1
Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van politie
JURIDISCHE EN GEDRAGSWETENSCHAPPELIJKE ASPECTEN VAN POLITIE
INLEIDING: DE POLITIEFUNCTIE, HET POLITIEBESTEL EN HET POLITIERECHT
Politiefunctie, kan juridisch en criminologisch bekeken worden
- Juridisch: institutionele functie tot bescherming en regeling van maatschappelijke orde,
wordt uitgeoefend om de fundamentele rechten en vrijheden mogelijk te maken. Voorkomen
dat maatschappelijke orde wordt verstoord en als dat niet lukt: zo snel mogelijk optreden om
orde te herstellen
o Institutionele functie: verwijst naar instellingen en bij instellingen moet er een
onderscheid gemaakt worden tussen politieoverheden en -instellingen
Politie werkt altijd onder gezag van bevoegde overheden (als het niet zo is
dan is er sprake van een politiestaat)
Onderscheid bestuurlijke en gerechtelijke overheden
o Bv. bestuurlijk: burgemeester, provinciegouverneurs,
minister van Binnenlandse Zaken
o Bv. gerechtelijk: openbaar ministerie
o Maatschappelijke orde herstellen: in eerste plaats voorkomen dat hij
bedreigd/verstoort wordt
Koppelen aan uitoefenen fundamentele rechten en vrijheden
Ook koppelen aan twee wetsartikelen
o WPA: art. 1 § 2 WPA
Gaat over bevoegdheden
o WGP: art. 123 WGP
Gaat over de diensten
- Criminologisch: RORON
o Raadgevende functie: kans op slachtofferschap zo klein mogelijk krijgen
Bv. mails om te wijzen op de gevaren van phising
o Ontradende functie: potentiële daders afschrikken
Bv. op bepaalde plaatsen camera’s hangen of zorgen dat er verlichting is,
aanwezigheid politie op straat
o Regulerende functie: er is al een probleem en zorgen dat de orde hersteld wordt
Bv. meer controle in probleemgebieden: achterhalen hoe het komt dat er
vooral daar feiten gebeuren
o Onderzoekende functie: verwijst naar gerechtelijke taken
Bv. daders opsporen, bewijzen verzamelen om de dader voor de strafrechter
te kunnen brengen
o Nazorg: slachtoffer of nabestaanden, moet een slachtoffer met de bevoegde dienst in
contact kunnen brengen
Bv. techno-preventief advies
- De politie heeft het monopolie van geweld in vredestijd (alleen politie kan op rechtmatige
manier geweld gebruiken en zorgt voor speciale machtspositie)
o Geweld: alle vormen, kan ook dodelijk zijn
o Monopolie: alleen hebben
- De politie heeft drie soorten opdrachten
o Bestuurlijke: openbare orde (art. 14 WPA) + bestuurlijke overheden
o Gerechtelijke: het onderzoeken van misdrijven + gerechtelijke overheden (openbaar
ministerie [OO] + onderzoeksrechter [GO])
o Sterke arm verlenen (niet in dit vak bespreken): politie sterke arm door
geweldsmonopolie kan dus andere diensten/personen bijstaan die mogelijk in een
gevaarlijke situatie terecht kan komen
, 2
Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van politie
Politiebestel
- Een politieapparaat: bestaat uit heel wat diensten
o Reguliere politiediensten (begrip gemaakt omdat er in heel wat landen ook speciale
politiediensten bestaan)
Bestond tot 1989 uit gemeentepolitie, rijkswacht, gerechtelijke politie
Sinds 1989 bestaat de reguliere politiediensten uit de lokale en federale
politiekorpsen
Tot 1989 had België ook nog speciale politiediensten: spoorwegpolitie, lucht-
en zeevaartpolitie
Bestaan niet meer als aparte diensten, zijn nu geïntegreerd in de
federale politie
Door integratie bestaan de diensten nog amper
o Talrijke inspectiediensten: gaat terug naar de periode van na de Tweede
Wereldoorlog: staat ging steeds meer wetten produceren (bv. sociaal recht) en al die
wetten kregen nog een strafkarakter (grote groei van het bijzonder strafrecht)
Problemen gingen hiermee gepaard
