Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Ethiek in sociaal werk - Sociaal Wetenschappelijk Kader 8: Onderwijs & Ethiek (2000SWK819) + oefenvragen met antwoorden en literatuur €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Ethiek in sociaal werk - Sociaal Wetenschappelijk Kader 8: Onderwijs & Ethiek (2000SWK819) + oefenvragen met antwoorden en literatuur

3 revues
 185 vues  9 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting Ethiek in sociaal werk - Sociaal Wetenschappelijk Kader 8: Onderwijs & Ethiek (2000SWK819) + oefenvragen met antwoorden en literatuur uit het boek ethiek in sociaal werk

Aperçu 3 sur 24  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 6 en 7
  • 9 juin 2023
  • 24
  • 2022/2023
  • Resume

3  revues

review-writer-avatar

Par: simonevriend • 4 mois de cela

review-writer-avatar

Par: tiffanyjungblut • 5 mois de cela

review-writer-avatar

Par: melanievandervliet • 1 année de cela

avatar-seller
SWK 8 onderwijs & ethiek hoorcollege 1 normatieve professionaliteit

Gouden regel: de plicht om rekening te houden met de belangen en waardigheid van
anderen, zoals men dat ook van zichzelf zou verwachten. Over het algemeen wordt het
kwaad beschouwd als gedrag dat schadelijk is voor anderen en dat bewust en opzettelijk
wordt gedaan.

Sociale processen die een rol spelen bij het ontstaan van slecht gedrag:
1. Gedachteloos de eerste kleine stap nemen (maakt de volgende stap makkelijker)
2. Ontmenselijken van anderen (stigmatiseren)
3. Afstand nemen van jezelf als individu (anonimiteit in plaats van identiteit)
4. Afstand nemen van persoonlijke verantwoordelijkheid (sociale norm)
5. Blind gehoorzamen aan autoriteit (bijvoorbeeld een wit pak aandoen)
6. Conformeren aan groepsnormen (groepsdruk)
7. Passieve tolerantie van slecht gedrag

Normatieve professionaliteit (waarom is dit voor pedagogen belangrijk?):
 Een mens kan makkelijk geïndoctrineerd worden als je hier niet bewust van bent en
dan kunt je zelf verliezen.
 Naast het ontwikkelen van de technisch-instrumentele professionaliteit moet een
pedagoog ook kunnen oordelen over de vraag in hoeverre het streven nar effectiviteit
aansluit op de ruimere bedoeling van het opvoeden, namelijk oriëntatie op de
eigenstandigheid (zelf) van het kind.
 Kwetsbare mensen
 Gevoelige informatie
 Machtspositie
 Het krachtenveld van verschillende belangen (organisatie en klanten denken anders)

Verschillende niveaus (morele problemen):
 Micro-niveau: werken met een cliënt die zelfmoordgedachten heeft en moet beslissen
of zij de vertrouwelijkheid moet bewaren of contact moet opnemen met de autoriteiten
voor de veiligheid van de cliënt.
 Meso-niveau: en team moet beslissen om te stoppen met de behandeling van en
cliënt die zich weigert om zich aan de afspraken te houden maar zijn terugval kan
leiden voor onveiligheid van anderen.
 Macro-niveau: beleidsmakers moeten beslissen of ze voldoende middelen kunnen
toewijzen aan een organisatie om toegang te bieden tot kwalitatief hoogwaardige en
betaalbare diensten voor alle burgers, en hoe ze het evenwicht kunnen bewaren
tussen kostenbeheersing en het waarborgen van kwaliteit van zorg.

Signaleren van morele problemen: de professional kan gezien worden als hoeder van
waarden, omdat men zich kan beroepen op de universele verklaring van de rechten van de
mens, dus iets wat op macroniveau besloten is, kan op microniveau worden toegepast.
 Omdat je veel invloed kunt hebben op het leven van anderen moet je je goed kunnen
verantwoorden. Dus weet wat de visie van je werk is en welke waarden voor je
belangrijk zijn en waarom je bepaalde keuze hebt gemaakt. Maar het is aanlokkelijk
om je eigen verantwoordelijkheid te ontlopen (ik deed wat iedereen deed).

,Hannah Arendt:
 Banaliteit van get kwaad (houden ons liever met banale dingen bezig dan dat we ons
druk maken om de moraal). Dus wie niet wil nadenken, kan zich niettemin aan het
kwade overgeven. Het voorkomen hiervan doe je om je verantwoordelijkheid te
nemen ook omdat morele problemen complex kunnen zijn.

Moraal: geheel van handelingen die als sociaal wenselijk of maatschappelijke als gewenst
wordt gezien.

