Samenvatting dier: welzijn, recht
en ethiek 2023
Les 1: inleiding tot dierenwelzijn
Wat is een dier?
1. Multicellulair ( bacterieën)
2. Geen celwanden (wel membranen)
3. Heterotroof & interne voedselvertering
4. Kunnen zicht voortbewegen
In deze lessen zal gekeken worden naar niet-menselijke dieren
Chordata zijn dieren met een chorda of zenuwstreng over de rug
Darwin
o Bestaan van fenotypische variatie in het dierenrijk (genen)
o Evolutie door natuurlijke selectie: dieren die het meest aangepast zijn aan hun
omgeving hebben meeste kans om hun genen door te geven aan de
nakomelingen
o Overerving van doelmatige/functionele egenschappen
Dieren komen veel voor in de media
Hoe we naar dieren kijken en ermee omgaan varieert in de tijd!
o Vroeger: kat als godin
o Dan katten als ongedierte bestrijders
o Zwarte katten verkettert
o Kat als lid van het gezin! Wordt soms antropomorf behandeld…
… en in ruimte!
o In India nooit katten binnen
o In Zuid-China worden katten gefokt om te eten (vooral oude generaties doen dit)
Geschiedenis van dierenwelzijn
o 19-20e eeuw (tot 1960)
> Toename kennis biologisch functioneren dieren & mensen! (dissecties)
> “Fear of science” kennis drong niet door tot politiek, industrie… wel al
domeinen zoals neurologie en ethiologie
> 1872: Darwin; hoe zijn emoties ontstaan doorheen de evolutie?
> 1883: G.J. Romanes was meer bezig met subjectieve ervaringen (pijn werd
vermeden en plezier werd opgezocht)
o 1964: Ruth Harrison kaart het leven van dieren in de intensieve veeteelt aan met
het boek “animal machines”
o 1965: er wordt gesproken over gevoelens maar welzijn werd eerder gelinkt aan
stress respons (veel stress is slecht welzijn, geen stress is goed welzijn)
,o 1976: D. Griffin: begin van literatuur rond “sentience” of het voelend zijn van
dieren
o Jaren ’80: twee stromingen!
> Biological functioning school (Don Broom)
The welfare of an individual is its state as regards its attempts to
cope with its environment
Belang van afwezigheid van stress respons
Dier kan ‘copen’ (controleren lichamelijke en mentale stabiliteit)
Dier kan voorzien in biologische behoeften
Emotionele toestand is een deel van het welzijn, maar niet het
geheel
Behoefte = vereiste die deel is van de basisbiologie van een dier
om een bepaalde hulpbron te bekomen of om te reageren op een
bepaalde omgeving of lichamelijke prikkel
Voedingstekort en vochttekort hebben, predator vermijden, ziek
zijn, gestresseerd zijn, gewond zijn
> Feelings school (Duncan & Petherick)
The welfare of an individual is all to do with feelings
Essentie van welzijn = gevolens van het dier
Afwezigeheid van suffering (negatieve emotionele toestand)
Aanwezigheid van pleasure (positieve emotionele toestand)
Bij gedomesticeerde soorten kunnen biologische behoeften
vervuld zijn terwijl welzijn toch verminderd is
Gevoel = emotie, subjectieve ervaring (wel meetbaar)
Honger, dorst, schrik, stress en pijn ervaren enz ich ziek voelen
> Er is een verband tussen behoeftes en emoties!
Behoeften zijn het resultaat van een aanpassing aan de omgeving
doorheen de evolutie
Emoties zijn eveneens het resultaat van evolutie! Om te zorgen dat
aan behoeftes voldaan is
Als aan een behoefte niet voldaan is, gaat dit vaak gepaard met
een onaangename subjectieve ervaring (en omgekeerd)
> Korte termijnsbehoefte: respons/ gedrag levert iets op op korte termijn
(dorstig zijn)
> Lange termijn: herhaaldelijk doen zorgt voor effect (geen directe gevolgen)
bvb trekvogels of verzorgingsgedrag (goede band in kudde)
> Positief/negatief feesback systeem
>
, o Jaren ’90: derde stroming (Fraser)
> Drie types ethische bezwaren over de levenskwaliteit bij dieren
1. Animals should live natural lives (gaat over gedrag en niet over
omgeving! Maar voor chiwawa bvb moeilijk om te zeggen wat dat dan
is… Ook niet alle natuurlij kgedrag is wenselijk bv. agressie,
ontsnappingsgedrag focus op gedrag met hoge interne motivatie
bv. nestgedrag, zuigen van kalveren)
2. Animals should feel well by being free from prolonged and intense
fear, pain and other negative states, experiencing normal pleasures
3. Animals should function well, in the sense of satisfactory health,
growth and normal functioning of physical and behavioral systems
o Overlap tussen de visies van de 3 scholen!
> Dierenwelzijn gaat over het dier zelf
> Heeft betrekking op de situatie van het dier, hoe het dier met een situatie
omgaat vanuit zijn natuurliijke behoeften en hoe het dier dit ervaart
> Bijgevolg worden negatieve (lange termijn) ervaringen vermdeden en
positieve ervaringen bevorderd
Welfare = Europees, Wellbeing = Amerikaans
Gedragswetenschap: jonge discipline die allerlei andere disciplines combineert
o Drie vragen centraal
1. Hoe kan wetenschap gebruikt worden om dierenwelzijn in praktijk
te brengen
2. Hoe kunnen we goed en slecht dierenwelzijn evolueren
3. Zijn dieren bewust, voelend?
Hoe kan wetenschap gebruikt worden om dierenwelzijn in de praktijk te verbeteren?
o Aanleveren van data voor beleidsmakers + informeren van publiek
o Brambell comittee + rapport n.a.v. boek animal machines ontstaan van een
anders denken over dierenwelzijn (voorloper 5 vrijheden)
o
o Toch wat verwarring/kritiek: kan de ene voor de andere vrijheid
compenseren? Wat is normaal gedrag? Is stress niet nodig voor overleving?
o Sinds 1994: Five domains model (Mellor)
, o
Sinds 2004 ook gesproken over impact van mens op dier!
Ethiek en recht = onze visie over hoe wij als mensen willen en moeten omgaan met
dieren. Basis hiervoor is onze kennis over dieren en hun welzijn… we moeten onze
menselijke bril kunnen afzetten om te kijken wat voor dier belangrijk is en niet over
wat wij belangrijk vinden
Kunnen we dierenwelzijn meten? Mogelijk maar een uitdaging!
o Kan enkel indirect gemeten worden!!
o
o Belang van affect! Gevoelens, wat in een dier gebeurt… Is combi van gedrag
en biologisch functioneren
o Biologisch functioneren bvb
Ziekte, verwonding, hormonen, neurotransmitters, hartslag,
bloeddruk, temperatuur, huid en pluimn conditie
Overlapt niet 100% met affect want dunne ezel kan zich goed voelen