Samenvatting: SAK
Hoofdstuk 1: Sociaal agogiek en sociaal agogisch handelen
Afbakening agogiek
Verandering: last of lust/ uitdaging (grieks)
= De leer van de algemene principes van deze werkvelden, de leer van het doen veranderen van
mensen. Je leert hoe je mensen kan begeleiden of beïnvloeden bij veranderingsprocessen.
Professionele beïnvloeding van mensen met de bedoeling dat deze mensen het op de ene of
andere wijze beter krijgen.
Agogie = verzamelnaam voor de praktijk van alle werken die te maken hebben met het
maatschappelijk werk. Via professionele hulp beïnvloeden zij de mensen zodat ze het beter krijgen.
Definitie = Agogiek is de leer van eenzijdige, systematische en doelgerichte, beroepsmatige
beïnvloeding die gericht is op het bereiken van een meer wenselijk geachte psychosociale situatie
van volwassen (individueel of in onderling verband) die zich van deze beïnvloeding bewust zijn en
die deze situatie ook nastreven.
De opkomst van de agogie:
Maatschappelijke veranderingen (industriële revolutie, grootstedelijkheid, scheiding kerk/ staat,
individualisering, …)
Er ontstaat twijfel, onzekerheid, ongelijkheid, … Dit impliceert nood aan (professionele)
begeleiding.
Aanbod van ondersteuning en begeleiding professionaliseert zich.
Heeft de naam van andragogie overgenomen
Kenmerken van agogie
Beïnvloeden en veranderen (pas sprake van als volgende voorwaarden voldaan):
o Psychosociale verandering en functioneren
Betrekking op individuele mensen of mensen in groepsverband
Wisselwerking psychisch en sociaal functioneren (ligt dicht bij elkaar)
Leerproces: gaat verder dan alleen ‘weten’ en blijft niet op dat niveau hangen (kennis)
o Beroepsmatig beïnvloeding (ook opgeleide vrijwilligers)
o ‘Veranderaar’ moet wel als zodanig herkenbaar en aanspreekbaar zijn
o Helpen veranderen moet een deel van zijn taak zijn in de job
o Doelgerichte beïnvloeding: gerichte poging tot veranderen, verandering is bedoeld
o Systematisch werken: planmatig, gebaseerd op vakkennis en ervaring
o Bewuste beïnvloeding: is open en eerlijk (geen manipulatie of indoctrinatie)
o Gewenste verandering: moet gewenst zijn door de betrokkenen
, o Vrijwillige beïnvloeding: de betrokkene moet vrijwillig ‘beïnvloedt’ worden
o Ongelijke rolverdeling: de bedoelde beïnvloeding loopt van de agoog naar de cliënt
o (Jong)volwassenen: kinderen heeft een ander deel van agogie
De betrokkenen bij de verandering
Agoog = degene die helpt veranderen, die ondersteunt, begeleidt of hulpverleent
Degene die de verandering of beïnvloeding ondergaat, noemen we de cliënt of het cliëntsysteem,
er bestaan echter verschillende benamingen voor: patiënt, pupil, bewoner, ‘gast’, deelnemer,
(bewoners)groep, doelgroep, …
= agogische aspecten
SOCIAAL AGOGISCH WERKagogische aspecten
centraal
Kinderen/jongeren Volwassenen
Agogie(k)
Pedagogie(k)
Ortho- Sociale
Orthopedagogie(k) agogie(k) agogie(k)
Pedagogie = het begeleiden, het opvoeden van kinderen
PedagogieK = de leer van het begeleiden en het opvoeden van kinderen
Agogie = is het begeleiden en veranderen van volwassenen
Agogiek = is de leer van het begeleiden en veranderen van volwassenen
Ortho agogiek = de leer van mensen die een beperking hebben
Sociale agogiek = het verhogen van de kwaliteit van bestaan van volwassenen. Begeleiden van mensen die
in een maatschappelijke moeilijke situatie zijn terecht gekomen door de drempels (discriminatie, …) in de
maatschappij in verschillende levensdomeinen (wonen, werken, …).
, Agogisch werk VS sociaal agogisch werk:
o Agogisch werk: zekere gerichtheid op psychosociale/ gedragsverandering maar dit is niet
de centrale opdracht (bv; leerkracht, verpleegkundige, arts bv; gezondheidseducatie…):
‘aspecten’
o Sociaal agogisch werk: gerichtheid op psychosociale verandering staat centraal (quality
of life) (bv; sociaal werker, ergotherapeut, psychotherapeut, orthopedagoog, …)
Beroep en werkveld
Er zijn beroepen waarin agogisch werk centraal staat en beroepen die een agogisch aspect in zich
dragen. (bv; sociaal werker, maatschappelijk werker)
De meer of minder agogische beroepen vinden we terug in een aantal werkvelden of
werkterreinen. Men spreekt in sommige gevallen ook over een bepaalde ‘sector’. (bv; CAW
Antwerpen, Netwerk tegen Armoede, Vluchtelingenwerk Vlaanderen)
Soorten cliëntsystemen
Onderscheid op basis van de aard van het psychosociale functioneren:
o Individuele personen = microniveau
o Groepen = microniveau (bv; leefgroepen, gezin, koppels, …)
o Organisaties = mesoniveau
o (Samenleving(sverbanden) = macroniveau
Afhankelijk van het soort cliëntsysteem kan de psychosociale verandering er anders uit zien
Veranderen… nader bekeken
Niet iedereen acht verandering mogelijk; een agoog acht verandering mogelijk.
Een agoog ondersteunt de betrokkenen om verantwoordelijkheid op te nemen voor de eigen
situatie en de keuze voor behoud/ verandering.
Incidenteel VS structureel
Incidenteel = oplossing voor één speciaal geval of voor een beperkte tijd
Structureel = betrekking op de structuur, het wezen van de situatie
Agogisch werk
Agogie beïnvloedt het handelen:
Je neemt verantwoordelijkheid
Je maakt een bewuste keuze
Je stelt je een doel
Je koppelt een betekenis aan je handelen
Agogisch werk is eerder ‘proces’gericht dan ‘product’gericht (dieper kijken naar wat er achter zit
dan wat je ziet of er is)
Agogisch werk is eerder gericht op de cliënt dan op het probleem:
Meer oog voor het veranderingsproces en relatie met de cliënt (zelfredzaamheid
stimuleren) dan voor het actuele probleem.