Criminaliteit en samenleving
2022-2023
1 Hoofdstuk 1: criminaliteit als maatschappelijk
vraagstuk
1.1 Twee belangrijke denkbeelden
1.1.1 Het afwijkende individu/ “het monster”
Deviantie is het afwijken van de norm, de minderheid is het afwijkende
Andrej Romanovitsj Tsjikatilo (“de slager van Rostov”)
→ seriemoordenaar met min. 50 slachtoffers. Het werd stilgezwegen door de Sovjet-
Unie, zo heeft hij lang kunnen ontsnappen aan justitie. Werd opgepakt op heterdaad
maar door een fout in de bloedanalyse werd hij snel vrijgelaten.
→ tijdens proces beeld van afwijkend monster gespeeld
o Ted Bundy
→ beantwoord totaal niet tot beeld van een afwijkende individu, het was omgekeerd.
Het werd een geromantiseerd verhaal. Door de media werd zo een beeld gecreëerd rond
hem, het heeft een invloed op de manier waarop we gaan kijken naar de feiten.
o Jeffrey Dahmer
→ veel kritiek gekomen op justitie en politie, ze hadden veel sneller moeten ingrijpen. De
buren hadden al vaak geklaagd over geluiden maar ze hebben nooit iets gedaan. Ook
waren de SLA mensen uit een minderheid waardoor dit voor de politie geen prioriteit
was.
→ de daden liggen zo ver buiten de norm dat ze zo onbevattelijk zijn.
o Richard Ramirez (“the night stalker”)
→ sterke link tussen de moorden en satanisme waardoor hij ook gezien werd al iemand
buiten onze sml. Maar niet enkel dat, hij had ook kwade in zich
>< Bundy
o Hitler “Het misleidende kwaad”
→ hij kwaadaardig om de sml te misleiden tot gruwelijke daden. Idee dat de goede sml
misleid wordt door monsterlijke individuen. Door de individuen te elimineren wordt onze
sml weer goed
→ “staat buiten de samenleving” “is abnormaal” “niet zoals wij”. Expertise richt zich op de
eigenschappen/ kenmerken en op wat een individu “anders” maakt (bio en psychologisch). Populaire
visie in de maatschappelijke beeldvorming op criminaliteit.
1.1.2 Rationele individu
Deze heeft beleidsmatig veel invloed
Pagina 1 van 35
,Gary Becker: criminaliteit is een afweging maken, een kosten-baten keuze maken.
Criminaliteit is normaal, het is een rationele keuze. Het moet begrepen worden in functie van
gedragsmogelijkheden en gedragsbeperkingen.
Vb. jongeren plegen meer crimi omdat ze minder te verliezen hebben dan volwassenen.
Vb. minder inbraken in woningen met alarmsysteem
1.1.3 Belangrijke beleidstheorie
10 principes waarmee rekening gehouden moet worden bij beleid als je ervan uitgaat dat de daders
afwegingen maken. Focus op verhogen kosten en reduceren opportuniteit.
1. Gelegenheid speelt een rol bij het veroorzaken van crimi. Opportuniteit is van belang om te
kunne plegen, door deze te doen dalen kan crimi beperkt worden
2. Gelegenheden tot crimi zijn zeer specifiek. Belangrijk om specifieke crimi te begrijpen
3. Gelegenheden kennen concentraties in tijd en ruimte
→ vb. in de zomer zal er aan de kust meer pickpocket
4. Gelegenheden worden bepaald door alledaagse activiteiten
→ vb. de verplaatsing naar het werk
5. Crimi gebeurtenis creëert gelegenheden voor andere crimi activiteiten
→ vb. geld uit drugshandel wordt nadien gebruikt voor wapen aankoop
→ niet enkel opportuniteit maar ook aanleiding
6. Bepaalde producten bieden betere mogelijkheden
7. Sociale en technologische veranderingen veroorzaken nieuwe mogelijkheden
8. Crimi bestrijden door gelegenheid beperkende maatregelen, hier wordt de
verantwoordelijkheid vaak geplaatst op de potentiële slachtoffers
9. Die maatregelen leiden niet noodzakelijk tot een verplaatsing van het probleem
10. Gerichte maatregelen kunnen nog meer crimi reduceren
1.2 Waarom kunnen we criminaliteit niet reduceren tot de
handelingen van (afwijkende) individuen?
De twee bovenstaande denkbeelden zijn niet genoeg
1.2.1 David Émile Durkheim 1858 – 1917
Criminaliteit maakt intrinsiek deel uit van de samenleving
1.2.1.1 Criminaliteit als schending van een morele code
Crimi is een inbreuk op collectieve gevoelens. Misdaad is niet onveranderlijk, het is een afspiegeling
van maatschappelijke conventies die in tijd en plaats variëren. Het is dus een breuk van de
“conscience collective”.
Garland: crimi schokt het gezoend geweten, dit veroorzaakt gevoelens
1.2.1.2 Criminaliteit is normaal in een samenleving
Alle maatschappijen hebben ermee te maken, het kan wel in een andere vorm zijn of een andere
betekenis maar overal bestaat er crimi. Daarom is crimi normaal elke sml heeft het, crimi maakt deel
uit van de sml.
Crimi is niet enkel onvermijdelijk en destructief voor de samenleving, het heeft ook een sociale
functie. Het wordt niet goedgekeurd maar het speelt wel een rol. Het veroorzaakt bepaalde evoluties
Pagina 2 van 35
,1.2.1.3 Criminaliteit heeft een functie in de samenleving
o Adaptatie: zet opvattingen onder druk en speelt een rol in maatschappelijke transformaties.
