer 8,0) €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Leerdoelen OWE3: gezond leven uitgewerkt (cijfer 8,0)

 5 vues  1 achat
  • Cours
  • Établissement

Deze samenvatting bevat alle leerdoelen uitgewerkt die nodig zijn voor de kennistoets. Ook handig om te gebruiken voor de voorbereiding van de lessen. Alleen de lesdoelen die van belang zijn voor de kennistoets zijn uitgewerkt. Dubbele lesdoelen zijn één keer uitgewerkt en de andere is dan weggel...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 1 année de cela

Aperçu 4 sur 88  pages

  • 24 juin 2023
  • 21 juillet 2023
  • 88
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 242 Fiches
€5,49 0 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

Wat zijn de 6 taken van het verteringsstelsel?

Réponse: 1. Opname van voedsel uit het uitwendige milieu (eten en drinken). 2. Mechanische verkleining en menging van voedsel (kauwen en kneden). 3. Chemische bewerking door enzymen (vertering). 4. Vervoer van voedsel door het spijsverteringskanaal (peristaltiek). 5. Overdracht van voedingsstoffen aan bloed (resorptie). 6. Uitscheiding van onverteerde en onverteerbare stoffen (ontlasting).

2.

Wat is de route die voeding aflegt van inname tot uitscheiding?

Réponse: Mondholte (cavum oris), keelholte (pharynx), slokdarm (oesofagus), maag (gaster), twaalfvingerige darm (duodenum), nuchtere darm (jejunum), kronkeldarm (ileum), dikke darm (colon), endeldarm (colon sigmoideum), anus (colon rectalis).

3.

Uit welke 4 lagen bestaat de wand van het maagdarmkanaal?

Réponse: Mucosa (slijmvlies), submucosa (laag met bloedvaten, zenuwen ed.), muscularis (spierlaag) en serosa (viscerale blad van buikvlies).

4.

Wat is peristaltiek?

Réponse: Een golfbeweging van de darmwand waardoor een voedselbrok telkens een stukje verder door het spijsverteringskanaal geduwd wordt. Ontstaat door het kort na elkaar samentrekken van de kring- en lengte spieren in de muscularis.

5.

Wat is de functie van de mondholte?

Réponse: In de mondholte (cavum oris) start de voedselvertering. Voedsel wordt hier betast, verscheurd en verkleind, vermengd met speeksel en slijm, gedeeltelijk verteerd door enzymen en ten slotte doorgeslikt.

6.

Wat is de functie van de slokdarm?

Réponse: De oesofagus verbindt de keelholte met de maag. Hij transporteert dus voedsel van de keelholte naar de maag d.m.v. peristaltiek.

7.

Uit welke 5 delen bestaat de maag?

Réponse: 1. Cardia (Maagingang); 2. Fundus (maagkoepel); 3. Corpus (maaglichaam); 4. Pars pylorica of antrum (maaguitgang); 5. Pylorus (maagportier).

8.

Welke 4 bestanddelen heeft maagsap en wat doen ze?

Réponse: 1. Pepsinogeen: wordt omgezet in pepsine (voor afbraak van eiwitten) door zoutzuur. 2. Zoutzuur: voor omzetting pepsinogeen, vertering van eiwitten, verlagen van zuurgraad en ontsmetting van voedselbrij. 3. Intrinsieke factor: noodzakelijke stof voor opnemen van vitamine B12 in ileum. 4. Slijm: biedt bescherming tegen inwerking van zoutzuur en pepsine in de maagwand.

9.

Hoe wordt voedsel bewerkt in de maag?

Réponse: Peristaltische bewegingen kneden de maaginhoud flink en vermengen het met maagsap. Het maagsap verteert eiwitten.

10.

Wat is de functie van het duodenum?

Réponse: Het neutraliseren van de pH van de chymus uit de maag.

