PIJN
REVAKI BACH -2023
PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
,INHOUD VAN DE CURSUS
q Inleiding
q Hoofdstuk 1: Van pijnprikkel tot pijngewaarwording
1. Pijnkabelmodel
2. De nociceptoren en soorten afferente vezels
> Primaire vs secundaire pijn
3. De achterhoorn als eerste beslissingsstation
4. Pijnbanen
5. Pijn in de hersenen
6. Descenderende pijnmodulerende systemen
7. Besluit
q Hoofdstuk 2: Van acute naar chronische pijn
1. Acute versus chronische pijn
2. Plasticiteit CZS
> Primaire en secundiare Hyperalgesie via Perifere en centrale sensitisatie
> Mechanismen van plasticiteit
3. Beïnvloedende factoren bij overgang acuut-chronisch
4. Implicaties:
> Preventie
> Therapie
q Hoofdstuk 3: Neuropatische pijn
1. Intro
2. Kenmerken neuropatische pijn
3. Mechanismen betrokken bij neuropatische pijn
> Perifeer
> Centraal
q Hoofdstuk 4: Fantoompijn en enkele neurogene pijnsymdromen
1. Fantoompijn
2. Complex regionaal pijn syndroom
3. Postherpetische neuralgie
4. Trigeminus neuralgie
5. Pijn na ruggenmerglaesies
6. Post CVA pijn
q Hoofdstuk 5: Gerefereerde en radiculaire pijn
1. Inleiding
2. Visceraal gerefereerde pijn
3. Somatisch gerefereerde pijn
4. Radiculaire pijn
2 PIJN
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
,q Hoofdstuk 6: Respons van immuun, endocriene, motorische en sympatische systeem op pijn
/ Pijn en stress
1. Inleiding
2. Hypothalamus-pituitary-adrenal axis
> Cortisol
3. Sympathoadrenal axis en Sympathetic neural axis
> Adrenaline-noradrenaline
4. Immuun
> Cytokines
5. Motorisch
q Hoofdstuk 7: Het meten van pijn
1. Inleiding
2. Waarom pijnmeting?
3. Goede meetinstrumenten
4. Types van pijnmetingen
5. Meting van pijngewaarwording
6. Meten van pijngedrag
7. Meten van overtuigingen en coping-strategieën
8. Effecten op fysiek en psychisch functioneren, en levenskwaliteit
9. Factoren die beoordeling en meting van pijn kunnen beïnvloeden
q Hoofdstuk 8: Behandeling van pijn (introductie)
1. Aangrijpingsplaatsen van behandeling
2. Perifere analgetica
3. Centrale analgetica
4. Lokale anesthesie en blokkades
5. Neuro- en psychochirurgische operaties
6. Neuromodulatie technieken (zie deel fysiotechniek)
7. Psychologische-gedragsmatige methoden (zie deel kinesitherapeutische behandeling
chronische pijn)
8. Multimodale behandeling
q Hoofdstuk 9: Placebo
1. Inleiding en terminologie
2. Mythes over placebo
3. Neurobiologische mechanismen van het placebo-effect
4. Hersenactiviteit bij placebo
5. Placebo in klinische praktijk
PIJN 3
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
,q Hoofdstuk 10: Chronische pijn
LES 7: biopsychosociale benadering
Definitie van pijn
Waarom voelen we pijn?
Wat veroorzaakt eigenlijk overmatige pijn?
Icd-11
Samenvatting
Introductie: benadering van chronische pijn
Biopsychosociale benadering in de praktijk
PSCEBSM-model (pijn)
1a pain duration
1b regionale eerder dan discrete klachten
1c nociceptieve pijn
1d neuropathische pijn
4. Stimulus-gebnden hypersensitiviteit
2. Voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor
5. Aanwezigheid van co-morbiditeit(en)
PSCEBSM-model (somatische en medische factoren)
PSCEBSM-model (cognities en emoties)
PSCEBSM-model (behavoior)
PSCEBSM-model (sociaal)
PSCEBSM-model (motivatie)
LES 8: rol van de kinesitherapeur in de behandeling
Opfrisser van de pijnmechanismen:
8.1 management van chronische pijn
8.2 motiverende gespreksvoering
8.3 rol van de kinesitherapeut
8.3.1 pijneducatie
> Doelen van pijneducatie
> Inhoud van pijneducatie
> Neurofysiologie uitleggen
8.3.2 gedragsmatige interventies
Zelf-regulatiemodel (leventhal en collega’s (1980))
> CBT (= cognitieve gedragstherapie)
Hoe ontstaat gedrag?