Zorgt voor discussie en debat, spreekt een diepliggend debat aan vb. witte mars, de Pauw
o Bewaken van grenzen: versterkt sociale normen en waarden, zet aan tot collectieve actie en
het herbevestigt het verschil tussen ‘goed’ en ‘kwaad’
1.2.1.4 Criminaliteit leert ons iets over de aard van de samenleving
“Een actie schokt het collectief geweten niet omdat ze crimineel is, ze is crimineel omdat ze het
collectief geweten schokt”. Wij veroordelen de crimineel door onze waarden, normen en
overtuigingen.
1.2.1.5 Criminaliteit als maatschappelijk fenomeen
Durkheim toont aan dat zelfmoor geen individuele handeling is maar een maatschappelijk
fenomeen. Cijfers zijn hoger in tijden van crisis, komt vaker voor in protestantse landen dan in
katholiek, het komt ook vaker voor bij vrijgezellen.
= als we fenomenen willen begrijpen en beleid rond voeren, zal het individualiseren van zulke zaken
weinig helpen.
1.2.1.6 Criminaliteit als maatschappelijk verandering
De mens heeft individuele verlangens, deze moeten van buitenaf gereguleerd worden (normen).
Wanneer deze niet langer gereguleerd worden krijgt men anomie, een staat van normconflict. Dit
ontstaat in een periode van snelle maatschappelijke transformaties vb. economische depressie
1.2.1.7 Belangrijke inzichten van het werk van Durkheim- Smith
Deviantie is voor een deel het product van zwakke morele integratie en een slechte sociale
regulering
Maakt deel uit van de sml, heet een sociale functie en toont tendensen of patronen
Definities en percepties ervan zijn cross-cultural variabel
Ingrijpende sociale veranderingen -> anomie -> toename crimi
Wet weerspiegelt de culturele waarden van een sml = consience collective
Het heeft een betekenis, lokt emotionele reacties, wordt gezien als een schending van een
morele code
Straf heeft een rituele en expressieve dimensie
1.3 De holocaust als product van de moderniteit – Bauman
“Voor monsterlijke daden heb je een monster nodig”
De holocaust heeft plaats kunnen vinden door een moderne rationele samenleving
gekenmerkt door rationele bureaucratie. Hitler was niet de enige die dit mogelijk heeft
gemaakt, iedereen was hier deelachtig -> zeer controversieel
Hij beschrijft de destructieve kant van het ‘beschavingsproces’ van de moderniteit. De
vernietiging van de Joden was een direct product van de moderniteit, niet van een normen
regressie. Door de functionele arbeidsverdeling en de instrumentele rationaliteit die de
bureaucratische bestuurswijze kenmerken, wordt er een ruimtelijke en morele afstand
gecreëerd tussen degene die de beslissingen nemen en degene die ze uitvoeren. Door die
afstand voelde niemand zich verantwoordelijk
Basisstelling: holocaust was voor hem geen abnormaal gegeven.
Pagina 3 van 35
, 1.4 Hoe is sociale orde mogelijk?
1.4.1 Talcott Parsons (1902-1979)
1.4.1.1 Achtergrond
1.4.1.2 Kerninzichten
Sociale orde komt tot stand door algemeen geldende normen, waarden en overtuigingen. Mensen
internaliseren een collectief bewustzijn om een evenwicht te hebben tussen sociale behoeftes en
verlangens. Mensen maken keuzes maar deze zijn beïnvloed door gedeelde waarden en normen.
= sociaal handelen wordt ingeperkt door maatschappelijke normen en waarden.
1.4.1.3 Normen en waarden
Waarden: opvattingen over wat wenselijk is. Zaken die we willen nastreven, het zijn onze idealen.
Normen: gedragsregels, richtlijnen die een passend gedrag suggereren.
Prescriptief: vertellen wat we moeten doen
Verbiedend: wat we niet zouden moeten doen
Conformiteit is het zich houden aan de normen >< deviantie
Verbonden aan vormen van sociale controle, bij schending komt er reactie
4 soorten normen
1. gebruiken: alledaagse gedragsregels -> het meeste mee geconfronteerd, zonder erbij na te
denken
2. zeden: sterk morele connotatie, worden als essentieel beschouwd (liegen, bedriegen,
stelen…). Kunnen vastgelegd zijn in wetten of informeel zijn
3. wetten: formele normen
4. taboes: het plegen ervan wordt ondenkbaar geacht (incest en kannibalisme) weinig
regulering door het feit dat het niet openlijk bespreekbaar is.
W & N zijn cruciaal om menselijk gedrag te begrijpen. Je kan de keuzes van mensen niet reduceren
tot kosten- batenanalyse.
Tolerantie: afhankelijk van persoon en context is er min of meer tolerantie voor de overtreding. Er is
een tolerantiegrens voor de interpretatie en reactie op de afwijking.
Belang van cultuur, tijd, plaats en situatie: gedragsregels en tolerantie zijn afhankelijk van deze
zaken. Cultuur is een soort ‘consience collective’, een geheel van W&N d we hanteren.
Crimi is een momentaan event maar kan nooit als een momentaan event begrepen worden: het kan
niet los gezien worden van waarden en normen. Zaken moeten begrepen worden door
traditie/achtergrond/ context.
1.5 Mensen interageren met elkaar
Je kan niet in termen van individu analyseren omdat mensen met elkaar interageren
1.5.1 George Herbert Mead (1863-1931)
1.5.1.1 Achtergrond
1.5.1.2 Kerninzichten
Mensen communiceren met elkaar, ze reageren op elkaar; betekenis ontstaat in de interactie tussen
mensen.
Pagina 4 van 35