Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Recht en samenleving anders bekeken - Rechtsfilosofie - volledige samenvatting 17/20 eerste zit €7,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Recht en samenleving anders bekeken - Rechtsfilosofie - volledige samenvatting 17/20 eerste zit

 231 vues  20 fois vendu

Dit is een samenvatting van het boekje Recht en samenleving anders bekeken. Het bevat alle leerstof te kennen voor het examen, nl de hoofdstukken 1-12. Het telt 42 pagina's. Samen met filosofie behaalde ik een 17/20 in eerste zit.

Aperçu 4 sur 41  pages

  • 15 juin 2023
  • 41
  • 2022/2023
  • Notes de cours
  • Van assche
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
julieverbaeten
Julie Verbaeten Rechtsfilosofie 2022-23




Recht en samenleving anders bekeken – Rechtsfilosofie 2022-2023

De utopische verleiding (zie pdf)
We onderzoeken hoe het komt dat een samenleving altijd weer in staat van conflict, rivaliteit
of zelfs oorlog dreigt te verkeren, terwijl het voor iedereen duidelijk moet zijn dat vrede en
harmonie doorgaans meer voordeel brengen.

Oorzaken van conflicten

Waarom is recht noodzakelijk?
 doel van het recht: conflicten vermijden, en als er zich toch conflicten voordoen, deze
beslechten
4 oorzaken van conflicten:
 Veelheid: er zijn veel mensen
 Diversiteit: er zal geen conflict zijn als men het over alles eens zou zijn, ieder van die
veel mensen heeft eigen particuliere ideeën en waarden, meningen en preferenties.
 Schaarste: we bewonen dezelfde wereld met verschillende belangen ten aanzien van
dezelfde zaken.
 Vrije toegang: die schaarste is pas problematisch wanneer men allebei gericht is op
dezelfde schaarse goederen en ze kunnen er allebei aan  tot dezelfde middelen

 Als je 1 oorzaak kan uitschakelen wordt het conflict opgelost:
 Eenheid: individuen reduceren tot 1 collectiviteit.
 Consensus: mensen dwingen naar eensgezindheid.
 Overvloed: schaarste verminderen door bv de productie te verhogen, zodat aan geen
enkele keuze kosten zijn verbonden en er voor iedereen altijd genoeg is.
 Rechtvaardigheid: men kan op voorhand weten tot welke middelen men toegang
heeft en eenieder kan vrij beschikken over het zijne.

Aan een utopie zitten elementen aan vast die dus niet realistisch zijn: eenheid, consensus,
overvloed, recht. Wel kan het zijn dat een van deze vier mogelijke oplossingen kunnen
bieden, en dat de ene oplossing realistischer is dan de andere.

Zo is rechtvaardigheid de minst utopische oplossing. Zij vereist geen bovennatuurlijke kennis,
slechts het vermogen van mensen om elkaar als soortgenoten, en dus gelijken te herkennen.
Alleen de beteugeling van grootschalig onrecht blijft een moeilijke opgave.

Eenheid en consensus zijn vele moeilijkere voorwaarden. Wie moet men immers onder
‘allen’ begrijpen? Op zichzelf bieden zij dus geen oplossing. Ze gaan voorbij aan de spontane
en onvermijdelijke neiging van mensen om vanuit hun eigen beperkte perspectieven en
waarden te oordelen en te waarderen, te beslissen en te handelen. Het zijn dus
onrealistische, utopische oplossingen.

Om schaarste te vermijden, en dus een overvloed te creëren, zijn er twee mogelijkheden.
Een drastische beperking van de vraag en een uitbereiding van de productieve vermogens,

,Julie Verbaeten Rechtsfilosofie 2022-23

het aanbod. De eerste mogelijkheid impliceert een terugkeer naar het eenvoudige,
primiteieve leven in de natuur van voor de industriële revolutie. Voor de tweede
mogelijkheid is er een stoommachine en fossiele brandstoffen nodig, wat dus afbreuk doet
aan de eerste mogelijkheid.


Inspiratie: de republiek van Plato waarin hij een ideale samenleving uiteen zet. Er zijn 3
standen:
1. De economische stand: hanteert de productiemiddelen
2. De stand van de wachters
3. Leidende klasse die geleid wordt door filosofen

1516: hoogtepunt van ontdekkingsreizen. Thomas More met zijn boek “utopia” dat het
verhaal verteld van een reiziger die in Antwerpen verzeild geraakt en reist naar Brazilië waar
het leven ideaal is. Het is een kritiiek op de maatschappij als een ideale samenleving.

Dus kenmerken van een utopie:
1. Opheffing van schaarste
● Controle en beperking van behoeften
● Uitbreiding van beschikbare middelen door gecoördineerd
arbeidssysteem
2. Afdwingen van eenheid en consensus
● Onderschikking van individu aan samenleving
a) Geen negatieve vrijheid
b) Geen recht op zelfontplooiing als individu
c) Geen recht om actief vorm te geven aan de samenleving
● Zeer intensieve sociale controle
a) Opvoeding en onderwijs in teken van indoctrinatie met ideaal
b) Strikte regulering van liefde, seksualiteit en voortplanting
c) Strikte regulering van individuele arbeid en tijdsbesteding en
van collectieve productie
Hoe die utopie in de realiteit is omgezet: door omvormingen van de samenlevingen in totale
oorlog, het omgekeerde van wat het idee was. Denk aan communisme, facisme, nazisme, …
Dit gaat niet over een verlicht ideaal, maar over een pure machtspolitiek met een dynamiek
door strijd.
Na deze gefaalde praktijkpogingen verdwijnt de utopische literatuur.