® Verklaringsmodel 1: operante conditionering
Toepassing binnen de revalidatie
> Graded activity (GA)
® Verklaringsmodel 2: fear – avoidance model
> Exposure therapy
Graded motor imagery (gmi) therapy
> ACT: acceptance and commitment therapy
Verschil cbt en act
Act binnen kinesitherapie
> Fysieke activiteit
> Voldoende slaap
> Gezonde voeding (incl. Roken)
LES 9: casusbespreking
(Voorbereiding)
Casusbespreking
Etiologie
Ontstaansmodel
Casuïstiek
4 PIJN
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
,INLEIDING
q HEERSENDE IDEEËN OVER PIJN à 12 JUIST/FOUT VRAGEN (ZIE PPT)
q PIJN HEEFT VELE DIMENSIES
VOORBEELD: met hamer slag op duim Þ gelaat vertrekt, vloek, houdt op met timmeren
• Pijn zinvol en begrijpelijk
• Prikkel, nociceptie en pijngewaarwording mooi in serie
Dit is de simpelste vorm van pijn. De ernst van de pijn zal hierbij wel gerelateerd zijn aan de ernst van de
verwonding.
AUTOMUTILATIE
• Waarom beschadigen mensen zichzelf?
• Psychiatrische stoornis?
• Sensibiliteitsstoornis?
• Ervaren ze pijn als aangenaam?
VROUW MET DE BRILLEN
• Vrouw 67, reeds 37 jaar aangezichtspijn
• 15 brillen, 26 gebitten
• Reist alle specialisten af
• Pijngedrag heeft doel voor haar: weg van eenzaamheid
CONGENITALE ANALGESIE
• Afwezigheid van pijnzin
• Verwondingen vanaf eerste levensdagen
• Hebben extreme medische zorg nodig
• Pijnzin = vitale sensibiliteit
• Video zie Toledo: A life without pain. (Gabby, Miriam, Jamilah)
q DEFINITIE VAN PIJN
PIJN = een onaangename sensorische en emotionele ervaring die wordt opgewekt door een (dreigende)
weefselbeschadiging, of wordt beschreven in termen van een weefselbeschadiging.
Belangrijke onderdelen in definitie:
• Pijn is subjectief.
• Ieder individu leert het woord pijn te gebruiken op basis van ervaringen met
weefselschade vroeg in het leven.
• meten is moeilijk
• Pijn is een emotie
• Weefselschade is niet noodzakelijk: pijnkabel model achterhaald, wel flexibel en leerbaar
pijnsysteem
q INDELINGEN VAN PIJN
• Ideaal: indeling volgens ontstaansmechanisme (moeilijk bij chronische pijn)
• Plaats van de pijn
• Plaats van de oorsprong
PIJN 5
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
, • Somato (weefsel)
• Viscero (organen)
• Neuro (zenuwen)
• Psychogeen (hersenen)
à Men vermijdt echter deze onderverdeling, om mensen geen stempels te geven.
• Somatisch versus psychisch
• Nociceptief versus non nociceptief
• Tijdsduur: Acuut of chronisch
q EPIDEMIOLOGIE VAN PIJN
• Het voorkomen van pijn in de samenleving bestuderen
• Zo kunnen belangrijke verbanden ontdekt worden, vb stad of platteland, man of vrouw, kinderen
en ouderen,…
• Risicofactoren kunnen afgeleid worden die belangrijk zijn voor preventie: vb lichamelijke
inactiviteit, roken, eetgewoonten, werkomstandigheden, stress enz;
• Meest voorkomende regionale pijnsyndromen zijn rug-, heup-, en nekpijn (1/3 tot 1/4 mensen),
widespread pain 1/10
• Verschillende patronen voor mannen en vrouwen:
• Vrouwen rapporteren meer ernstige pijn en meer frequent en meer aanhoudend
• Verschillende patronen naar gelang de cultuur
• Percentage van pijn-gerelateerde beperkingen hoger bij lager maatschappelijke klassen
• Verschillend voorkomen van bepaalde vormen van pijn in functie van leeftijd
The 1-month population prevalence in a UK population of regional pain symptoms
lasting at least 1 day. (Reproduced from Hunt et al 1999. Copyright 1999 Oxford University Press.) 41
6 PIJN
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
, Kenmerkende pieken en patronen 42
* Herpes zoster: gordelroos (zona) à blaasjes, pijnlijk, kan ook in het gelaat voorkomen
Figuren kunnen uitleggen:
A) Op jonge leeftijd hebben meer jongens er last van en op oudere leeftijd meer vrouwen. Er is een
effect van leeftijd (want het is geen flat line). Bij de mannen is het bijna een omgekeerde U-vorm.
B) Stijgende curve: effect van leeftijd (bij adolescentie nog geen last, maar vanaf 45 ongeveer wel en
steeds meer last) Het is dus een degeneratieve aandoening. Amper verschil tussen mannen en
vrouwen.
C) Geen groot verschil tussen mannen en vrouwen, maar in het midden toch meer bij vrouwen, piekje.
