ORIËNTATIE OP DE WERELD: TIJD
H1: basiskennis tijd
1. Historische geletterdheid
=> kapstokken van onze Westerse geschiedenis
Historisch burgerschap draagt bij tot de lerende als toekomstige burger door in te zetten op een duurzame historische
geletterdheid die zowel leerkracht als leerling dient klaar te stomen voor mondiaal burgerschap.
1.1 Wat is geschiedenis ?
Wat is geschiedenis?
Def: een studiegebied dat een reconstructie van het verleden van de mens opstelt. Het is geen exacte wetenschap.
Periode: 4000 -3500 v.o.t. -> heden
Waarom een reconstructie?
1. Niet alle feiten worden een bron.
2. Niet alle bronnen 'bereiken' de historicus.
3. De historicus kiest op basis van zijn voorkennis en interesses de bronnen waar hij mee wilt werken.
4. Komt et "verhaal" dat de historicus schreef overeen met wat er "echt gebeurd" is?
=> we moeten kritisch zijn tegenover alle soorten bronnen en nagaan of ze objectief, dan wel subjectief zijn, wie ze
gemaakt heeft en wanneer dat gebeurd is, of deze met kennis van zaken die bron maakte of ze eerder toevallig ontstond
…
'het begrip tijd is moeilijk vatbaar en abstract'
Tijdlijn Westerse geschiedenis
Reconstructie van het verleden van de mens
3 samenlevingsvormen
, Jager-voedselverzamelaar -> NOMADISCH
Landbouwsamenleving -> SEDENTAIR
Industriële samenleving (+ digitale tijdperk waarin wij leven)
1.2 Historisch en chronologisch kader
Dit historisch, chronologisch, kader biedt een ondersteuning richting dat doel. Het onderdeel ‘de historische
periodisering’ behoort tot de basiskennis van dit vak en moet zelfstandig verwerkt worden.
Deze periodisering is arbitrair en eurocentrisch, doch aanvaard in de leerplannen van het basisonderwijs. Alle periodes
worden besproken met het oog op kennisname van alle begrippen en essentiële kenmerken van in de leerplannen.
1.2.1 De historische periodisering
Hieronder volgt een selectie van de westerse geschiedenis. Ik maak gebruik van de terminologie (v.o.t. en n.o.t.), wat
respectievelijk ‘voor onze tijdrekening’ en ‘na onze tijdrekening’ betekent.
Deze begrippen zijn minder normatief dan Voor en na Christus.
Het gaat echter over dezelfde tijdrekening, en heeft sowieso een christelijke en westerse achtergrond en betekenislaag. In
het lager onderwijs wordt deze nog steeds niet vaak gebruikt !
v.o.t. / v.C. = voor onze tijdsrekening / voor Christus
n.o.t. /n.C. = na onze tijdsrekening / na Christus
1.2.2. De indeling volgens het OVSG
Prehistorie/oudheid tot na ca. 500 n.C.
Middeleeuwen vanaf ca. 500 n.C. tot ca. 1500
Nieuwe tijden vanaf ca 1500 tot onze tijd, helft van de 20e eeuw
Onze tijd vanaf de generatie van de grootouders vanaf de jaren 1945
1.2.3. De indeling volgens het GO
Prehistorie van ? tot de uitvinding van het geschrift ongeveer 3800 jaar geleden
Oudheid van 3800 v.C. - tot ong. 500 n.C. - val Romeinse Rijk (467)
Middeleeuwen van 500 n.C. - tot ong. 1500 n.C. - ontdekking Amerika
Nieuwe tijden van 1500 n.C.- tot einde WO II
Onze tijd vanaf het einde van WO II - 1945 - tot huidig jaar
1.3 De prehistorie (… - 3e millennium v.o.t.)
De periode voor de geschreven bronnen en het langzame wordingsproces van de homo sapiens.
De ongelijktijdige overgang van nomadische op sedentaire levenswijze.
Belangrijkste regio's: Afrika, Europa, Wereld
Tijdsgebonden concepten:
o Silex
o Nomaden (zwerver)
o Sedentair
Vele verschillende menssoorten over de aarde.
Austalopitheken = de roots van de moderne en prehistorische mensen worden gevonden in Oost-Afrika met de
evolutionaire aftakking van een vroeger apengeslacht.
-> moest zich aanpassen : ging rechtop lopen
Dit had heel wat implicaties: de handen kwamen vrij, de hersenen konden groeien en men kon gereedschappen
ontwikkelen en gebruiken.
