Inhoudsopgave
Tips voor het examen.....................................................................................2
Thema 1: wat is (sociale) filosofie?..................................................................2
Wat is filosofie? (Examenvraag)......................................................................................2
Rechtvaardigheid ≠ gevoel..........................................................................................3
Waarover gaat de filosofie?.......................................................................................... 3
Wat is sociale filosofie? (examenvraag)..........................................................................4
Filosofie voor SW’ers: what the f*? (examenvraag)......................................................5
Thema 2: individualisme en de (on)afhankelijkheid van het individu.................6
Het onafhankelijke individu/subject.................................................................................6
Het subject bij Descartes.............................................................................................. 6
Descartes twijfelexperiment......................................................................................... 7
Individualisme/ antropoceen......................................................................................... 9
Gevolgen van het individualisme..................................................................................9
De afhankelijkheid van het individu (contingenties)......................................................14
Contingentie van jezelf............................................................................................... 14
Ten aanzien van anderen (sociaal zelf).......................................................................15
Ten aanzien van de planeet (cotingentie buiten zichzelf)...........................................20
Afronding: (on)afhankelijkheid in de samenleving......................................................21
Thema 3: thema vrijheid...............................................................................22
inleiding......................................................................................................................... 22
Belang van vrijheid..................................................................................................... 22
Wat is vrijheid?........................................................................................................... 22
Zijn we vrij?................................................................................................................... 22
Bestaat vrijheid? Ben jij vrij? Kan je vrij zijn?..............................................................22
Zijn wij vrij? Verklaren >< begrijpen..........................................................................23
Interne vrijheid.............................................................................................................. 25
Wat betekent die vrijheid? Interne vrijheid.................................................................25
Kritiek op klassieke beeld interne vrijheid..................................................................26
Waar ligt de interne vrijheid?......................................................................................27
Interne vrijheid volgens H. Frankfurt..........................................................................28
Externe vrijheid............................................................................................................. 29
Negatieve vrijheid...................................................................................................... 30
Externe vrijheid: Positieve vrijheid..............................................................................32
Discussie negatieve – positieve vrijheid.....................................................................34
Republikeinse vrijheid................................................................................................. 36
1
, Tips voor het examen
› Bij elke dia nadenken wat de bijdrage is aan het geheel?
› De rode draad moet je telkens kunnen uitleggen: per dia: wat is dit en hoe past
het in het geheel?
Thema 1: wat is (sociale) filosofie?
Wat is filosofie? (Examenvraag)
Eerste uitgangspunt:
Filosofie begint bij verwondering:
› kinderen hebben allemaal verwonderingen, ze stellen voortdurend vragen,
› volwassenen (veel minder) ⟹ we hebben al een stuk antwoorden, hebben sommige dingen al eens
gezien en kunnnen dat dan in een hokje steken, we catalogeren de situatie
› maar eigenlijk is elke situatie anders
› De filosofie probeert te blijven vertrekken van verwondering, niet zo maar alles in hokjes te steken ⟹
wat-vragen en hoe-vragen blijven stellen
Tweede uitgangspunt:
We gaan Fundamentele vragen stellen
› Vandaag: wel wenselijk maar lijkt ook niet te stoppen
Socrates (Griekse filosoof):
› Situeert zich in de 5de eeuw voor Christus.
› Probeerde vragen te stellen om antwoorden te krijgen
› Hij geloofde dat in elke mens de waarheid zat ⟹ het moest er alleen uitgehaald
worden. Hij stelde zodanig veel vragen dat mensen zelf op het antwoord kwamen.
Sofisten:
› Stellen vragen om ergens mee weg te geraken
2
, › filosofen die scherpe, moeilijke, kritische vragen stelden met als doel de tegenspreker onderuit te
halen.
Derde uitgangspunt:
Proberen tot antwoorden te komen op basis van argumenten en steeds open staan voor nieuwe kritiek.
› Maar het is ook kritisch kunnen reflecteren op basis van deze argumenten.
› Filosofie is niet gelijk aan een:
• Mening (want hier kan je niet over discussiëren)
• Geloof (het idee van een geloof is dat je de dingen aanneemt zonder bewijs ervan)
• Gevoel (het kan evengoedd tegen je gevoel ingaan)
• Smaak (dit is geen goed argument)
(Het hoeft er niet mee in tegenspraak te zijn, maar het kan.)