Waarden: abstracte begrijppen wat we waardevol vinden en waarnaar we streven (idealen)

Normen: handelingsvoorschriften, hoe je moet handelen (waarden worden vertaald in
normen)

Deugd: een min of meer goede eigenschap die ertoe leidt dat een persoon goed handelt

Ethiek: de systematische reflectie op morele vragen, op basis van rationele argumenten
1. Descriptieve (beschrijvende) ethiek: hoe mensen zich gedragen (feiten)
2. Prescriptieve of normatieve (voorschrijvende ethiek): hoe mensen zich zouden
moeten gedragen (waarden). Bijvoorbeeld de beroepscode en normatieve theorieën.
3. Meta-ethiek (bestudeert fundamentele morele vraagstukken): kunnen waarden
universeel zijn? wat verstaan we onder vrijheid (h6) en sociale rechtvaardigheid (h7)?

Moreel probleem: als de waarden botsen (een app die info opslaat over gezondheid maar
ook inbreekt op de privacy)

Ethische dilemma’s: de meest gecompliceerde morele problemen (er is geen perfecte
oplossing). Bijvoorbeeld trolleyprobleem, hoe kies je tussen 2 kwaden.

Intuïtieve moraal: mensen kunnen rationeel nadenken over morele vragen en ook moreel
handelen op basis van emoties en intuïtie (intuïtieve moral). Zit als instinct in je:
1. Hechtingsmoraal: het is goed om voor je naasten te zorgen
2. Geweldsmoraal: het is goed om jezelf en naasten te beschermen tegen
levensbedreigingen (overlevingsinstinct)
3. Reinigingsmoraal: het is goed om je wereld zuiver te houden (zondebok)
4. Samenwerkingsmoraal: het is goed om constructief samen te werken (slapen in de
trein en mensen vertrouwen)

Een normatieve pedagoog houdt rekening met respect en autonomie. Dit houdt in dat je de
cliënt in zijn waarde laat, iedereen accepteert. Vroeger werd je gestraft als je arm was en
hielpen we niet. Mensen ondersteunen in het vergroten van de regie over hun eigen leven
(empowerment)

Vrijheid:
 Wilsvrijheid of ‘de vrije wil’: wat wil ik?
 Maatschappelijke vrijheid: wordt bepaald door andere mensen of sociale
omstandigheden of iemand kan doen wat hij graag wil. Pedagoog zoekt balans
tussen deze twee vrijheden:

, 1. Positieve vrijheid: je leven inrichten zoals jij dat wilt en je eigen doelen nastreven
(zeggenschap over je eigen leven). een valkuil is dat de staat zoveel macht krijgt
dat ze zelfs ingrijpt in het privéleven. Rousseau & Marx. Hier loop je het risico dat
mensen worden verwaarloosd.
2. Negatieve vrijheid: anderen bepalen niet wat iemand kan doen (vrij zijn van
anderen) Locke & Mill. Geen dwang en eigen keuzes maken.

Sociale rechtvaardigheid: capability benadering (de capaciteit van een persoon om
belangrijke dingen te doen voor henzelf dus een betekenis zoeken).

Morele ontwikkeling: mensen die normen en waarden eigen maken, als ze die internaliseren
is er sprake van een geweten. Daarbij helpen de volgende twee sociale emoties (te veel
heeft schaduwkanten):
1. Schaamte (18 maanden – 2 jaar): gericht op het wij en de emotie dat mensen liever
niet door de gemeenschap veroordeeld willen worden.
2. Schuld (vanaf 3,4 jaar): gericht op het ik. Iemand probeert in overeenstemming met
zijn geweten te handelen, ander ontstaan er schuldgevoelens.

Freud:
 Hysterie, obsessie en neurosen te genezen in zwang. Experimenteren met hypnose
en drugs.
 Freud is bekend geworden met de theorie om afwijkend gedrag te verklaren en te
behandelen.
 Seks en agressie
 Super ego (über ich): hoe het hoort te zijn (controle). Het stemmetje van je ouders en
dus het ego ideaal.
 Ego (ich): regulerende functie (realiteit). Bewuste (mag niet).
 Id (es): instincten en onbewuste wensen. Het gedeelte van jezelf dat je nog niet in
bezit hebt (fantaseren).

Kohlberg’s theorie van morele ontwikkeling
 Niveau 1: preconventionele moraal  goed is wat niet bestraft wordt en voor wat
hoort wat.
 Niveau 2: conventionele moraal  goed is wat het systeem van je vraagt en
gehoorzaamheid aan de wet.
 Niveau 3: postconventioneel niveau  oriëntatie op het sociale mensenrechten en
iniversele ethische principe en eigen geweten.

Hier kwam kritiek op dus carol gilligan keek op een concrete manier.
 Niveau 1: preconventionele moraal  is gericht op eigen belangen (egoism)
 Niveau 2: conventionele moraal  is gericht op de verantwoordelijkheden naar
anderen toe (altruism).
 Niveau 3: postconventioneel niveau  evenwicht tussen belang van zichzelf en dat
van de ander.
 Bij kohlberg deden alleen maar jongens mee en carol keek naar mensen in het
algemeen.
 De overgangen tussen de stadia worden niet zoals bij kohlberg bepaald door
cognitieve ontwikkeling, maar door de ontwikkeling van ‘het zelf’.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur madeliefdegraaf. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  9x  vendu
  • (3)
  Ajouter