Architectuurgeschiedenis door een
kunstwetenschappenstudent
Karolingische architectuur, afl. 1
1.1 BASILICA, BAPTISTERIUM, MARTYRIUM
Bij de val van het West-Romeinse Keizerrijk in 476 n.C. bleef er nog slechts weinig over van
de technische kennis die geleid had tot bouwwerken als het Pantheon en de basilica van
Maxentius. De complexe bouworganisatie die nodig was om dergelijke gigantische
constructies in een korte tijd te realiseren, had de slechte economische toestand, het
inkrimpen van de antieke steden (door bevolkingsafname) en het ineenstorten van de
politieke en administratieve structuren niet overleefd. De bouwproductie werd
kleinschaliger, ambachtelijker en primitiever op technisch vlak. Dit wil evenwel niet zeggen
dat de antieke traditie in het bouwen volledig verloren ging: basisbewerkingen als
steenhouwen, metselen e.d. werden niet opnieuw uitgevonden! Uit deze ambachtelijke,
traditionele onderstroom zullen echter nieuwe, originele constructiesystemen en
ruimteoplossingen ontstaan. In die zin is het verhaal over de Karolingische, romaanse en
gotische architectuur, dat met dit hoofdstuk begint, een “nieuw” verhaal, d.w.z. een
ontstaansgeschiedenis met een minimale voorgeschiedenis.
Waar ligt nu de continuïteit? Is er een overdracht van het architecturale erfgoed van Rome
aan de zgn. “middeleeuwen”? Ja, maar niet op het vlak van bouwtechnologie en
structuurtypes. De belangrijke continuïteitsfactor ligt vervat in de rol van de christelijke Kerk,
die de belangrijkste bouwheer van de West-Europese middeleeuwen wordt. De Kerk nam
gedeeltelijk de politieke macht over in het voormalige Keizerrijk (vooral op organisatorisch
vlak). Na de ineenstorting van het complexe juridische, politieke en administratieve apparaat
van het Keizerrijk bleef zij immers als de énige grensoverschrijdende, goed georganiseerde
structuur over: zij vulde in feite een leemte op. In het Late Keizerrijk (4de eeuw) had zij een
officiële plaats gekregen in het Romeinse staatsbestel en meteen ook het recht op een
officiële architectuur (godsdienst toegelaten vanaf 313, staatsgodsdienst vanaf 383). De
basistypes hiervan waren:
de basilica, de drie- of meerbeukige zaal, dienstdoend als ruimte waar de
geloofsgemeenschap bijeenkomt, geïnspireerd op de prestigieuze keizerlijke
gerechtszalen, troonzalen, audiëntiezalen
het martyrium/mausoleum en het baptisterium, beiden centraalbouw (d.w.z. met
centraalsymmetrisch grondplan), evenzeer geïnspireerd door de officiële architectuur
van het Keizerrijk als de basilica, waarvan we de (liturgische) functie of betekenis
later zullen bespreken.
Met deze basistypes wordt eeuwenlang geëxperimenteerd: dit is het eigenlijke erfgoed van
Rome. Wij zullen een bijzondere aandacht schenken aan hun betekenisinhoud.
