PUBLIEK RECHT
Powerpoint 1
WAT IS RECHT
Recht is het geheel der regels die op een bepaald tijdstip, in een bepaalde gemeenschap gelden en
op haar gezag zijn vastgesteld.
Geheel der regels: tussen de mensen en het apparaat dat deze regels maakt
Op een bepaald tijdstip
In een bepaalde gemeenschap
Op haar gezag vastgesteld
KENMERKEN VAN HET RECHT
A. Het recht is een geheel van regels, regelingen en instellingen.
1. Gebodsbepalingen: "je moet"
• Opkomstplicht
• Leerplicht (maar geen schoolplicht, vanaf vijf jaar)
• Aangifteplicht van geboorte
• Dienstplicht (is opgeschort maar niet afgeschaft, kan snel terug worden ingevoerd)
• Belastingplicht
2. Verbodsbepalingen: dingen die je niet mag doen
• Verbod op bigamie
• Oneerlijke handelspraktijken
• Strafrecht
3. Verlofbepalingen: je mag kiezen of je het gebruikt
• Indexering van woninghuur
• Huwelijksrecht
4. Technisch regels: leggen plichten op met het oog op uniformiteit
• Dagvaarding, identiteitskaart, akten van de burgerlijke stand
5. Individuele beslissingen: geen algemene draagwijdte
Vonnissen of arresten, bouwvergunningen, benoemingen
,B + C. Variëren in tijd en plaats
Recht en regels zijn een instrument in handen van machthebbers om ons in een bepaalde richting te
sturen om de samenleving op een bepaalde manier te ordenen, volgens hun inzichten.
1789 - Franse Revolutie – afrekening met de middelleeuwen
Liberté, égalité et fraternité
Liberté:
- Liberalisme: streven naar zoveel mogelijk vrijheid van het individu
(Open VLD, Spirit, MR, LDD, Vlott)
Enkele ministers van liberale partijen in de overheden (zie schema)
- 1831: Hoofdstuk ‘Rechten en vrijheden’ in de Grondwet
Individu beschermen tegen overheid (vb. vrijheid van meningsuiting), liberale reactie op
onderdrukking
- Belastingenverlaging (overheid moet zo weinig mogelijk doen zodat de burger alles zelf kan
doen)
Fraternité:
- Christen democratie: christelijke opvattingen, oog voor gemeenschapszin en naastenliefde
(CD&V, CDH)
Enkele ministers van christendemocratische partijen in de overheden (zie schema)
- Onze samenleving is doordrongen van het christendemocraten gedachtengoed
- 1990 – kantelpunt – abortuskwestie
Koning Boudewijn weigerde abortuswet te ondertekenen; CD&V zette de koning
arbeidsongeschikt om de regering die wet te laten tekenen
- Kindergeld (vroeger: ga en vermenigvuldig u: meer kindergeld per kind; hoe meer
christelijke kinderen hoe meer we op wereldvlak kunnen regeren / domineren)
Égalité:
- Socialisme: ieder moet dezelfde mogelijkheden krijgen
≠ Communisme: iedereen moet helemaal gelijk behandeld worden (= radicaal socialisme)
(VOORUIT, PS, PVDA, Spirit; sociaal-liberaal, PTB)
Enkele ministers van socialistische partijen in de overheden (zie schema)
- Eind 19e eeuw: invloed van Karl Marx – tijd van Daens
Grondlegger socialisme (proletariërs, …) – nadagen Franse revolutie
(arbeiders werkten in fabrieken, spaarden, ook eerste vakbonden)
Arbeiders verenigen zich: oprichting van de Spaarkas en Syndicaat (= politieke partijen met
oog op socialistische thema’s erdoor proberen duwen in de regering)
1893: algemeen meervoudig stemrecht voor mannen
, - Begin 20e eeuw: WOI – groot ongenoegen over de denigrerende verhoudingen in het leger
tussen de Franstalige elite en de Vlaamse soldaten
- 1917: Russische revolutie - Bolsjewieken (communisten) komen aan de macht
Belgische overheid gaat samenzitten met de socialisten uit vrees voor een Russisch scenario
invoering algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen
Eerstkomende verkiezingen meer socialisten in het parlement ontwikkeling van
arbeidsrecht (vb. maximaal aantal uren per dag / per week, zon -en feestdagen,