Dit wijst erop dat stress een beïnvloedende factor is (tijdens die periode van het leven is er vaak veel
stress en drukte).
D) Amper verschil tussen mannen en vrouwen. Vooral last van op jonge leeftijd, met toenemende
leeftijd neemt het af.
E) Net zoals bij rugpijn een piek rond 45 jaar (meeste stress). De piek is vooral bij mannen!
F) Bij mannen 2 pieken (rond adolescentie en rond 55 jaar) en bij vrouwen enkel piek rond 55 jaar, ervoor
stijgende lijn. Na die laatste piek daalt het.
PIJN 7
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
, Epidemiologie
• Herpes zoster:
• vooral op jonge en oude leeftijd; te maken met weerstand?
• Op jonge leeftijd hoofdzakelijk mannen, op oude leeftijd vrouwen
• Artrose:
• Zelden op jonge leeftijd (slijtagetheorie)
Epidemiologie
• nauwelijks verschil tussen geslachten
• Rugpijn met ischias:
• Vooral in middenste levensfase. Ambities, maatschappelijke eisen, problemen
huwelijk werk???
• Hoofdpijn:
43
• Hoogste frequentie op jong volwassen leeftijd, geleidelijk afnemend op
hogere leeftijd
• Migraine:
• piek in middenste levensfase, afnemend tot nul bij stijgen van leeftijd
• Maagzweer:
• Piek rond 60, en extra piek rond 30 voor mannen. Beroep, pensioen??
44
8 PIJN
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
,HOOFDSTUK 1: VAN PIJNPRIKKEL TOT PIJNGEWAARWORDING.
1.1. PIJNKABELMODEL
BIJ NOCICEPTIEVE PIJN
1. Stimulus (pijnlijke prikkel)
2. Impuls transmissie (impuls transmissie door actiepotentiale op de wekken)
3. Dorsale hoorn (actiepotentialen langs C- en A-delta vezels naar de dorsale hoorn)
4. 4. synaptische transmissie
Synaptische transmissie
• Aankomst van AP
veroorzaakt opening
kanalen op uiteinden van
perifere afferente
sensorische vezels.
• Vesicles die
neurotransmitters
bevatten fuseren met
presynaptisch membraan
en laten hun inhoud los in
synaptische spleet.
• Neurotransmitters binden
met receptoren op post-
synaptische membraan
5. Postsynaptisch:
51
Influx en efflux van stoffen die voortgang van AP langs axonen van ruggenmerg naar brein
toelaat.
6. Verwerking en perceptie:
Pijninformatie wordt opgevangen en verwerkt door de hogere centra in de hersenen: het
individu ervaart pijn.
PIJN 9
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF
, 1.2. DE NOCICEPTOREN EN SOORTEN AFFERENTE VEZELS
NEUROFYSIOLOGIE - NOCICEPTIEVE PIJN
• Vroeger dacht men: pijn door excessieve stimulatie van receptoren van andere sensaties (tast,
druk…)
• Nociceptoren zijn relatief ongespecialiseerde zenuwcel-uiteinden die de sensatie van pijn
opwekken.
• Cellichaam in dorsale ganglion (of trigeminal ganglion), axon naar de periferie, axon
naar ruggenmerg (of hersenstam).
ONDERZOEK NAAR NOCICEPTOREN :
Nociceptor
Men1987
Fields heeft met een naald een micro-elektrode ingebracht en men is binnengedrongen in een afferente
zenuw. Als er actiepotentialen door de zenuwvezel gaan dan horen we dat als een tik geluid. Men heeft
dit proberen toe te passen op verschillende types afferente zenuwen: temperatuur specifieke vezels en
nociceptieve onder anderen.
Er kan enkel informatie gegeven worden doorheen de temperatuur vezels over lagere temperatuur dan
45 graden want vanaf dan wordt er geplaffoneerd en voelen we de warmte eigenlijk niet meer, vanaf
deze drempel worden de nociceptoren actief vandaar dat we dan pijn voelen. Dus 45° is de drempel
voor pijn in deze situatie. Een thermoreceptor vertelt je niet of de temperatuur gevaarlijk is of niet, want
het heeft een plafond. Het vertelt je enkel informatie over lagere, niet gevaarlijke temperaturen.
NOCICEPTOREN- AFFERENTEN
De receptor vangt de prikkel op en vervolgens zijn er twee type vezels die de prikkel doorgeven :
• C-vezels:
o Ongemyeliniseerd
o Geleidingssnelheid: 0.4-1m/s
o Polymodaal: hoge intensiteit mechanische, chemische, thermische prikkels
• A-delta-vezels:
o Gemyeliniseerd
o Geleidingssnelheid: 5 tot 30 m/s
o Thermisch of mechanisch (geen chemische)
10 PIJN
REVAKI BACH -2023 / PROF. VERSCHUEREN & DR. DE GROEF