Samenvatting Wereldoriëntatie 2.2
Hoofdstuk 2: Gezondheid en de mens
2.1 Inleiding
➔ Gezondheid is geen statisch gegeven, het is dynamisch.
➔ Model van Lalonde: overzicht van verschillende factoren die gezondheid van de mens bepalen en
beïnvloeden.
2.2 Leerdoelen
2.3 Definitie van gezondheid
“Een toestand van een zo optimaal mogelijk fysiek, mentaal en sociaal welbevinden, waarbij iedereen de
kans moet hebben om als mens capaciteiten te ontwikkelen en te gebruiken met een maximaal aantal
vrijheidsgraden en keuzemogelijkheden” volgens de WHO.
➔ Gezond gedrag kan niet opgelegd worden (van overheid uit).
➔ Overheid en opvoeders kunnen voorwaarden scheppen en een belangrijke rol spelen, maar de keuze
ligt bij de mens zelf.
Gezondheid is dus een ruim, subjectief, dynamisch en emancipatorisch begrip.
2.3.1 Gezondheid is een ruim begrip
Gezondheid:
➔ Meer dan enkel het functioneren van alle organen.
➔ Kan niet alleen gebruikt worden om iets te zeggen over de lichamelijke kan van het mens zijn.
➔ Wordt gebruikt om de kwaliteit van het psychisch of sociaal functioneren van iemand aan te geven.
➔ Het kan zijn dat je psychisch ziek bent en lichamelijk gezond bent, of omgekeerd.
➔ Een psychische ziekte kan lichamelijke klachten met zich meebrengen, dit noemen we
psychosomatische klachten.
➔ Meer dan afwezigheid van ziekte, het betekent ook fijn voelen, de affectieve kant van gezondheid.
2.3.2 Gezondheid is een subjectief begrip
➔ Wordt door iedereen anders ervaren.
➔ Gezondheid is dus niet objectief vast te stellen.
➔ “Wat door de ene mens als ziekte ervaren wordt, is dat voor de andere niet of slechts in geringe mate”
2.3.3 Gezondheid is een dynamisch begrip
➔ Geen toestand en is geen vast gegeven.
➔ Elk ogenblik kan er iets gebeuren waardoor men zich anders, minder gezond voelt.
➔ Niemand kan ooit zeggen ;“Nu ben ik gezond en ik moet er niets meer voor doen”
2.3.4 Gezondheid is een emancipatorisch begrip
➔ Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn eigen gezondheid.
➔ We moeten mensen kennis, vaardigheden en inzichten bijbrengen, maar de uiteindelijke beslissing,
het maken van de goede keuze ligt bij het individu.
Pagina 1 van 44
, ➔ Emancipatie en ontwikkeling zijn een voorwaarde opdat mensen aan hun eigen gezondheid kunnen
werken.
2.3.5 Gezond gedrag kan niet worden opgelegd.
➔ Overheid en opvoeders kunnen geen voorwaarden opleggen.
➔ De verantwoordelijkheid ligt bij de persoon zelf.
2.4 Het health field concept van Lalonde
Lalonde
➔ Minister van Volksgezondheid in Canada in de jaren 70.
➔ Model om invloeden op gezondheid een plaats te geven: het ‘Health Field Concept’.
➔ Uitgaan van gezondheid, en niet van ziekte
➔ Inventarisatie van allerlei factoren die invloed hebben op ziekte en gezondheid en kwam tot een
indeling in deelgebieden nl.:
o Intern milieu
o Extern milieu Gezondheidsdeterminanten
o Gedrag of leefstijl
o Gezondheidszorg
➔ Schema maakt duidelijk dat elke gezondheidsdeterminant invloed heeft op een ander.
2.4.1 Het intern milieu
➔ Factoren die zich in het menselijk lichaam afspelen en invloed hebben op de gezondheid
o Genetische factoren
→ Erfelijk materiaal, chromosomenafwijking, genmutatie, …
→ Bv. Syndroom van Down, Mucoviscidose (taaislijmziekte)
o Verworven eigenschappen
→ Tijdens embryonale ontwikkeling verdere leven ontstaan onder invloed van
omgevingsinvloeden. Kunnen positieve of negatieve invloed hebben op de gezondheid.
→ Positieve invloed: Vrouw die sport zal een beter hart hebben en dit ook doorgeven.
→ Negatieve invloed: Gebruik van drugs of alcohol zal een negatieve invloed hebben op
ontwikkeling van het kind.
o Multifactoriële eigenschappen
→ Hoe je lichaam functioneer is erfelijk bepaald.
→ Dit verklaart waarom eeneiige tweelingen, 13 genetisch identiek, toch andere fysieke
eigenschappen en gezondheidsproblemen kunnen hebben.
→ Worden veroorzaakt door een samenspel van verworven aandoeningen.
→ Weinig over bekend.
→ Een kind kan een erfelijke aanleg hebben voor allergische aandoeningen. Of de allergie
Pagina 2 van 44
, doorbreekt hangt van veel factoren af: leefstijl van de moeder tijdens de zwangerschap,
borstvoeding, luchtvervuiling, huisstof, aanwezigheid van dieren, vaak ziek zijn of niet…
2.4.2 De leefstijl
➔ Geeft invloed weer die het gedrag van mensen heeft op de gezondheid en op het ontstaan van
gezondheidsproblemen.