Wat is het ergste: (A) soms een
Rechtvaardigheid ≠ gevoel schuldige ongestraft moeten laten
gaan (vb. owv procedurefouten) of
We vinden het duidelijk heel onrechtvaardig dat iemand
(B) soms een onschuldige straffen?
onschuldig in de gevangenis zou zitten.
50
Dit suggereert dat rechtvaardigheid wel met gevoel te maken 40
heeft ⟹ toch zien we dat rechtvaardigheid niet noodzakelijk 30
met ons gevoel overeenkomt 20
10
0
A A, B B
Waarover gaat de filosofie?
Onderwerp van de filosofie: het onzichtbare
Voorbeeld 1: Het verwonde konijn vs. de verwonde gazelle / luipaard
Wat maakt het dat we niet roepen naar het luidpaard ‘he stop haar mee!’ maar dit
zouden we wel doen als de docent een konijn zou doden. In de natuur is dit ‘normaal’.
Dieren hebben rechten dus de docent mag het konijn niet doden maar mag het luipaard
dan wel de gazelle doden?
Docent vertelt verhaal over 2 mensen die met onderlinge toestemming seks hebben. ⟹
alles oke
Docent zegt dan dat dit broer en zus zijn ⟹ opeens is dit niet meer oke
⟹ Waarden, zin, hoe ‘hoort’ iets te zijn (moeten/mogen) ⟹ niet-zintuigelijk waarneembare zaken
Voorbeeld 2: Vooruitgangsgedachte
Zijn we vandaag
VOORUITGANG: HOE ZICHTBAAR IS VOORUITGANG? beter af dan 100
jaar geleden?
Welke argumenten zouden het antwoord ‘ja’ kunnen tonen?
30
› Anticonceptie
25
20
3 15
10
5
0
Ja Ja, Neen Neen
, › Vrouwenrechten
› Technologie
› Internet: veel mogelijkheden
Welke argumenten zouden het antwoord ‘nee’ kunnen aantonen?
› Nog steeds oorlogen
› Technologie: bijna geen privacy
› Internet: ook mogelijkheid om totale nonsens te verspreiden
CONCLUSIE: keuzes maken over indicatoren, hoe zie je dit?
Voorbeeld 3: het ‘normale’ aan de eigen cultuur
WAT IS NORMAAL?
› Norm – aal
› Ander woord voor norm:
• Dwingend
• Prescriptief: voorschrijven
• De norm: dit moet je doen
⟹ Veel minder onschuldig dan het woord ‘normaal’
› Elk micro-cultuur heeft zijn eigen ‘normaaltjes’: nergens uitgeschreven
• Voorbeelden: eetgewoontes, zit je altijd op dezelfde plaats aan tafel met
het gezin?
› Je wordt je pas bewust van het normale als je geconfronteerd wordt met iets ander
› We gebruiken het woord vaak net in situaties dat daartegenin gaat: ‘dat is toch
normaal’
In sommige situaties zoals de ‘normale’ zitplaatsen aan tafel binnen een gezin
• Dit is oke, dit mag bestaan, als zij dat leuker vinden om elk een vast plekje te
hebben dan is dat oke
Andere situaties:
• Neen dit mag niet, dit is niet normaal
• Hier trekken we een lijn ⟹ vraag is: waar ligt deze lijn?
Het normale voor de ene is niet normaal voor de ander. Het probleem met normaal is dat
het een heel sterk woord is, de norm is ook iets dwingend: je wordt gedwongen om iets
zo te doen en als je daar niet aan beantwoord dreig je uitgesloten te geraken.
2 X GEVAAR VOOR RELATIVISME:
› Wat is relativeren? Het belang laten zakken, belangrijkheid wat wegnemen
› Relativeren gaat vaak over het feit dat de ‘normen’ (hoe het zou moeten zijn) dat dit
op verschillende manieren kan zijn en het gelijkwaardig is aan elkaar (zie vb van tafel)
› Maar ook een gevaar in relativisme: je wilt niet alle normen relativeren, sommige
normen wil je niet relativeren
• Stel je voor dat de docent een konijn doodt recht voor ons, dit doe je niet meer,
ook al is hij misschien anders opgevoed ⟹ dit is niet te relativeren
› Je moet je ervan bewust zijn dat je je soms gewoon moet aanpassen, of dit volgens jouw
norm is of niet, dit doe je hier volgens deze norm
› Tegelijkertijd: aanpassen is niet wenselijk volgens sommigen
Wat is sociale filosofie? (examenvraag)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liesvoets. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.