Inhoudsopgave
Toetsmatrijs............................................................................................................................. 2
A&F......................................................................................................................................... 3
Lesweek 1: het spijsverteringsstelsel..................................................................................................3
Lesweek 2: diabetes mellitus............................................................................................................16
Lesweek 3: obesitas en metabool syndroom....................................................................................20
Lesweek 4: zenuwstelsel...................................................................................................................24
Lesweek 5: bloed en stolling.............................................................................................................29
Lesweek 6: nieren en urinewegen....................................................................................................35
Lesweek 7: ouder worden, palliatieve zorg en pijn...........................................................................39
WG1...................................................................................................................................... 44
Lesweek 1: introductie OWE3...........................................................................................................44
Lesweek 2: Volksgezondheid/ epidemiologie/ medische zorg en preventie.....................................45
Lesweek 3: fysiek psychotische stoornissen.....................................................................................46
Lesweek 4: psychotische stoornissen................................................................................................47
Lesweek 5: dementie, kwetsbare ouderen, fase dementie en overbelaste mantelzorger................48
Lesweek 6: probleemgedrag, grensoverschrijdend gedrag en delier................................................50
Lesweek 7: voorlichting in de terminale fase....................................................................................52
WG2...................................................................................................................................... 53
Lesweek 1: introductie gezondheidsvoorlichting en opvoeding (GVO) cyclus...................................53
Lesweek 2: de gezondheidsdeskundige analyse...............................................................................54
Lesweek 3: analyseren van (gezondheids)gedrag.............................................................................55
Lesweek 4: gedrag beïnvloeden en gedragsbehoud.........................................................................56
Lesweek 6: veiligheid en vallen.........................................................................................................56
CV......................................................................................................................................... 58
Lesweek 1: motiverende gespreksvoering (MGV) / motivational interviewing (MI).........................58
VTV....................................................................................................................................... 60
Lesweek 1: Neusmaagsonde.............................................................................................................60
Lesweek 2: diabetes en insuline.......................................................................................................66
Lesweek 3: wondzorg 1: rode wond en hechtingen..........................................................................68
Lesweek 4: wondzorg 2: gele en zwarte wond..................................................................................73
Lesweek 5: wondzorg 3: ulcus cruris en compressief zwachtelen.....................................................74
Lesweek 6: tillift, loophulpmiddelen en zwachteltechnieken...........................................................79
Lesweek 7: mondzorg en decubituspreventie...................................................................................84

, Lesdoelen uitgewerkt OWE 3




Toetsmatrijs

A&F (36 vragen) WG-1/WG-2 (26 vragen) CV (12 vragen) VTV (21 vragen)
 Spijsverteringsstelsel  Gezondheid (definities en  Motivational  Mondzorg en
 Diabetes Mellitus disease-Illness-sickness) Interviewing/ decubituspreventie
(DM)  Gezondheidsdeterminanten Motiverende  Tillift,
 Obesitas en Metabool  Preventie Gespreksvoering loophulpmiddelen en
syndroom  Therapietrouw  Schaal van zwachteltechnieken
 Zenuwstelsel  Zorgtechnologie Belangrijkheid en  Ulcus cruris en
 Bloed en stolling  Psychotische stoornissen Vertrouwen compressief
 Nieren en urinewegen  Terugvalpreventieplan  Voor- en nadelenmatrix zwachtelen
 Ouder worden en  Fasen van  Communicatie  Gele- en zwarte wond
palliatieve zorg gedragsverandering  Fasen van  Rode wond en
 Pijn  Dementie gedragsverandering hechtingen
 Coping  Fasen van  Diabetes en Insuline
 Voorlichting bij dementie gezondheidsvoorlichting  Neusmaagsonde
 Veiligheid en vallen  Het voorlichtingsplan
 Probleemgedrag,  Reflecteren
grensoverschrijdend
gedrag en delier
 Palliatieve zorg en fasen.
 Levenseinde
 Voorlichting in de terminale
fase
 GVO-cyclus
 ASE-model
 Gezondheidsdeskundige
analyse
 Het model van Lalonde




