Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting kwantitatieve onderzoeksmethoden: slides en extra notities €9,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting kwantitatieve onderzoeksmethoden: slides en extra notities

 81 vues  3 achats

slides in een word document en extra nota's toegevoegd (zelfstudie h4 inbegrepen)

Aperçu 4 sur 172  pages

  • 20 juin 2023
  • 172
  • 2022/2023
  • Resume
  • operationalisere
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
hellenleys
KWANTITATIEVE ONDERZOEKSMETHODEN
H3: De kwantitatieve onderzoekscyclus
• Wat is wetenschap?
o Bekende wetenschappers in het begin van de 20ste E
▪ Freud
▪ Einstein

➔ Karl Popper zag dat ze op een verschillende manier aan wetenschap deden

o Freud
▪ Zoekt achterwaarts bewijzen om zijn theorie te doen kloppen
▪ Veilige theorie
▪ Je kan altijd nieuwe verklaringen verzinnen
▪ Alles kan in de theorie worden toegepast
= PSEUDO-WETENSCHAP
o Einstein
▪ Maakt voorwaartse voorspellingen; als zijn theorie klopt dan zien we het in
de toekomst
▪ Riskante theorie
▪ Als je voorspellingen niet kloppen valt de theorie in duigen
= WETENSCHAP
• De wetenschappelijke methode
o Traditioneel (logisch) positivisme
▪ “wetenschappelijk” naar de wereld kijken is observeren zonder vooroordelen
▪ “Inductief” redeneren, “Deductief” hypothesen afleiden
▪ Verifieerbaarheid”… bewijzen zoeken voor theorieën = proberen bevestigen




• Kritiek van Popper (Kritisch Rationalisme)
o Observeren kan niet zonder vooronderstellingen
▪ Interesse van de wetenschapper bepaalt (mee) waar die naar kijkt
▪ Je vertrekt altijd van eerdere kennis
o Waarnemingen kunnen nooit tot een universele wet leiden, inductie is een mythe
▪ “Heel je leven enkel witte zwanen observeren is geen bewijs dat alle zwanen
wit zijn”
o Goede theorie moet “falsifieerbaar” zijn. Niet proberen bewijzen, maar proberen
ontkrachten
o Theorie moet “bekritiseerbaar” zijn vanuit de feiten
o Dominante model in de wetenschap

,1.1 wetenschapsmodellen en de sociale wetenschappen

• 3 grondleggers – 3 modellen
o EMILE DURKHEIM – NATURALISME/POSITIVISME
▪ Sociale wetenschappen naar analogie met natuurlijke wetenschappen
▪ “sociale feiten” ∼ “natuurlijke feiten
- Extern aan het individu
- Wetmatig en dwingend
- Objectief
▪ Observeren en meten (kwantitatief) = “Wat”?
- Rechtstreeks of zoeken naar betrouwbare indicatoren
o MAX WEBER – VERSTEHEND/HERMENEUTISCH
▪ Anti-naturalisme
- Mensen gedragen zich niet als gehoorzame uitvoerders van een
voorspelbaar programma
- Vereist andere onderzoeksmethoden
▪ Betekenis zoeken
- Beweegredenen en intenties die actoren aan hun handelen geven
▪ Antwoord op “waarom”-vragen; kwalitatief
o KARL MARX – MAATSCHAPPIJKRITISCH/EMANCIPATOIR
▪ Wetenschap moet meer doen dan beschrijven, het moet ook dingen
veranderen
- De weg wijzen naar een meer menswaardige maatschappij
▪ Methode: vatten van sociale feiten in hun bredere historische en
sociologische samenhang
▪ Het verklaren van de context waarin dingen gebeuren
▪ Activistisch doel
• 3 stromingen in hedendaags sociologisch onderzoek
o Post-Positivisme
▪ Oorsprong in het positivisme:
▪ Er is een objectieve waarheid buiten het individu
▪ Valt te kennen door zintuiglijke observatie en universele wetten
▪ “naïef” realisme
▪ Er is een objectieve waarheid buiten het individu
▪ Waarvan delen met een bepaalde waarschijnlijkheid te kennen zijn
▪ “kritisch” realisme
▪ Karl Popper: falsificationisme
▪ no complete verification is possible, only a process of gradual increasing
confirmation” (Carnap, 1936)
= nooit dingen bewijzen alleen dingen proberen ontkrachten en als dit niet
lukt deste zeker we kunnen zijn van ons stuk
▪ Hypotheses toetsen leidt niet tot absolute zekerheid, maar elke test
verhoogt het gevoel van plausibiliteit bij een theore
▪ Dominante stroming vandaag
o Interpretatief paradigma (constructivisme)
▪ Kritiek op post-positivisme (in de sociale wetenschappen!)
▪ Gaat ervanuit dat de kennis van respondenten identiek is aan die van
onderzoekers