Capaciteitsprobleem
Wetten zodanig complex dat er expertise nodig is
Als reactie hierop ging de wetgever inspectiediensten oprichten met
gespecialiseerde ambtenaren
Nadeel: niemand weet hoeveel inspectiediensten hebben en sommige
leden van inspectiediensten weten niet dat ze die bevoegdheid
hebben
- Een politieambtenaar en politieoverheden
o (art. 3 § 3 WPA) Een politieambtenaar is een lid van een politiedienst die door de
wet bevoegd is om bepaalde politiemaatregelen te nemen of uit te voeren en daden
van bestuurlijke of gerechtelijke politie te stellen
o (art. 3 § 2 WPA) Een politieoverheid is een overheid die juridische
politiemaatregelen kan nemen en het kan laten uitvoeren door de politiediensten
In een democratische rechtsstaat is de politie altijd ondergeschikt aan
zeggenschap, bestaat uit drie componenten
Gezag: het nemen van beslissingen over de inzet van politie en de
wijze waarop de politie optreedt
o Zit altijd bij een overheid
Beheer: de politie in staat stellen om haar taken te kunnen uitvoeren
o Wie het beheer heeft, heeft eigenlijk de macht
o Zit dus ook bij de overheden
Beleid: prioriteiten stellen
o Hangt samen met gezag en beheer
o Zit dus ook bij een overheid
Politierecht
- Combinatie van veel rechtstakken en veel juridische middelen nodig. Historische achtergrond
hiervoor nodig
DEEL I. DE HISTORISCHE ACHTERGRONDEN VAN HET HUIDIGE BELGISCHE
POLITIEBESTEL
HOOFDSTUK I. DE PERIODE VÓÓR DE BELGISCHE ONAFHANKELIJKHEID
(geen literatuur)
, 3
Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van politie
I.1. De Franse oorsprong van de “Belgische” politie
Als we gaan kijken naar oorsprong moderne politiewezen: ligt deze in Frankrijk tijdens de 17-18 e
eeuw
We kunnen een dubbele beweging zien hier, zichtbaar op twee niveaus:
1) Op lokaal niveau (als eerste kwam dit voor en dan vooral in de grote steden), per stad
is er een lokaal politiekorps, begint in Parijs (1667) en daarna volgen andere grote
Franse steden, deze grote steden voelden nood voor eigen handhaving dus richtten
een eigen politiekorps op
2) Op centraal niveau, in 1720 was dit de nationale marechaussee, nationaal korps. De
Franse regering vond dat een politiekorps ook nodig was op nationaal niveau want
alleen politie in grote steden was niet handig: in Frankrijk is er veel platteland en
kleine steden
In 1789 was er de Franse Revolutie waarbij men het politiebestel ging hervormen
Het politiebestel werd hervormd op twee niveaus:
- Centraal niveau: er was een nieuw regime dus de politie van het oude regime moest
verworpen worden. De marechaussee werd vervormd, men maakt er de gendarmerie nationale
van en de fundamentele aspecten hiervan moesten uitgewerkt worden, zijn ook cruciaal voor
moderne politie. Fundamentele aspecten: 1) bevoegd voor heel Frankrijk, zowel platteland als
grote/kleine steden, 2) deel van het leger, een militair korps (afzonderlijke component van het
leger), 3) korps heeft dubbele opdracht: bestuurlijk en gerechtelijk politiewerk
- Op lokaal niveau: korpsen splitsen over territoriale eenheden. Het politiekorps in steden zien
als gemeentepolitie en commissarissen werden hierbij aangesteld. En het politiekorps in
platteland zien als landelijke politie, zijn veldwachters
Rode draad: verhouding tussen lokale en nationale niveau
1795: Belgische gebieden wordt ingelijfd bij Frankrijk, behoorden daarvoor nog bij Verenigd
Koninkrijk der Nederlanden. Automatisch nemen de Belgische gebieden het Franse politiebestel over
1796: Fransen richten specifiek ministerie voor op, namelijk het ministère police général de la
république. Waarom dit ministerie oprichten ? Om 2 redenen.
