BTW
Hoofdstuk I: Algemeenheden
1. Situering
A. Europese context
– Europese belasting
– Primauteit van Europese wetgeving t.o.v. nationale wetgeving
– Belangrijkste bronnen:
§ Richtlijn: EU-landen worden verplicht bepaalde resultaten te bereiken,
maar ze mogen daarbij zelf bepalen hoe ze dat doen
§ Verordening: heeft een algemene strekking, is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
§ Beschikking: slechts gericht op rechtgevolg voor degene(n) aan wie de
beschikking is geadresseerd. Het moet dus gaan om een aanwijsbare
persoon of groep personen.
§ Rechtspraak Hof van Justitie
B. Belgische context
– Deel van fiscaal recht à indirecte belastingen
– Algemene Administratie van de Fiscaliteit ( AAFisc) bepaald de heffing
– 3 administraties : particulieren, Kmo en middelgrote ondernemingen en
grote ondernemingen
– Inning door administratie van inning en invordering
– Deel van de opbrengst wordt doorgestort naar de Europese Gemeenschap
2. BTW
– Overdrachtsbelasting
– Verbruiksbelasting (wordt uiteindelijk ‘gedragen’ door de eindverbruiker)
– Geheven door BTW-belastingplichtige
– In alle fasen van het productieproces
– Voldaan via gefractioneerde betalingen
BTW-belastingplichtige = centrale figuur in BTW-stelsel !!!
, 3. Werkingsmechanisme BTW
toeleveringsbedrijf fietsbandenbedrijf fietshandelaar particulier/
Vb: Je verkoopt een fiets:
A B C consument De bandenfabrikant gaat enkel btw betalen op het
verkopen excl btw
aankopen excl btw
10.000,00 €
0,00 €
18.500,00 €
10.000,00 €
25.000,00 €
18.500,00 € 25.000,00 €
stukje dat erbij komt: op de rubber waarmee hij de
toegevoegde waarde 10.000,00 € 8.500,00 € 6.500,00 €
fietsbanden gemaakt heeft.
verschuldigde btw 21% 2.100,00 € 3.885,00 € 5.250,00 €
Daarna komt de fiets in de Decathlon: hij mag de
aftrekbare btw 21%
te vereffenen btw
0,00 €
2.100,00 €
2.100,00 €
1.785,00 €
3.885,00 €
1.365,00 €
5.250,00 €
btw van de bandenfabrikant aftrekken, dit deel
moet hij niet meer betalen.
aan te schatkist te betalen !!De btw haalt de overheid bij de producenten die
5.250,00 € bij de productie van de fiets betrokken zijn
4. Toepassingsgebied
4.1 Territoriaal en begrippen
Art. 1
§2
1° Lid-Staat: het binnenland
2° Gemeenschap: het binnenland van de Lid-Staten
3° derdelands gebied: elk ander grondgebied
§3 Het binnenland: iedere Lid-Staat van de Europese Unie
§4 Het binnenland omvat niet
§5 Het binnenland omvat wel
§6
1° Intracommunautair goederenvervoer: vervoer tussen twee Lidstaten
2° plaats van vertrek: beginplaats
3° plaats van aankomst: eindplaats
4° accijnsproducten: energieproducten, alcohol, tabaksfabrikaten
§12
1° Belastbaar feit = belastbare handeling
2° Opeisbaarheid van belasting = verschuldigdheid van de BTW
EU-landen:
,4.2 Belastbare handelingen
• Art. 2: Levering goederen
• Art. 2: Verstrekken diensten
• Art. 3: Invoer
• Art. 3bis: Intracommunautaire verwerving
Art. 2
De leveringen van goederen en diensten die door een als zodanig handelende
belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht, zijn aan de belasting onderworpen
wanneer ze in België plaatsvinden.
4.3 Plaats
Belastbare handelingen kunnen enkel aan Belgische BTW onderworpen zijn als de plaats van
de handeling zich in België situeert !!!
5 Essentiële begrippen
• Belastbaar feit = belastbare handeling (art 1 §12 1°)
• Tijdstip = ogenblik van de handeling
• Opeisbaarheid = verschuldigdheid van de BTW (art 1 §12 2°)
• Tijdstip voldoening BTW = periodieke BTW aangifte
6 BTW denkpatroon
1. Wordt de handeling verricht door een BTW-belastingplichtige?
2. Stelt de BTW-bp een belastbare handeling?
3. Vindt de belastbare handeling plaats in België?
4. Kan vrijstelling ingeroepen worden?
5. Wie is schuldenaar van de BTW?
, Hoofdstuk II: De BTW-belastingplichtige
Art. 4:
§1 Belastingplichtige is eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit
geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen
van goederen of diensten verricht die in dit Wetboek omschreven zijn, ongeacht op welke
plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend.
§ 2. De Koning kan, in de gevallen en volgens de regels die Hij bepaalt, de in België
gevestigde personen die juridisch gezien wel zelfstandig zijn, doch financieel, economisch en
organisatorisch nauw met elkaar verbonden zijn, voor de toepassing van dit Wetboek als één
belastingplichtige aanmerken.
à Juridisch zelfstandige ondernemingen die nauwe financiële, economische en
organisatorische banden hebben & die allemaal in België BTW-plichtig zijn
Ze gaan zich groeperen voor btw-doeleinden
à Ze worden gezien als één BTW- belastingplichtige tov btw-administratie
Elk lid behoudt wel zijn BTW-nummer tov derden
Voordelen
– Intragroepstransacties vallen buiten BTW-sfeer
d.i. geen doorfacturatie nodig
– Handelingen met derden worden geacht door BTW-eenheid verricht di. 1 aangifte per
BTW-eenheid
– 1 lid van de groep is vertegenwoordiger tov staat
Nadeel
Alle groepsleden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de BTW-schulden van elk
groepslid
Soorten btw-belastingplichtigen
BTW-belastingplichtigen die een normale BTW-aangifte (625) indienen
• Gewone bp (Bv: Albert Hein, de notaris)
• Gemengde bp = belaste + vrijgestelde activiteiten (art 44)
à doen enerzijds handelingen waarvoor ze verplicht zijn btw te betalen en ook
handelingen waarvoor ze zijn vrijgesteld
Bv: huisarts die zieke mensen verzorgd, maar die ook botox plaats à botox wel btw
• Gedeeltelijke bp = belaste + niet-belaste activiteiten
à mensen die in bijberoep nog een zelfstandige activiteit doen
Bv: schilder werkt bij een schilderbedrijf en int weekend nog bij vrienden schilderen
tegen vergoeding