, = Te “normatief”, niet iedereen volgt dezelfde sociale regels op dezelfde
manier
▪ Vertrekt vanuit het symbolisch interactionisme van Blumer (1969)
- Mensen reageren op zaken op basis van de betekenis die deze zaken voor
hen hebben
- Betekenis wordt gevormd in sociale interactie
- Betekenissen worden gebruikt en gewijzigd in de sociale interactie door
middel van een interpretatief proces
▪ Sociale, culturele of historische conventies structureren onze perceptie en
kennis
▪ Alle kennis is “geïnterpreteerde kennis”
▪ Wetenschappers kunnen de wereld enkel kennen via de interpretaties van
mensen
▪ “Strictly speaking, there are no such things as facts pure and simple. All facts
are from the outset selected from a universal context by the activities of our
mind”. (Schutz, 1962)
▪ Geen “objectieve” realiteit
▪ Wordt vorm en betekenis gegeven door mensen
▪ Voortdurend in verandering / replicatie
o Kritische theorie
▪ Bouwt voort op Marx, maar is verwerpt het orthodox economisch Marxisme
= de sociale werkelijkheid valt te verklaren door het toe-eigenen van de
productiemogelijkheden door een kleine elite klasse en de onderdrukking
van het proletariaat
▪ Mix kwantitatief en kwalitatief onderzoek
▪ Bestudeert de verhouding tussen cultuur en “kapitalisme”
▪ Breder: machtsverhoudingen en onderdrukking
▪ “kapitaal” ook als “sociaal kapitaal”
▪ Kritische analyse van:
- Media
- Massamedia
- Structuren




= als genoeg mensen ermee akkoord gaan
dan is men het eens over een uitspraak

, 1.2. de rol van theorie in kwantitatief onderzoek

• Wat is een goede theorie?
o Een logisch geheel van concepten die op een gestructureerde manier samenhangen
o Empirisch toetsbaar - falsifieerbaar
o Algemeen zijn en het particuliere overstijgen
o (en waarmee je voorspellingen kan doen)
o Omkering van empiricisme:
▪ Theorie kan alleen maar voortkomen uit observaties en ervaringen
o Concepten
▪ Bouwstenen van de theorie
▪ Definities van fenomenen die we bestuderen
o Hypothese
▪ Een assumptie die we formuleren om dingen te kunnen bestuderen en we
gebruiken het om een theorie empirisch te toetsen, vaak geformuleerd als
een alsdan uitspraak
▪ Eigenschappen
- Komt voort uit literatuur/theorie
- Is een (deel)antwoord op de onderzoeksvraag
- Moet empirisch toetsbaar zijn
- Moet toetsbaar geformuleerd worden
- Bevat directionaliteit (bv. een grotere “X” leidt tot een lagere “Y”)
- Worden vaak in groep geformuleerd en genummerd (H1, H2a, H2b, H3)
▪ (woordelijke) vorm van hypothesen
- Kort: Variabele X hangt samen met variabele Y
- Lang: Verschillende kenmerken van X zijn gerelateerd aan kenmerken van Y




o Algemeen zijn
▪ Verder gaan dan dagdagelijkse kennis
▪ Voorspellende kracht
▪ MAAR: gradaties in theorie
▪ Gradatie: “HOE theoretisch iets is”
- Gradaties (Denzin)
a) Ad hoc Classificatiesysteem
= Groeperen in losse klassen
b) Taxonomie
= Samenhangende ordening
c) Conceptuele schema’s
= Samenhangend schema van de werkelijkheid
d) Theoretisch systeem

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hellenleys. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter