Hfdstk: Middelen gebruik / misbruik / afhankelijkheid
1. Begripsbepaling (pg. 48-51)
- Wat zijn drugs?
De term drugs is een verzamelnaam voor allerlei soorten stoffen die een invloed hebben op onze
geest (onze gevoelens, onze zintuigen en waarneming en ons bewustzijn) én die om deze redenen
worden gebruikt.
Ruimer bekeken zijn er niet alleen stoffen, maar ook bezigheden die als een drug kunnen werken.
Denk maar aan gokken, internetten, gamen, …
Oppende drugs Speed, cocaïne, …
Verdovende drugs Heroïne, alcohol, slaap- en kalmeringsmiddelen
Bewustzijnsveranderde drugs Cannabas, LSD en andere tripmiddelen
Er zijn vier manieren waarop legale en illegale drugs gebruikt kunnen worden, ook al valt de grens
daartussen niet altijd even gemakkelijk te trekken:
1. Kennismaken, experimenteren en af en toe gebruiken
2. Regelmatig gebruiken
3. Te veel gebruiken
4. Misbruik of afhankelijkheid (verslaafd gebruik)
Of iemand verslaafd geraakt, hangt niet alleen af van de eigenschappen van de drug zelf, maar
evenzeer van de persoon die gebruikt (hoe zit die in elkaar) en de omstandigheden waarin hij
gebruikt (hoe ziet zijn of haar leven eruit).
- Waneer is er een probleem? Het MMM-model (mens, middel, milieu).
De alcohol- en drugsector maakt al jarenlang gebruik van een multifactorieel verklaringsmodel: het
MMM-model. De mate waarin het gebruik van alcohol en andere drugs problematisch is, wordt
hierbij bepaald door een combinatie van factoren ondergebracht in drie groepen:
Mens De individuele kenmerken van de gebruiker.
Midde De specifieke kenmerken van de drug die gebruikt wordt, de manier waarop die gebruikt
l wordt en het gebruikspatroon.
Milieu De directe omgeving en omstandigheden waarin gebruikt wordt, het sociaal netwerk
(gezin, leeftijdsgenoten, enzovoort) en de ruimere maatschappelijke omgeving.
De drie groepen van factoren staan in interactie met elkaar en bepalen of mensen al dan niet
middelen (problematisch) gaan gebruiken. Het MMM-model brengt dus alle ontstaansfactoren
samen en stelt dat élke factor, individueel of in wisselwerking met elkaar, direct of indirect, kan
leiden tot (problematisch) middelengebruik.
Bij het MMM-model ligt de klemtoom op de complexe interactie tussen alle factoren.
Niemand is voorbestemd om met drank, drugs, pillen of gokken in de problemen te komen. Tal van
factoren bepalen of het al dan niet zo ver komt:
Persoonsgebonden factoren Iemands persoonlijkheid, waarden en normen, leeftijd, geslacht en
(mens) ook biogenetische (dus erfelijke) kwetsbaarheid.
1
, Legale en illegale drugs waarbij men sneller tolerantie en
De drug zelf (middel)
afhankelijkheid ontwikkelt dan bij andere.
Dit is niet alleen het gezin waar iemand opgroeit, maar ook zijn of
haar ruimere omgeving, bv. een buurt met veel armoede en weinig
Omgeving en kansen op een job. Of: wie opgroeit in een gezin waar veel
omstandigheden (milieu) gedronken wordt, kan die gewoonte overnemen of niet. Wie veel
nadelen ondervond door gebruik van zijn of haar ouders kan er
bewust voor kiezen dit helemaal niet te doen.
- Wat is de meerwaarde van het MMM-model in het kader van psycho-eductie?
Het MMM-model kan de cliënt of de naastbestaanden nieuwe inzichten geven in hun eigen situatie.
Via het MMM-model kan je mensen de volgende zaken leren begrijpen:
Hoe een eerste gebruik optreedt.
Hoe men al dan niet evolueert naar problematisch gebruik (riskant gebruik, verslaving).
Hoe afhankelijkheid en verslaving in stand worden gehouden.
Dat het effect (roes, risico’s, …) van een drug niet alleen bepaald wordt door het middel (de
drug), maar ook door de gebruiker en de context (setting) waarin wordt gebruikt.
Hoe het behandeldoel al dan niet wordt bereikt.
Welke gevolgen verslaving en afhankelijkheid met zich mee kunnen brengen.
2. Gebruik – misbruik – afhankelijkheid (pg. 52-55)
2