WETTELIJKE DEFINITIE
Uitgangspunt = ‘nonprofit’ is hoe dat het in de wet ingeschreven staat.
Weten dat de linker kolom allemaal
501 c’s zijn. Sommige zijn zeer
grote/brede categorieën en andere
zijn uitzonderingscategorie. De
staat beslist wat de juridische
categorieën zijn.
,! Internationale vergelijking: bottom-line = andere regelgevende
Ondanks dat deze social profits op papier ‘hetzelfde zijn’, zijn ze actief in een andere
juridische omgeving, wat leidt tot andere keuzes.
FUNCTIONELE DEFINITIE
Uitgangspunt = je bent wat je doet
1. Het dienen van het ‘publieke belang’: hulp aan specifieke doelgroepen: armen,
ouderen, zieken (= private activiteiten voor het publieke goed)
2. De manier ‘waarop’:
• Selfless – altruism
• Exclusive public benefit
• Direct service delivery
• Geen winstmotief – verbod op winstverdeling
ECONOMISCHE DEFINITIE
Inkomstenstructuur: Inkomen niet hoofdzakelijk uit verkoop van goederen en diensten,
of belastingen, maar uit giften en bijdragen van leden en uit overheidssubsidies
“Residuele economische entiteiten” = randactiviteiten, dit zijn geen hoofdactiviteiten:
De organisaties die overblijven wanneer commerciële firma’s, overheidsdiensten en
huishoudens geïdentificeerd zijn.
Non-distribution contstraint (Angelsaksische wereld) vs. Limited
distribution constraint (West-Europa)
Hervorming vzw- wetgeving België 2019-’20
, Definitie van de vzw werd aangepast zodat
het duidelijker werd. Juridisch gezien zijn
vzw’s bedrijven, maar er mag geen
winstverdeling zijn naar eigenaars toe.
Bv. Je hebt een vzw en die verkoopt een
biertje. Dit is uit de hand gelopen. In
Antwerpen kan je dat biertje in bepaalde
cafés drinken en Inbev had er commentaar
op en er zijn rechtszaken uit
voortgekomen, want vzw’s krijgen
stadssteun, dus je kan niet zomaar
ingrijpen in de markt. Het moet eerlijk zijn
en concurrentie moet spelen.
OEFENING 1
Lees het krantenartikel (Ufora > inhoud > Les 1)
Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen een vzw en een onderneming (5)?
STRUCTUREEL-OPERATIONELE DEFINITIE
Structuur en werking van de organisatie, 5 kenmerken:
• Georganiseerd, geïnstitutionaliseerd
o Mate van formaliteit, groep mensen met gemeenschappelijke doelen, en een
gemeenschappelijke visie van aanpak
• Privaat, afgescheiden van de overheid
o Geen deel van overheidsapparaat
o Kunnen wel subsidies van overheid ontvangen
o Lakmoesproef: kan de organisatie zichzelf opheffen?
• Zelfbesturend = burgers moeten het oprichten & ook besturen
o Organisatie moet eigen activiteiten kunnen controleren
o Eigen procedures en autonomie
o Overheidsvertegenwoordiger in RvB kan
Burgers moeten zelfstandig autonomie initiatief nemen om de organisatie op te richten.
Hybridisering = grenzen zijn heel doorlaatbaar.
, • Non profit-distributing
o Mogen winst maken
o Maar winst mag niet uitgekeerd worden
o Investeren in de organisatie
o Geen expliciet winstmotief
• Vrijwillig
o Vrijwilligers werken mee in de organisatie (vb. via raad van bestuur)
o Lidmaatschap, donaties etc. zijn ook vrijwillig. Dit sluit bvb. verplicht aan te
sluiten beroepsverenigingen uit.
Ook hier is er een sterk contrast met de overheid. Je kan niet zomaar bepalen of je bij de
overheid zit. In het middenveld is dit jouw eigen keuze en gebeurt dit vrijwillig.
WELKE DEFINITIE IS DE BESTE?
Wettelijke definitie: landgebonden (nationaal onderzoek – homogene populatie)
Economische definitie: nuttig voor theorievorming (zie volgende lessen)
Structureel-operationele definitie: nuttig voor internationale vergelijking, zie vb. definitie
VN:
• Self-governing organisations
• Not for profit and non-profit distributing
• Institutionally separate from government
• Non-compulsory
Het hangt ervan af wat je onderzoeksmatig wil doen of waar de discussie over gaat.
Een discussie over non profit in een bepaald land → kijken naar bepaalde sectoren die de
wettelijke definitie structureel aanhouden.
Internationale vergelijking → structureel-operationele definitie
EEN MAATSCHAPPIJ MODEL
Middenveldorganisaties worden vaak in de volksmond negatief gedefinieerd.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudentUGentDSW. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.