2

,Lesdoelen uitgewerkt OWE 3




A&F
Lesweek 1: het spijsverteringsstelsel
Kan vertellen wat de route is waarlangs voeding passeert en verteerd wordt, van mond tot anus;
Spijsverteringskanaal: holle verbinding tussen mondholte en anus. Lengte is ongeveer acht meter en
het lumen behoort tot het uitwendige milieu. Wand van het kanaal is bekleed met epitheel.
 Gegevens over vertering van voedsel:
o 5 seconden na inslikken komt het in maag terecht.
o Voedsel blijft 2 tot 6 uur in maag  wordt hier gedeeltelijk verteerd.
o Vanuit maag gaat voedsel naar de darm. Hier duurt het 5 tot 6 uur totdat vertering en
opname van voedingsstoffen in bloed is voltooid.
o 12 tot 24 uur na eten verlaten onverteerde en onverteerbare delen van voedsel als
feces (ontlasting) het lichaam.
 Bestaat uit mondholte, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm.
 Organen die in verbinding staan met spijsverteringskanaal: speekselklieren, alvleesklier, lever
en galblaas
 Taken van het verteringsstelsel:
o Opname van voedsel uit uitwendige milieu (eten en drinken).
o Mechanische verkleining en menging van voedsel (kauwen en kneden).
o Chemische bewerking door enzymen (vertering).
o Vervoer van voedsel door het spijsverteringskanaal (peristaltiek).
o Overdracht van de voedingsstoffen aan bloed (resorptie).
o Uitscheiding van onverteerde en onverteerbare stoffen (ontlasting).
 Route die voeding aflegt van inname tot uitscheiding: Mondholte (cavum oris), keelholte
(pharynx), slokdarm (oesofagus), maag (gaster), twaalfvingerige darm (duodenum), nuchtere
darm (jejunum), kronkeldarm (ileum), dikke darm (colon), endeldarm (colon sigmoideum),
anus (colon rectalis).
Kan de algemene bouw van het maagdarmkanaal benoemen;
Kan het principe van peristaltiek uitleggen;
Algemene bouw van de wand: bestaat van binnen (vanuit lumen gezien) naar buiten uit vier lagen.
 De mucosa (slijmvlies): epitheellaag die aan lumen grenst. Tussen epitheelcellen zitten veel
slijmproducerende cellen en op sommige plekken zitten kliercellen en/of afvoerbuizen (van
klieren die verteringssappen afscheiden).
o Slijm: glijmiddel voor voedseltransport en beschermt de wand tegen chemische
inwerking van spijsverteringssappen.
o Lamina propria: onderliggende laag losmazig bindweefsel die bij slijmvlies hoort.
o Muscularis mucosae: dun laagje glad spierweefsel dat grenst aan lamina propria.
Samentrekkingen van deze spieren ondersteunen afgifte van klierproducten aan het
lumen.
 Submucosa: relatief dikke bindweefsellaag met bloedvaten, lymfevaten, lymfatisch weefsel en
zenuwen. Hierin liggen grotere klieren van mucosa ingezonken.
 Muscularis: spiergedeelte van de wand. Bestaat uit glad spierweefsel en is verdeeld in
binnenste laag kringspieren en daaronder een laag lengtespieren. Bij samentrekken van
kringspieren wordt lumen dichtgeknepen en bij samentrekken van lengtespieren wordt
betreffende stukje darm korter.
o Peristaltiek: golfbeweging van darmwand waardoor voedselbrok telkens een stukje
verder door spijsverteringskanaal wordt geduwd. Ontstaat door het kort na elkaar
samentrekken van de kring- en lengtespieren.
 Serosa: viscerale blad van buikvlies (niet aanwezig rond slokdarm). Dun, glad vlies dat
bestaat uit mesotheel op een basaalmembraan.