1) Woelige periode: oorlog en onrust dus daarom krachtige politie nodig
2) toenmalige ministerie van binnenlandse zaken was niet machtig/krachtig genoeg om politie te
leiden.
Daarom ministerie van politie nodig, de belangrijkste taak van deze was ordehandhaving en bestaat
uit drie componenten:
1) minister is belast met uitvoering van de politiewetten
2) minister heeft gezag over de gendarmerie voor alles wat openbare orde handhaving is
3) minister ook belast met zorg voor gevangenissen
1799: staatsgreep door Napoleon, vestigt een dictatuur (1799-1814). Hij behoudt de politiestructuur
en zorgt ervoor dat hij een minister (Fouché) aanstelt. Deze minister bouwt politiebestel uit tot
steunpilaar van de dictatuur
, 4
Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van politie
Fouché moet ook de macht hebben over lokaal niveau, stelt in grote steden algemene
commissarissen aan die bevel krijgen over de gewone commissarissen. De algemene commissarissen
worden door de minister van politie aangestuurd en Fouché hield zich niet bezig met landelijke politie
Napoleon bang voor protesten en samenzwering dus Fouché bespioneerde de politiekorpsen van
binnenuit
Fouché naast minister van politie ook minister van binnenlandse zaken geworden maar is ontslagen
door Napoleon omdat deze dacht dat hij te veel macht zou krijgen anders
I.2. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Dictatuur: Frankrijk moet gebieden afstaan zodat dictatuur niet opnieuw zou kunnen ontstaan en
van deze gebieden wordt een Verenigd Koninkrijk gemaakt, dat valt onder het gezag van koning
Willem
Gendarmerie wordt behouden maar andere naam geven: de marechaussee. Tijdens deze omvorming
worden de getrouwen van Napoleon worden uit de korpsen gezet, de essentie blijft wel behouden. De
essentie is namelijk: deel van leger, centraal gevestigd, bestuurlijke opdrachten vervullen
Gemeentepolitie wordt terug door commissarissen aangestuurd en landelijke politie/veldwachters
blijven. De gemeentepolitie wordt niet meer aangestuurd door centraal niveau maar door
burgemeesters
Geen minister van politie behouden, was zo verweven met dictatuur van Napoleon dus past niet bij
een liberale staat
Politie valt onder commissaris-generaal van justitie i.p.v. binnenlandse zaken
Koning wou steden niet zomaar hun ding laten doen, daar zouden makkelijk problemen kunnen
ontstaan. Daarom in grote steden nieuwe functie creëren: speciale commissarissen van politie. Dit is
voor het centrale regime een aanspreekpunt in grote steden om zo de zaken in de gaten te houden
Macht van commissaris-generaal van justitie stijgt, onofficiële minister van politie zoals Fouché
tijdens Napoleon
1815: aparte commissaris-generaal van justitie is dus eigenlijk gewoon de minister van politie
geworden
HOOFDSTUK II. DE ONTWIKKELINGEN VANAF DE BELGISCHE
ONAFHANKELIJKHEID TOT AAN DE TWEEDE WERELDOORLOG
(geen literatuur)
II.1. De uitbouw van de rijkswacht
Debat in 1871: afvragen of veldwachters en gemeentepolitie niet beter in de rijkswacht kunnen
incorporeren/eenheidspolitie maken?
- Vanuit gerechtelijke hoek kritiek op politie: het centraal niveau kan niet ingrijpen en lokaal
niveau doet er niet genoeg mee, hebben vaak niet genoeg geld om te investeren in de politie
Heel veel problemen nationaal en internationaal dus eenheidspolitie nodig. Daarom fusie
gemeentepolitie + rijkswacht niet doen maar meer inzetten op de rijkswacht. Men wou vooral de
openbare orde versterken, niet veel aandacht voor het gerechtelijke aspect