ACCOUNTANCY EXAMEN
MODULE 1-4: Parate kennis
Marnummers parate kennis
1) Actief
▪ 260 = andere MVA (AW)
▪ 340 = voorraad HG
▪ 5500 = bank
▪ 570 = kas
2) Passief
▪ 100 geplaatst kapitaal
▪ 14 overgedragen winst/verlies
3) Kosten
▪ 600 = aankopen grondstoffen |601 = aankopen hulpstoffen |602 = aankopen diensten i.v.m. HG |604 = aankopen HG
▪ 61 = diensten en diverse goederen
4) Opbrengsten
▪ 700 = verkopen algemeen |701 = verkopen hulpstoffen |702 = verkopen diensten i.v.m. HG |704 = verkopen HG
Parate kennis
1) Algemeen schema en balans
D C Actief Passief
A+ A- K2: oprichtingskosten + VA + vorderingen > 1j K1: eigen vermogen + schulden > 1j
P- P+ K3: voorraden
K+ K- K4: vorderingen < 1j K4: schulden < 1j
O- O+ K5: liquide middelen + geldbeleggingen
2) Klasse 4
▪ Lage nummers: vorderingen, actief (D+, C-)
▪ Hoge nummers: schulden, passief (D-, C+)
▪ Voorbeelden: 411-451 (btw), 416-489 (divers), 400-440 (VF/AF)
3) Klasse 5
▪ Even nummers: inkomsten (D+, C-)
-> Vb. 54 = ontvangen cheque | 5502 = ontvangen kredietkaarten
▪ Oneven nummers: uitgaven (C+, D-)
-> Vb. 5501 = uitgeschreven cheque | 5503 = uitgegeven kredietkaarten
4) Overlopende rekeningen
A P
K O K O
-> <- <- ->
490 491 492 493
1
,MODULE 5: Immateriële vaste activa + materiële vaste activa deel 1
Marnummers
1) Actief
▪ 2100 = Kosten van onderzoek en ontwikkeling (AW)
▪ 2109 = Kosten van onderzoek en ontwikkeling (AF)
▪ 2110 = Concessies, octrooien, licenties, know-how, merken en soortgelijke rechten (AW)
▪ 2120 = Goodwill (AW)
▪ 213 = Vooruitbetalingen IVA
▪ 270 = Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen (AW)
▪ 2200 = Terreinen (AW)
▪ 2210 = Gebouwen (AW)
▪ 230 = Installaties, machines en uitrusting (AW)
▪ 240 = Meubilair en rollend materieel (AW)
2) Passief
▪ 120 = Herwaarderingsmeerwaarden op immateriële vaste activa
▪ 1730 = Fin. Schulden op LT
▪ 4230 = Fin. schulden van oorsprong op lange termijn en nu vervallen binnen het jaar
3) Kosten
▪ 6301 = Afschrijvingen op IVA
▪ 6601 = Niet-recurrente AF en waarde-toevoegingen op IVA
▪ 6308 = Waardeverminderingen op IVA
▪ 6500 = Rente, commissies, en kosten verbonden aan schulden
▪ 6502 = Geactiveerde intercalaire intresten (-)
4) Opbrengsten
▪ 72 = Geproduceerde vaste activa
▪ 7600 = Niet recurrente bedrijfs- en fin. opbrengsten: terugneming van afschrijvingen en waardevermindering op IVA
Indirecte activering van kosten
2
, Immateriële vaste activa
1) IVA
▪ Immateriële vaste activa zijn middelen van onlichamelijke aard die geactiveerd worden om de kosten ervan te kunnen
spreiden over de gebruiksduur
▪ Goodwill: van zodra de betaalde prijs hoger ligt dan de nettowaarde van de actief-minus-passief bestanddelen van de
verworven onderneming
▪ Verwerving: aankoop, inbreng, eigen productie
▪ Bij eigen productie -> In aanbouw, niet klaar = 270 | Afgewerkt, in gebruik = 2100
▪ Kosten van onderzoek mogen niet meer geactiveerd en afgeschreven worden, maar wel de kosten van ontwikkeling
▪ Maximale afschrijvingstermijn voor ontwikkelingskosten en goodwill = 10 jaar
▪ Regelgeving meer in lijn met IFRS ten gevolge Accountingrichtlijn
▪ Boekwaarde mag nooit boven aanschaffingswaarde zijn!
▪ Na stopzetting: eerst nog normale afschrijving, daarna restwaarde aanvullend afschrijven
▪ Twee opties voor terugname van waardevermindering
-> 7600: via opbrengst, zorgt voor hogere winst en dus fiscaal minder gunstig
-> 120: via eigen vermogen, zorgt voor lagere winst en dus fiscaal gunstiger
▪ Na eerste opname, IVA waarderen volgens het kostprijsmodel of volgens het herwaarderingsmodel
▪ Door activering v/d kosten ziet de winst er beter uit (omdat je de kosten spreidt over verschillende jaren)
▪ Onderneming mag geen winst uitkeren indien (daardoor) netto actief kleiner is dan onbeschikbaar eigen vermogen
2) Daling in waarde
Materiële vaste activa
1) MVA
▪ Alle materiële middelen die door de onderneming worden verkregen, niet om verkocht te worden, maar om gebruikt
te worden op een duurzame manier
▪ Verwerving: aankoop, inbreng, eigen productie, leasing, lijfrente
▪ Eigen productie: materiaalkosten + loonkosten + afschrijvingskosten gebruikte machines + intercalaire intrest = AW
▪ Bij activatie altijd ‘nutteloze’ btw nummers gebruiken (zowel 411 en 451)
▪ Kosten na een aankoop voor het gebruiksklaar maken van een MVA mogen bij de AW genomen worden, en dus mee
geactiveerd en afgeschreven worden
2) Intercalaire intresten
▪ De rente op vreemd vermogen dat wordt gebruikt voor de financiering van (im)materiële vaste activa, voor zover het
de periode betreft die de bedrijfsklaarheid van deze vaste activa voorafgaat
▪ Mag in de aanschaffingswaarde worden opgenomen (en samen met het activum worden afgeschreven)
3