Na val van RR valt veel weg, wel continuïteit: de Kerk als instelling die bouwtradities uit de
keizertijd mee doet overleven
1
,De basismodellen v.d. christelijke architectuur die in vierde eeuw na chr. tot stand komen
zijn nog na val WRR van belang
Basilica
= vergaderzaal, plaats waar christelijke gemeenschap bijeenkomt
longitudinaal ontwikkeld, apsis op de langs-as
-Rome, Santa Sabina, 422-432 NC
Heeft: schip, met beuken (middenbeuk; zijbeuken), bogenrij op zuilen (arcade)
Driebeukig schip
Middenbeuk is hoger dan zijbeuken, mogelijkheid tot lichtbeuk
Middenbeuk loopt uit in apsis
Longitudinaal grondplan, langs-as
-Rome, santi cosma e damiano
-Ravenne, sant’apollinare
-Vienne, St-Pierre
= meer naar het noorden
De omhullende muren zijn nog 5de -eeuws , de rest gerenoveerd in 11de eeuw
-Zamora, San Pedro de la Nave, 7de eeuw
= in noord Spanje
Herkennen mini schip met complexe opbouw met dwarsbeuk/transept = invloed uit
christelijk Syrië
Adh van missionarissen tot bij ons gekomen, wel veel minder dan Noord-Spanje
-interieur is afgeschraapt, afwerking eraf gehaald
-Oviedo, Santa Maria de Naranco
= burgerlijke architectuur, paleis architectuur
= troonzaal van Ramiro I
Grondplan: rechthoek met portiek aan weerskanten
2
,Ook afgeschraapt interieur
Baptisterium
=voor dopen
(=toen ritueel dat bij volwassenen werd uitgevoerd met volledig onderdompelen)
(Doopritueel= verwant aan sterven, herrijzen) = miss geïnspireerd door
keizerlijke mausolea + ook ambulatoria bij mausoleum
MR niet alle baptisteria een ambulatorium
-Rome, St Jan in Lateraan
= achthoek, centraalplan
-centraal gedeelte dat door acht zuilen wordt afgebakend, daar rond = ambulatorium
-Ravenna, mausoleum vd Ariaanse christenen, 5E eeuw
Heeft koepelversiering die naar het dopen wijst
-Marseille, baptisterium St Victor
Centrale achthoek met ambulatorium en in hoeken halfronde uitstulpingen zodat je
vierkante omhulling kan maken (= ook apsis)
-Albenga, Baptisterium, 5e eeuw
Is geen apsissen maar met spaarnis
Milaan, Baptisterium vd H. Ambrosius, 4e eeuw zou basismodel zijn
Met teksten van Ambrosius hierover met getallensymboliek (bv 8)
Oneindigheid, eeuwige leven: achthoekig gebouw
Dus gokken we dat het een achthoek was, ook wel sporen gevonden
MR alles totaal niet zeker geweten over dit gebouw
Basilicagroep + Baptisterium
Baptisterium en basilica komen samen voor, basilica’s zijn niet altijd alleen, dikwijls meerder
bijeen in belangrijke stad (bv. Met bisschop)
-Metz, St Etienne: extreem geval van groepering
3
, Winterkerk: In de winter, voor Pasen, wordt grote basilica benut : gedoopten +
nietgedoopten mogen binnen
Zomerkerk: In de zomer, kleinere zomerkerk: nietgedoopten kunnen buiten blijven
Kathedraal St. Etienne van Metz is gegroeid uit kleine zomerkerk blijkbaar= gotische
kathedraal
dit fenomeen bestond ook buiten steden
-Centula (Abbéville, F.), St Riquier, 8ste E
= zeer belangrijke Karolingische abdij met duidelijke kerkengroep
Men trekt rond tijdens mis vh ene altaar naar het andere, en in processie vh ene gebouw
naar het andere vandaar overdekte processieweg
= verschillende basilica dus
Geen apart baptisterium aanwezig… (monniken hoorden geen kinderen te hebben)
Na tijdje is baptisterium een aanhangsel/inbouwsel van de basilica geworden
Martyrium
=plekken waar martelaar wordt herdacht (graf of reliek aanwezig)
Al gauw versmelting met basilica
-Rome, St Pieter, 4e eeuw
= versmelting basilica + martyrium
= vroegchristelijke St Pieter
-groot atrium/voorhof
-hele zaak is naar het Westen gekeerd (traditioneel was het naar het Oosten)
- schip met twee zijbeuken aan elke kant, vijfbeukig schip
-dwarsbeuk/ transept met aansluitend de apsis
= martyriumzone, graf van St Pieter zou vlak voor apsis zijn
-grote ronde aanhangsels zijn keizerlijke mausolea
Basisformule vd late middeleeuwse kerk: gebouwen krijgen wijding, er moet reliek van de
gewijdene zijn en men komt er naartoe om die heilige/martelaar te vereren
4