arbeidsvoorwaarden) en sociaal recht (vb. bescherming voor arbeiders die niet kunnen
werken, ziekte-uitkeringen, pensioen)
Verzorgingsstaat (maar eigenlijk meer actieve welvaartstaat)
Andere politieke stromingen:
- Nationalisme: het volk moet zichzelf kunnen besturen
(NV-A, Vlaams Belang)
= Vaderlandsliefde (liefde naar eigen volk, autonoom zijn zonder inmenging ander volk)
Enkele ministers van nationalistische partijen in overheden (zie schema)
Nationalisme – periode tussen WOI en WOII:
Duitsland: Verdrag van Versailles zorgt voor armoede en frustraties; Hitler komt aan de
macht en wil Duitsland terug trots en machtig maken
België:
- Problemen tussen Franstalige legerleiding en Vlaamse soldaten
- Rechtszaken tegen Vlamingen die volledig in het Frans verliepen
grote onvrede bij de Vlamingen; voedingsbodem voor Vlaams Nationalisme
Nationalisme – WOII:
- Vlamingen krijgen van de Duitse bezetter de kans om samen te werken onder de
belofte van zelfbestuur (wisten nog niet over de genocide)
- Nederlaag voor Duitsers én Vlamingen; 20 jaar lang nog nauwelijks van invloed
Nationalisme – vanaf 1960: studentenprotest ULeuven over Franstalige lessen; °Volksunie
- Diverse staatshervormingen: meer bevoegdheden voor de gemeenschappen
- Maar Volksunie niet radicaal genoeg voor sommigen DUS Vlaams Blok (nu: VB)
- Volksuniepartij: staatshervormingen; meer bevoegdheden naar gewesten en
gemeenschappen
Volksunie verscheurt:
Links – Socialistische Vlaams Nationalisten (SPIRIT)
Rechts – Liberaal Vlaams Nationalisten (NV-A) Geert Bourgeois, later Wever
NU: ongeveer de helft van Vlamingen stemt Vlaams nationalistisch
Toekomst: confederalisme
= alle macht ligt volledig bij deelstaten, België is omhulsel zonder bevoegdheden
, Na WOII: ‘wie de baas is over de brandstof wint de oorlog’
1. Petroleum: werd licht mee gemaakt, huizen mee verwarmd (enige reden vriendschap
VS met Saudi-Arabië)
2. Atoomenergie: nam even plaats in van petroleum en kon ingezet worden als wapen
(Pearl Harbor – Japan viel VS aan met kamikazes; VS zag slachtoffers en bracht een
einde hieraan door atoombommen op Hiroshima en Nagasaki te vuren; gaf zich op)
CORDON SANITAIRE
= De traditionele partijen willen het Vlaams Blok uitsluiten en isoleren
- Sinds ‘zwarte zondag’ (1991), doch al door Agalev gestart in 1989
Zwarte zondag: VB brak nationaal door en alle partijen zetten zich rond cordon sanitaire –
Agalev kopstuk besloot bij 17% in verkiezingen niet samen te werken met VB
- Vlaams Blok wordt als extreem rechts en racistisch beschouwd
- Nu: discussie pro en contra; toekomst: cordon nog houdbaar?
Mondeling akkoord maar discussie over democrationele waarden
(Letterlijk: perimeter op boerderij aangelegd zodat besmettelijke ziekte niet kan uitbreiden)
Andere politieke stromingen 2:
- 1968 – oprichting van ‘De Club van Rome’
- 1972 – Rapport ‘Er zijn grenzen aan de groei’ met als conclusie dat de mens in staat is
zichzelf te vernietigen
Door: uitputting van bronnen, brandstoffen en schadelijke radioactiviteit van atoomenergie
Nadenken over wereld als totaliteit
Grondleggers ecologisme
(Groen, Ecolo, in BE eerst Agalev (anders gaan leven)) (pas in 20 e eeuw)
Ministers van ecologische partijen in de overheden (zie schema)
vb. Hoboken – Umicore fabriek veroorzaakte grond-, water- en luchtverontreiniging in de
streek door loodvergiftiging ernstige gezondheidsschade bij de omwonenden
ontstaan milieurecht
vb2. Dioxinecrisis: de overheid krijgt het verwijt dat ze niet genoeg doet voor het milieu en
de bescherming van de mensen traditionele partijen worden afgeschaft en de groenen
komen voor het eerst in de regering (eind jaren 90)