BEDRIJFSORG. NPO
Schriftelijk examen met 50% punten op 10 juist-onjuist meerkeuze vragen en 50% punten op 4 open
vragen over concepten en bewijzen.
H1 Inleiding en Inhoud
Deze organisaties zijn zeer belangrijk in de SL, aan het management ervan wordt maatschappelijk
belang gehecht. We kijken naar de economische onderbouw/fundering van het functioneren v/d
NPO over verschillende domeinen heen (accounting, financing, marketing…). LET OP: empirische
onderzoeken/studies/verslagen en resultaten uit de VS, gelden niet automatisch voor de hele wereld
of voor BE. We mogen niet zomaar resultaten veralgemenen of vergelijken. Ook de tijdsperiode
waarin de studie plaatsvond is belangrijk, aangezien elementen en samenlevingen kunnen evolueren
overheen de tijd.
H2 Definities Non-Profit Organisaties
INLEIDING
Definitie non-profit organisaties.
- Belangrijk kenmerk: indien er winsten zijn, mogen deze niet verdeeld worden over eigenaars,
directeuren of personeel. Er is geen financiële incentive, dus geen doelstelling v/d NPO.
- Heterogene doelen
VOORZIEN GDN & DIENSTEN
1. Algemene (generic) organisatievormen
= productie gdn & D, ideeën door formele entiteiten of groepen individuen, ook diensten (bank,
verspreiden van ideologieën of religies)
• Publieke org.
- Door OH geleid & opgericht
- Eigen reeks beslissingsregels & mechanismen, bestudeerd in public choice
- Public choice bestudeert gedrag v/d OH, die de meerderheid v/d SL moet tevreden stellen
- Public betekent niet hetzelfde als beursgenoteerde bedrijven
- Rol: macro-econ. Beleid, inkomensherverdeling & fiscaal beleid
• Private org.
- Heterogene groep
- Door gewone mensen opgestart
- Profit:
o Individuen kunnen vermogen uitbreiden/financieel welzijn verbeteren via winsten
o Micro-econ. Theorie = theory of the firm
- Non-profit
o Third sector, hebben dus winstmax. NIET als doel
, 2. Reële org.vormen
Realiteit: complexe organisatievormen, mengvormen = hybridevormen (uitzonderingen op de 3
vormen)
A = particulier opgerichte, private NPO gesubsidieerd door OH
B = wettelijke particuliere NPO opgericht & gesubsidieerd door OH
C = profit org in bezit van OH, eventueel subsidies
D = stichting in bezit van & mogelijk gefinancierd door profit org. OF door
org. Die ON’en uit zelfde sector groepeert
E = D maar gesubsidieerd door OH
➔ D: bijv: VBO (NPO) die PO’s verenigt
!! Meeste organisaties zijn mengvormen van alg org., waardoor je met 2-3 soorten onderzoek zult
moeten rekening houden om praktische implicaties voor het organisatorisch gedrag door
theoretische voorspellingen te evalueren. Gewicht van de kenmerken van elke soort v/d organisatie
bestuderen, gewicht v/d profit/non-profit/publieke kenmerken.
3. Sociale ON’en
= gericht op verwezenlijken van sociale doelen d.m.v. werking van particuliere organisaties op markt
= autonome & participatieve org, opgericht door groep burgers of maatschappelijke organisaties
t.v.v. gemeenschap. Produceert G&D met min betaalde werknemers & aanzienlijk econ. Risico
- Beslissingen niet gemaakt via grootte v/d eigendom aandelen
- Winstverdeling = mogelijk MAAR geen hoofddoel
- Ze willen wel een minimale winst nastreven + social goals = cultureel bepaald (afh.v/h land)
- VB: coöperaties, job training, biblio, kringloopwinkel
- Mix profit & non-profit
Social profit = evaluatie t.v.v. SL, in realiteit draagt niet elke NPO bij tot sociale welvaart (subjectief)
DEFINITIE
a. Econ. Analyse
= org. waarvan eigenaars, directeuren, personeel of stakeholders geen recht hebben op winst
= non-distribution constraint = NDC
- NPO’s mogen wel winst maken en personeel uitbetalen
MAAR geen winstuitkering of winst gebaseerde loonregelingen
- Weinig zuivere organisaties in realiteit
- Coöperatie mag wel een deel uitkeren
, b. Salamon & Anheier (structureel-operationele def.)
