Bi - H21 – Afweer
21.1 GEEN INDRINGER
Barrières aan de buitenkant (Binas 80B, 87A)
- Mechanische afweer: (mens/dier) fysieke barrière tegen ziekteverwekkers en gevaarlijke stoffen.
- 1e linie van afweer -> mechanische afweer -> huid, trilharen, epitheelcellen, pH, slijmlaag.
- Chemische afweer: afweer d.m.v. het maken van stoffen waardoor bacteriën doodgaan.
- Dekweefsel: laag weefsel van nauw aaneengesloten cellen,
- Beschermt inwendige milieu tegen invloeden van uitwendig milieu.
- Opperhuid: dekweefsel van de huid, geen bloedvaten, voedingsstoffen via weefselvloeistof.
- Hoornlaag: buitenste laag opperhuid; dode verdroogde cellen.
- Huidbacteriën kunnen bij wondje binnendringen en ontstekingen veroorzaken.
- Basale cellenlaag/kiemlaag: laag cellen waaruit opperhuid aangroeit, bestaat vrijwel alleen uit
stamcellen die voortdurend delen.
- Lederhuid: laag bindweefsel onder opperhuid; bevat veel zintuigjes en elastisch weefsel.
- Onderhuids vetweefsel: onderste laag bindweefsel van de huid, werkt als warmte-isolatie.
Bescherming tegen zonlicht (Binas 87A)
- Melanocyt: pigmentvormende cel met lang uitlopers in basale cellenlaag van opperhuid.
- Melanine: pigment in de huid, gemaakt door melanocyten, dat DNA in huidcellen beschermt tegen
uv-straling in zonlicht door op te hopen om kernen van naburige cellen.
- Geen melanine - > verhoogd kans op huidkanker.
Vochtbarrières (Binas 84J2)
- Slijmvlies: dekweefsel met slijmbekercellen aan binnenzijde van organen zoals longen en darmen.
Scheiden slijm af met bacteriedodende stoffen.
- Biochemische barrière van maag, PH 1-3 overleven meeste bacteriën niet.
- Ook bovenste ooglid bevat slijmbekercellen, dankzij bacteriedodende werking van lysozym
beschermt traanvocht ogen tegen ziekteverwekkers.
Huid (powerpoint)
- Functies:
- Voorkomen uitdroging
- Regelt vochthuishouding; voorkomt dat te veel vocht verdampt.
- Osmotische waarde constant houden; te hoog/laag -> uitdroging/vocht vasthouden
- Behouden temperatuur
- Warmte en koude zintuigen -> temperatuurcentrum in hypothalamus.
- Bloed in bloedvaten zorgt voor constante temperatuur:
- Vernauwen -> warmte vasthouden -> huid ‘sluit’ zich -> kippenvel
- Verwijden -> warmte afgeven -> zweetproductie omhoog
- Buitenhouden ziekteverwekkers (bacteriën, schimmels, parasieten).
21.2 NIET SPECIFIEKE WEERSTAND
Omringd door eencellige organismen (Binas 78,79A, 92A)
- Bacteriën hebben een cirkelvormig chromosoom (DNA) en plasmiden in grondplasma.
- Bacteriën worden ingedeeld op basis van hun:
- Leefomgeving (aeroob of anaeroob)
- Voedselherkomst (heterotroof of autotroof)
- Celvorm (bijv bolletjes of staafjes)
- Celwandverschillen (reactie op kleurstoffen)
- Microbioom: alle bacteriën in en op je lichaam.
, Bacteriën en andere eencellige als ziekteverwekkers (79A)
- Bacteriën kunnen schadelijk zijn, ziektes veroorzaken of giftige stoffen maken.
- Eukaryoten kunnen ook ziekteverwekkers zijn. (malariamug)
DNA- en RNA-virussen (Binas 77)
- Virus: ziekmakend deeltje dat bestaat uit DNA of RNA, omgeven door een eiwitkapsel (capside).
- Virusenvelop: membraan om eiwitkapsel bij sommige virussen, bevat eiwitten afkomstig van
gastheer en virus.
- Eiwitten van virussen hechten aan receptormoleculen op celmembraan gastheercel.
- Membraan wordt gepasseerd of virus gaat via endocytose de gastheercel in.
- Na vrijkomen integreert DNA van DNA-virus m.b.v. virale enzym integrase in DNA in kern.
- Bij RNA-virus brengt virus ook enzym reverse transcriptase mee, zij vertaalt RNA naar enkelstrengs
DNA, waaruit dubbelstrengs DNA ontstaat m.b.v. een DNA-polymerase van gastheercel.
- Geen foutloos proces waardoor RNA-virussen snel muteren.
- Integrase integreert dubbelstrengs virale DNA in DNA van gastheercel.
- Na transcriptie en translatie ontstaan nieuwe virusdeeltjes.
Lichaamseigen en lichaamsvreemd (Binas 84J3)
- Wanneer ziekteverwekker toch huid of slijmvliezen passeert treedt in bloed tweede
verdedigingslinie in actie: niet-specifieke afweer (algemene afweer) opruimsysteem van bepaalde
typen witte bloedcellen en bloedeiwitten, dat lichaamsvreemde deeltjes onschadelijk maakt.
- Afweersysteem maakt onderscheid tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd.
- Alle lichaamscellen zetten moleculen (vaak afbraakproducten van oude eiwitten van cel zelf) aan
buitenkant van celmembraan: antigenen: molecuul dat afweersysteem kan activeren.
- M.b.v. MHC-I-moleculen worden antigenen aan celmembraan bevestigd, eiwitmolecuul in
lichaamscellen die niet tot afweersysteem behoort.
- Op vreemde antigenen volgt reactie.
- Iedereen zijn combinatie aan MHC-I-moleculen is uniek.
Reageren op je lichaamsvreemde eiwitten
- Cel besmet met virus, maakt eigen en viruseiwitten -> cel breekt deel van viruseiwitten af en zet
deze m.b.v. MHC-I-moleculen als antigeen op het celmembraan: cel herkenbaar als geïnfecteerd.
- Bacteriën en andere lichaamsvreemde stoffen die lichaam binnendringen worden herkend als
lichaamsvreemd door hun eiwitten, afweersysteem reageert op lichaamsvreemde antigenen.
Bloedeiwitten (Binas 84J4)
- Complementensysteem: verschillende typen bloedeiwitten die vreemde of geïnfecteerde cellen
opruimen. Bij contact tussen complementeiwitten met ziekteverwekker start cascade aan
chemische omzettingen. Dit leidt tot drie mogelijke reacties:
- Complementeiwitten stimuleren productie van signaalstoffen cytokinen; hechten aan cellen van
dichtstbijzijnde bloedvatwand en markeren zo plaats van infectie.
- Ontspannende werking op spiercellen rond slagadertjes in buurt; extra bloed op plaats van
infectie en ruimte tussen epitheelcellen van haarvaten neemt toe. ->
- Macrofagen kunnen makkelijker bij infectie komen: type witte bloedcel die wat niet in lichaam
thuishoort opruimt door fagocytose. In verteringsblaasje breken macrofagen het deeltje af.
- Complementeiwitten vormen laagje eiwitten, dat bindt aan oppervlak van ziekteverwekker:
opsonisatie. Ziekteverwekkers blijven aan elkaar kleven/worden bij elkaar gebonden en worden
makkelijker gevonden door macrofagen.
- Lysis: barsten van cel na perforatie van celmembraan door complementeneiwitten, waardoor cel
doodgaat.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yansnoek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,86. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.