➔ Belangrijk zijn:
o Voedingsgewoonten
o Alcohol- en druggebruik
o Roken
o Lichamelijke (in)activiteit
o Seksueel gedrag
o Stress
2.4.3 Het extern milieu – fysieke omgeving
➔ Buiten het menselijk lichaam, maar wel een bepaalde invloed op de gezondheid uitoefenen.
➔ Kunnen onderverdeeld worden in:
o Fysische factoren
▪ Trillingen, geluid, straling, asbest, …
o Chemische factoren
▪ Voedingsadditieven, bestrijdingsmiddelen, alcohol, …
o Biotische factoren
▪ Levende organismen zoals: virussen en bacteriën, wormen, gisten, schimmels,
allergenen, mijten, …
2.4.4 Het extern milieu – maatschappelijke omgeving
➔ De plaats in de maatschappij
➔ De maatschappelijke omgeving waarin mensen verkeren heeft een belangrijke invloed op de
gezondheid en hun gevoel van welbevinden.
➔ Wordt onderverdeeld in:
o Arbeid
o School en gezinssituatie
o Sociaaleconomische status
o Etnische achtergrond
o Sociale omgeving
2.4.5 Medische zorg en preventie
➔ Vb. CLB, Kind en Gezin, GVO op school
➔ Curatief: behandelen om een ziekte of aandiening te genezen.
➔ Preventief: voorkomen dat er ziekten en problemen ontstaan door er van tevoren in te grijpen.
2.5 Gezondheid in relatie tot het intern milieu: aangeboren en
verworven eigenschappen
➔ Karakteristieken van een individu worden bepaald door erfelijk materiaal en door invloed van
buitenaf.
2.5.1 Basisbegrippen genetica
2.5.1.1 Chromosomen
➔ Erfelijkheid speelt een belangrijke rol bij de groei en ontwikkeling van het kind
➔ Elke mens is genetisch uniek
Pagina 3 van 44
, ➔ Op het moment van de bevruchting worden het geslacht en erfelijke eigenschappen vastgelegd
o Zaadcel (23 chromosomen) Versmelten met elkaar en vormen één cel, die 46 chromosomen bevatten
o Eicel (23 chromosomen)
Chromosomen → Opgerolde draden DNA
→ Komen voor in de celkern
→ Dragers van onze erfelijke eigenschapen
→ Zijn verantwoordelijk voor het doorgeven van de erfelijke eigenschappen
generatie op generatie
→ 46 chromosomen (22 x 2 autosomen) + (1 x 2 geslachtschromosomen)
Celdeling → = mitose
→ Chromosomen worden gekopieerd bij de celdeling
→ Geslachtscellen bevatten 23 chromosomen
Bevruchting → Na de bevruchting bevat de bevruchte eicel 46 chromosomen
→ Gevolg: nieuwe individuen ontstaan met hun unieke combinatie genetische
eigenschappen
Chromosoomafwijking → Fouten in celdeling voor de vorming van geslachtscellen
→ Hierdoor ontstaan niet-levensvatbare nakomelingen
→ Vertonen allerlei afwijkingen bv. Down syndroom (trisomie 21)
→ 3 chromosomen 21 ipv 2 (zie afbeelding onder tabel)
Genen → Spelen de hoofdrol in erfelijkheid
→ Bevatten de informatie voor alle erfelijke eigenschappen
→ Gen is een stukje DNA dat de code bevat van een eigenschap
→ Liggen verspreid op de chromosomen
→ Bepalen onze erfelijke eigenschappen zoals oog- of haarkleur
→ Overerven eigenschappen
→ Aanleg bepaalde aandoeningen
→ Genen zijn tweevoudig. Je krijgt een gen afkomstig van de moeder en een gen
afkomstig van de vader
Dominante genen → Komen altijd tot uitdrukking bij een bepaalde eigenschap
→ Zij overheersen het andere gen
Recessieve genen → Komen niet tot uitdrukking als er meer één gen aanwezig is.
→ Wanneer de twee genen voor een bepaalde eigenschap echter allebei recessief
zijn, komt deze eigenschap wel tot uiting. (zie voorbeeld onder tabel)
Mutatie → Verandering in DNA
→ Genen zorgen voor de productie van eiwit of verhoogde vorming van eiwit
→ Kan erfelijke ziekte veroorzaken
→ Kunnen ontstaan door verschillende oorzaken
→ Door foutjes tijdens celdeling
→ Omgevingsfactoren: radioactieve straling of chemotherapie
→ Kunnen overgeërfd worden van ouder op kind
Drager → Iedereen is drager van een bepaalde mutatie
→ Je kan drager zijn van een bepaalde mutatie, maar die niet in uitwerking is
gekomen
→ Mutatie kan wel doorgegeven worden aan het kind en kan dus ook tot uiting
komen.
Karyogram → Genetici zijn erin geslaagd de kernen van menselijke cellen te fotograferen en die
zoveel te vergroten dat de 46 chromosomen zichtbaar worden
Pagina 4 van 44