Architectuur van het wonen
1
, Wooncultuur
1. Introductie
1. Wat is wonen?
- Volksmond: hebben van een woning
- Van Dale: zijn woning hebben, verblijf houden, gehuisvest zijn of gevestigd
zijn, steeds aanwezig zijn
- Martin Heidegger (duitse filosoof, 1951): tevreden zijn/vrede hebben en
ergens blijven, “Mensen leren wonen" (geen woningnood maar nood aan
leren wonen)
- Paul Oliver (architectuurhistoricus): “Alle huizen zijn woningen, maar alle
woningen zijn nog geen huizen. Wonen is verblijven, in, of aan, of op, of bij
een plek. Wonen is voor sommigen een permanent gebouw, voor anderen
een tijdelijk onderkomen, voor nog anderen is het waar zij wonen, ook al is
er weinig aantoonbaar gebouwd”.
Thuis ≠ huis
Gevoel (sociaal, mentaal) <> constructie (fysiek)
> wel interactie tussen elkaar > afstemmen op noden
Materiële cultuur <> sociologie, antropologie (= studie van mens), enz
Andere manier van onderverdelen:
1. fysiek huis > materiële cultuur (antrop.)
2. gebruik van het huis > handelingen en rituelen (antrop.)
3. mentale huis > betekenisgeving (antrop.), relaties (soc.)
> kunstmatige opsplitsing voor afzonderlijke analyse
Fysieke <> sociale ruimte (maatschappij): 3 denkmodellen/ paradigma's
1. ruimte als neutrale achtergrond > vaak binnen niet- ruimte
gerelateerde disciplines (vb. psychologie, sociologie) = decor,
scène
2. ruimte als instrument > bij ruimtelijke planning (panopticum,
zonering)
vb. Berlijnse muur, panopticum in gevangenis, auditorium
> vanuit het midden meerdere plaatsen
controleren
3. ruimte als podium/STAGE voor
verandering > wisselwerking tussen ruimte en gebruikers !!
2. Toon me je huis en ik zeg wie je bent
Het huis vertelt over de levenswijze van de bewoner, de identiteit, wat ze belangrijk
vinden, hoe ze gepercipieerd willen worden, hoe ze zich verhouden ten opzichte van
de natuur, enz. > vanuit het idee dat mensen hun huis bouwen en inrichtingen
volgens hun persoonlijkheid/smaak
2
, 3. Woonbeleid
Is de Belg geboren met een baksteen in de maag? (= drang hebben om eigen
huis te bouwen) neen, aangespoord door overheid > basis ligt bij de wederopbouw
na WOII
- Katholieken: privé initiatief via subsidies, in landelijke gebieden (electoraal) en
eengezinswoningen (familie = hoeksteen maatschappij) = wet de Taeye, 1948
- Socialisten: nationaal met een centraal planbureau, in stedelijke gebieden
(werkgelegenheid), hoogbouw en sociale huisvesting (armen ondersteunen)
= wet Brunfaut, 1949
> katholiek huisvestingsbeleid domineert: 70% bouwt
(Renaat Braem)
> midden = eigendomsbezit
> onder = sociale woningen
> impliciet woonbeleid = onrechtstreeks
beleid (niet actief woningbouw sturen maar wel burger faciliteren met subsidies)
- De baksteen (eigendomsbezit): gestimuleerd door het beleid (dankzij wet de
Taeye van de CVP)
- Nu geen premies meer, wel belastingvermindering
- Pascal De Decker (woonsocioloog): Matteüseffect (de rijken worden rijker en
de armen worden armer: huurders zijn slechter af door te huren)
- Woonbonus tot dec 2019: rijken konden fiscaal meer inbrengen dan anderen
De fermette = meest geliefde woonvorm
3
, 4. De spelers (niet van buiten kennen)
Verzuiling:
- katholieke zuil (subzuilen: boerenbond, boerinnenbond, markant)
- socialistische zuil (subzuilen: SVV)
- liberale zuil (minder ledensterk, !kapitaal)
= organisatorische gehelen die dienstverlening verschaffen aan een segment van
de populatie gaande van scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen,
jeugdbewegingen, sportclubs, mutualiteiten, vakbond en een politieke partij
(filosofisch of religieus onderbouwd)
> bemiddeling adhv tijdschriften (gericht op vrouwen) en kranten (arbeidersmannen, boeren)
Bond van grote en van jonge gezinnen:
- pluralistisch (=onafhankelijk van een partij)
- bemiddeld voor meer subsidies voor grotere gezinnen/grotere ruimtes
KVLV (= Boerinnenbond) en Boerenbond:
- promoten van het familieleven (tegen socialisme en voor versterking van
het platteland)
- wooncultuur en educatie
- steunen visie van CVP (particulier initiatief, wonen op platteland)
Boerinnenbond > dienst wonen: communiceren over huishoudkunde en
wooncultuur Boerenbond > technische dienst: advies over stallen, machines,
technisch en juridisch advies, ontwerpen van modelwoningen
Christelijke Arbeidersbeweging (KAV = katholieke arbeidsvrouwen en KWB =
katholieke werkliedenbonden):
- privaat initiatief promoten > bij voorkeur rijhuis met tuin
- arbeiders met beperkt inkomen > huren, sociale woningen
- KAV: ideeënwoning = modelwoning (‘60-’70)
Socialistische Vooruitziende vrouwen en Socialistische partij:
- promotie sociale huisvesting
- tijdschrift ‘Stem der Vrouw’ > Jul de Roover (architect)
NHM = Nationale Huisvestingsmaatschappij: professioneel blad “Wonen”
NMKL = Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom: mensen met
beperkt inkomen: rurale sociale koopwoningen (platteland), kleinlandbouw
Tijdschrift Vrouw in Middenstand en Burgerij (winkeliers, notarisvrouwen,
dokters): lessen huishoudkunde en een beetje wooncultuur
Elk eigen visie op wonen: tonen aan hoe de interieurs en
architectuur eruit zouden moeten zien 🡪 scheppen een beeld van
de maatschappij toen
2. De keuken
= symbool van techniek en comfort
4