Over hoe de homo sapiens de enige menssoort is geworden, zijn verschillende theorieën:
Resultaat van kruisingen tussen verschillende menssoorten (o.a. Neanderthalers en Sapiens)
Vervangingstheorie -> Sapiens werd door verschillen, wederzijdse afschuw en genocide, de enige menssoort.
Homo Sapiens is naar alle waarschijnlijkheid de oorzaak van het verdwijnen/uitsterven van andere menssoorten.
Vermoedelijk omwille van concurrentie om voedselbronnen dat tot geweld en genocide heeft geleid.
=> Cognitieve revolutie
, 1.4 De Neolithische- of landbouwrevolutie
De eerste mensen waren voedselverzamelaars en jagers. -> nomadische levenswijze
Rondtrekken om een voedselpakket samen te stellen, bestaande uit:
Planten, vruchten, bessen, zaden, noten, wortels en knollen
Insecten, larven, wormen, eieren, jonge vogels en verzwakte dieren
In de IJstijd werd de jacht belangrijker -> minder voedzame plantengroei
Om te overleven was de mens genoodzaakt om over te schakelen op vlees en vissoorten. -> dieren vangen = organiseren
De Neolithische - agrarische of landbouwrevolutie vond plaats op verschillende plaatsen in een overgangsfase van enkele
duizenden jaren, tussen ongeveer 9500 en 8500 v.o.t.
Door de stijging van temperatuur was er een groei aan bepaalde tembare, platen - en diersoorten. -> vestiging van
nomaden.
Nomadenbestaan werd opgeheven, ze werden sedentair -> zorgde voor een omwenteling in de geschiedenis!
Arbeidsspecialisatie = het samenleven diende te worden gereglementeerd en de taken werden verdeeld.
Voordelen voor de mens:
Soms meer voedsel verwerven
Nieuwe werktuigen (sikkel, ploeg, hakmes …)
Meer duurzame materialen vervaardigen
Vanaf 5500 v.o.t. werd in onze streken aan landbouw gedaan.
1.4.1 De eerste beschavingen in het Oude Nabije Oosten (3e -> 1e millennium v.o.t.)
Nabije Oosten (3e ->c1e millennium v.o.t.)
Irrigatielandbouw en overgang van de eerste steden naar rijken.
Belangrijkste regio's: Azië, Afrika, Europa
Tijdsgebonden concepten:
Landbouw, irrigatie
Koper en brons
Tin en koper
De vruchtbare sikkel = een uitgestrekt gebied van Mesopotamië, met de Tigris en de Eufraat, via Syrië en Palestina in
Egypte waar voldoende water is, vruchtbare bodem en een mild klimaat.
Irrigatie = boeren maakten gebruik van rivierwater om het land te bevloeien
Meer en meer mensen konden een ambacht uitoefenen
Spoedig werd tussen Mesopotamië en Egypte via de Syrisch-Palestijnse gang, op grote schaal handel gedreven.
-> ontstaan van eerste grote beschavingen.
, Soemeriërs -> hun handelsactiviteiten leidden hen tot de uitvinding van het schrift
Schrift: revolutionaire techniek die er voortaan voor zorgde dat alle belangrijke,
vergaarde kennis beter dan voorheen werd bewaard voor het nageslacht
§1e instantie -> schrift voornamelijk ontwikkeld en gebruikt voor economische transacties
·2e millennium v.o.t -> Stedelijke samenleving verspreidde zich verder in de mediterrane wereld
Wetten werden opgeschreven
Meetkunde en rekenkunde gingen erop vooruit
Feniciërs bedachten eenvoudig alfabet dat zich verspreidde
1.5 De Klassieke Oudheid (8e eeuw v.o.t. - 5e eeuw n.o.t.)
De vorming en de evolutie van stadsstaten in de Middellandse Zee wereld.
Vorming en organisatie van rijken in de Middellandse Zee wereld.
Belangrijke regio's: Azië, Afrika, Europa
Scharnierjaartal: 476 n.C.
Tijdsgebonden concepten:
Landbouw, handel, kolonisatie
Ijzer
Verschillende stadstaten, democratie, dictatuur
Burgers, vreemdelingen, slaven
Landbouw, handel, imperium, slaven economie
Koninkrijk, republiek, keizerrijk
Godsdienst, veelgodendom, monotheïsme, romanisering