= formeel, privaat, zelfregulerend en vrijwillig en voldoet aan NDC
- !! niet alle npo’s werken met vrijwilligers
- Term organisatie en NDC impliceert reeds dat het formeel, privaat en zelfregulerend is
De beweging valt hier niet onder
- Geen formele org., niet gecentraliseerd in een org
- Ondanks dat ze toch een maatschappelijk belang hebben
- Alles wat informeel is, is géén NPO → bijv. mantelzorg, is wel vrijwillig maar informeel
c. Verenigde Naties
= zelfregulerende org., institutioneel los v/d OH, niet verplicht en voldoet aan NDC
- Geen verwijzing naar vrijwilligers
d. Morris
= definieert in termen van activiteiten en sociale uitkomsten, gelijkaardig aan sociale ON’en
- Verschil tussen NPO’s en grotere groep maatschappelijke instituties
e. Jegers
Niet zinvol om NPO’s te definiëren als social profit org., want social heeft enkel positieve connotatie
terwijl NPO’s soms schadelijk kunnen zijn voor de samenleving
- Non-profit = neutralere term, verwijst enkel naar NDC
ORGANISATIEDOELSTELLINGEN
NDC = wat NPO niet als doelstelling heeft = negatieve conditie die versch. soorten doelen mogelijk
maakt. Deze kunnen moreel verwerpelijk zijn, los van elkaar staan of tegenstrijdig zijn. Géén
algemene doelstelling voor NPO’s
ALG: doelstelling NPO moet = doelstellingen oprichters reflecteren
a. Econ.termen
Doelen v/d org. Worden gereflecteerd in organisationele nutsfunctie UNPO = f(…)
- De ideale functie bestaat niet, wel streven naar bepaalde variabelen
Variabelen:
- Optimale outputhoeveelheid & - kwaliteit
o Kwaliteit onderwijs & aantal studenten
o Artistieke kwaliteit & grootte publiek
o Deze strategie = enkel houdbaar als markt het kan verdragen (thick markets), als
kwaliteit te hoog is voor de markt → geen nut
, - Zero profits of alle kosten dekken (break-even)
o Beperking waarbij organisationeel nut = max
- Cash flows
o Middelen later gebruiken om te investeren
- Winst
- Welzijn leden & klanten
Doel kan veranderen door omstandigheden & doorheen tijd (leeftijd, socio-econ, relatie met OH,
concurrentie). Een gelijkaardige NPO kan totaal tegengestelde doelen hebben. Soms kan de NPO
zelfs verwerpelijke DS hebben.
Een NPO zal vooral de afweging kwaliteit – kwantiteit maken
- Stelt andere criteria voorop dan de PO’s
- DS is dus niet: geen winst maken, dit blijft de randvoorwaarde: Ink = K
- DS kan zoveel mogelijk winst maken zijn, MAAR uitkering mag niet
- Meer winst zorgt ervoor dat waarde omhoog gaat v/d ON, maar voor een NPO is dit niet
nuttig want ze heeft geen aandeelhouders waarvoor dit voordelig is
Veranderingen over tijd
- Vooral tactische DS veranderen samen met de SL
- Als DS zijn bereikt → NPO niet meer nodig?
- Bijv: vroeger was het 2ekansonderwijs vooral voor vrouwen van boven de 40j, NU is de
doelgroep eerder jongeren die toch hun middelbaar diploma nog willen behalen
- Bijv. hospices = palliatieve zorg: de NPO heeft andere DS en investeert in hogere kwaliteit
b. Empirisch onderzoek
Medicaid-bewoners van Verzorgingstehuizen in New York (Vitaliano)
- Onderscheid profit maximisers (MC = MR) – utility maximisers (MC > MR)
- Meeste organisaties in proef = profit max. door concurrentie met de profit org
- Verschil in gedrag tussen profit & non-profit org = versch. doelstellingen
Strategie?
- Opzet v/d beloningspakketten voor topmanagement analyseren
- Contrasteren van gedragsmatige gevolgen van veronderstelde NP doelstellingen met
gedragsmatige gevolgen van profit doelstellingen of OH doelstellingen