Zo blijkt dus dat we recht nodig hebben, dat er geen vrije toegang is.
Kenmerken van recht:
1. Uitschakeling van vrije toegang tot schaarse middelen: eenieder kan vrij
beschikken over wat hem/haar toekomt
2. Geen nood om ook nog op andere wijze vrijheid te beperken, geen totale
contole nodig
3. Geen bovenmenselijke opgave:
● Vertrouwde juridische figuren (bv contract, eigendom,
aansprakelijkheid, …)

,Julie Verbaeten Rechtsfilosofie 2022-23

● Iedereen wil meewerken omdat er voordelen zijn aan het
systeel
● Vereist geen nastreven van groot ideaal
● Operationalisering vereist slechts minimale controle

Recht moet met bepaalde politieke en maatschappelijke invulling gepaard gaan
1. Democratie: het is de bevolking zelf die de machthebbers controleert.
2. Egalitarisme: iedereen gelijk voor de wet.
3. Stapsgewijze hervormingen: betekent dus niet da teen structuur van een samenleving
volledig hertekend wordt.
4. Negatieve vrijheid: doen wat je wiltn jezelf ontplooien zonder totale controle van
anderen.

POLITIEKE & MAATSCHAPPELIJKE INVULLING
1. RECHTSSTAAT = iedereen is onderhevig aan het recht/de wet
A. Formalisme: normen moeten een bepaalde vorm aannemen:
1. veralgemeenbaarheid: niet gericht naar bepaalde individuen of groepen
(onpersoonlijke en onpartijdige werking)
2. openbaarheid Burger moet weten waaraan zich
3. prospectiviteit (enkel op toekomstig gedrag) te houden
4. verstaanbaarheid (toegankelijk en duidelijk)
5. consistentie (vrij van contradicties)
6. uitvoerbaarheid (mogelijk om na te leven)
7. stabiliteit (niet continu veranderend)
8. congruentie (toegepast op wijze die niet verschilt van normale betekenis)
 Als bepaalde formele elementen niet vervuld zijn, dan kan je ervanuit gaan dat dit ook
inhoudelijk problematisch kan zijn.
= strafrecht: recht wordt geen instrument van onderdrukking:
1. nullum crimen nulla poena sine lege scripta: enkel bestraffing op basis van
normen die geschreven zijn (niet gewoonterecht)
2. nullum crimen nulla poena sine lege certa: wet moet zowel strafbaar gedrag als
straf duidelijk omschrijven
3. nullum crimen nulla poena sine lege stricta: wet moet strikt geïnterpreteerd
worden (geen toepassing door analogie)
4. nullum crimen nulla poena sine praevia lege poenali: geen strafbaarstelling of
straf behalve bij voorafgaande wet (geen terugwerkende toepassing)

B. Proceduralisme: normen moeten worden toegepast volgens bepaalde procedure
1. onpartijdige en onafhankelijke rechtbank moet aanspraken onderzoeken op
basis van wetten
2. betrokken partijen moeten aanwezig of vertegenwoordigd kunnen zijn
3. procedure moet gevoerd worden op basis van bewijzen en argumenten
4. rechtbank moet uitspraak doen op basis van wettelijk ondersteunde redenen
en reactie vormen op aangedragen bewijzen en argumenten

2. SCHEIDING DER MACHTEN:

, Julie Verbaeten Rechtsfilosofie 2022-23

1. formeel onderscheid tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
componenten van de staat = trias politica
2. personeel onderscheid (3 organen samengesteld uit verschillend personeel)
3. functioneel onderscheid (elk van 3 organen heeft specifieke, afgescheiden
functies)
4. checks and balances (elk van 3 organen heeft specifieke bevoegdheid en macht
om de uitoefening van functies door andere 2 te beperken)
 primauteit van de wet(gevende macht):
a. uitvoerende en rechterlijke macht zijn gebonden door de wetten
b. wetgevende macht is gebonden door de grondwet
• indeling, functies en checks and balances vastgelegd in
grondwet
• grondwet vastgelegd door de wetgevende macht
(gekwalificeerde meerderheid)

3. DEMOCRATIE
 identiteit van soeverein en subject: alle personen die aan beslissing onderworpen
zijn moeten gelijke rechten hebben in bepaling ervan  gelijkstelling tussen degene
die het voor het zeggen heeft en degene die het moet gehoorzamen
 politiek egalitaristisch uitgangspunt:
individualiteit als basiswaarde:
• persoon met afzonderlijke identiteit en waarde
• <-> identiteit en waarde afgeleid van lidmaatschap van
sociaal geheel
• “equality of differences, not of sameness”: erkenning
van, en respect voor, unieke positie, inschatting en
potentieel van elk mens
 twee vooronderstellingen over gelijkheid:
• “Strong principle of equality”: alle burgers zijn
voldoende gekwalificeerd om op gelijke basis te
participeren
• “Idea of intrinsic equality”: alle burgers hebben gelijke
intrinsieke waarde  belangen moeten in gelijke
 politiek egalitaristisch ideaal:
• ultieme doelstelling van staat is individuele
zelfontplooiing
• zo organiseren dat belemmeringen inzake
zelfontplooiing worden weggenomen
 ingericht als vreedzame institutionalisering van onenigheid:
• democratie onderkent en legitimeert bestaan van
uiteenlopende belangen
• systeem om continue onenigheid te kanaliseren zonder
geweld
• niet gebaseerd op op voorhand afgebakend project of
doel
 continue dynamiek: ‘lieu du pouvoir’ = ‘lieu vide’

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur julieverbaeten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  20x  vendu
  • (0)
  Ajouter