3

, Lesdoelen uitgewerkt OWE 3



Kan de functie van de mondholte en oesophagus uitleggen;
Mondholte (cavum oris): begin van spijsverteringskanaal en is ook onderdeel van luchtwegen. Is
bekleed met slijmvlies bestaande uit meerlagig niet-verhoornend plaveiselepitheel. Hier start de
voedselvertering  voedsel wordt betast, verscheurd en verkleind, vermengd met speeksel en slijm,
gedeeltelijk verteerd en ten slotte ingeslikt.
Begrenzing van de mondholte
 Gehemelte (palatum): scheiding tussen mond- en neusholte. Vormt samen met de bovenkaak
het dak van de mondholte.
o Palatum durum (harde gehemelte): voorste deel van gehemelte. Is hard en bevat
botweefsel dat tot bovenkaak behoort.
o Palatum molle (zachte gehemelte): loopt naar achteren taps toe en eindigt in uvula
(huig). Bestaat vooral uit spierweefsel.
o Achterste gehemeltebogen: achterste rand van het zachte gehemelte, die met een
plooi langs de zijkanten omlaag loopt tot in de mondbodem.
o Voorste gehemeltebogen: plooi die voor de achterste gehemeltebogen ligt.
o Tonsillen (keelamandelen): zitten tussen voorste en achterste gehemelteboog aan
beide kanten.
 Zijkanten van mondholte worden gevormd door wangen. Lopen naar voren toe uit in lippen
(labia).
o Lippen en wangen bestaan uit dwarsgestreepte spieren.
o De lippen kunnen de mondholte afsluiten en spelen een grote rol bij de mimiek; ze zijn
onderdeel van de mimische musculatuur.
o De lippen hebben een uitgebreide doorbloeding en zijn bedekt met een dunne laag
verhoornend plaveiselepitheel, zonder slijmcellen. Deze laag vormt de overgang
tussen de huid en het slijmvlies in de mond.
o Elke lip heeft aan de binnenkant een lipteugel, een mediaal vlies dat de lip met het
tandvlees verbindt. Je kunt de lipteugels voelen met je tong.
 De mondbodem wordt gevormd door onderkaak en mondbodemspieren, zoals spierteugels
van tongbeen, spieren van tongbasis en uitlopers van halsspieren.

Voedselbewerking in de mondholte
 Tong (lingua): dwarsgestreepte spier met grote beweeglijkheid.
o Tongriem: slijmvliesplooi tussen tong en mondbodem. Speelt een rol bij
tongbewegingen.
o Os hyoideum (tongbeen): hier zit de tong aan de achterkant vast.
o Tongamandel: lymfatisch weefsel dat deel uitmaakt van Waldeyerring. Ligt achter in
de mond, op de tongbasis.
o Tongslijmvlies: dikke laag niet-verhoornend plaveiselepitheel. Heeft ruw, soms bultig
oppervlak en bevat veel spaakpapillen. Deze steken gedeeltelijk boven tongoppervlak
uit en bevatten smaaksensoren (smaakzintuigcellen). Hiermee kun je voedsel
proeven.
o Functies bij spijsvertering: onderzoeken van voedsel (d.m.v. tast-, temperatuur en
smaaksensoren), helpen bij het kauwen van voedsel, het vermengen met speeksel,
het inslikken van voedsel of vloeistof.
o Andere functies van tong: onmisbaar bij spreken, helpt bij reinigen van het gebit en
heeft een erotische functie.
 Gebit: tanden + kiezen. Bestaat uit maxilla (bovengebit) en uit mandibula (onderkaak). Boven-
en onderkaak zijn hoefijzervormig en passen op elkaar  occlusie. Volwassen gebit bestaat
uit 32 tanden en kiezen (gebitselementen).
o Benaming gebitselementen: boven- en onderkaak verdeel je in 2 gelijke stukken.
Hierdoor krijg je 4 kwadranten. Elk kwadrant heeft twee dentes incisivi (snijtanden),
één dens caninus (hoektand), twee dentes premolares (valse kiezen) en drie dentes
molares (ware kiezen).
o Functie gebitselementen: snijtanden voor snijden van voedsel, hoektanden voor
(af)bijten en (af)scheuren en kiezen voor pletten en vermalen.


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SophiaV. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter