Praktische psychofarmacologie
Inleiding deel 1: anatomie en functies van de hersenen
Hersenen
• Cerebrum (telencephalon)
• Diencephalon
• Hersenstam (mesencephalon, pons, verlengde merg)
• Cerebellum
Ruggemerg
Cerebrum (grote hersenen)
• Frontaalkwab
• Pariëtaalkwab
• Temporaalkwab
• Occipitaalkwab
• De oorzaak van het feit dat de mens zich qua intellectuele vermogens onderscheidt van
andere diersoorten is door een grote totale oppervlakte van de grote hersenen van de mens,
o.a. door de sulci (instulpingen) en gyri (windingen); bv. sulcus centralis & sulcus lateralis
(groeve van Sylvius)
Cortex cerebri
• De hersenschors bestaat uit grijze stof
= opeenhoping van cellichamen en dendrieten.
• In ieder van de kwabben van de cortex liggen gebieden met gespecialiseerde functies =
functionele schorsgebieden:
• Primaire en secundaire motorische schors
• Primaire en secundaire sensorische schors
• Primaire en secundaire visuele schors
• Primaire en secundaire auditieve schors
• Prefrontale schors
1
,Prefrontale cortex
Betrokken bij de vorming van
• Persoonlijkheid, volharding, concentratie, initiatief
• Logisch redeneren, intelligentie, planningsvaardigheden en decision making, kritisch denken,
• Sociaal gedrag, rekening houden met anderen, geweten
Sterke connecties met het limbisch systeem, bijgevolg belangrijk voor
• Emoties en stemming
• Controle van impulsen & seksueel gedrag
• Ook van belang voor integreren van reukzin
Primaire motorische cortex
• Verzorgt de willekeurige bewegingen
• Voor het uitvoeren van fijnere motoriek zijn meer zenuwcellen betrokken dan
voor het uitvoeren van grovere bewegingen → grotere oppervlakte op de cortex
• Bepaalde lichaamsdelen (o.a. tong, lippen, duim) nemen bijgevolg relatief grote
delen in van de primaire motorische cortex van de frontaalkwab
Secundaire motorische schors
• Regelt aangeleerde motorische vaardigheden met een repeterend karakter (o.a.
typen, autorijden, veters knopen)
• Bij uitval in dit gebied (frontaal tov primaire motorische schors) kunnen er nog
bewegingen worden gemaakt doch de automatismen zijn verdwenen
• Gebied van Broca = motorisch spraakcentrum (taalgebruik)
Primaire sensorische cortex
• Deze regio van de pariëtaalkwab ontvangt signalen uit de omgeving i.v.m. de tastzin (voelen)
→ signalen afkomstig van receptoren in de huid voor warmte, koude, druk, tast en pijn.
• Deze regio is in staat de juiste locatie van de prikkel vast te stellen
• De gevoeligste delen van het lichaam (o.a. mond, genitaliën) nemen representatief de
grootste oppervlakte in
Secundaire sensorische schors
• Dorsaal van de primaire sensorische schors
2
, • Hier wordt alle informatie die de primaire sensorische schors binnenkomt geanalyseerd en
vergeleken à hierdoor ontstaat er begrip van wat men voelt
• Bijvoorbeeld: iets zoeken in het donker
• Gebied van Wernicke = sensorisch spraakcentrum (taalbegrip)
Visuele cortex
• Ter hoogte van de occipitaalkwab
• De primaire visuele cortex ontvangt de impulsen van het netvlies via de nervus opticus
(hersenzenuw II)
• De secundaire visuele cortex = visuele databank, laat ons begrijpen wat we zien à alle
beelden die we kennen worden bewaard, vergeleken en er wordt door associatie een
betekenis aan gegeven
Auditieve cortex
• De primaire auditieve cortex bevindt zich thv de bovenste winding van de temporaalkwab
en verwerkt rechtstreeks informatie van het gehoorszintuig
• De secundaire auditieve cortex = auditieve databank à laat ons begrijpen wat we horen door
vergelijking en associatie
• Bv. hoe een koe klinkt zit opgeslagen
Gnostisch centrum
• Het gnostisch centrum bevindt zich in overgangsgebied tussen temporaal-, pariëtaal- en
occipitaalkwab.
• Het is de plaats waar de zintuiglijke input wordt geïntegreerd tot één beeld van de
werkelijkheid
➔ signaal doorsturen naar hogere schorsgebieden & nemen van gepaste beslissingen
Cerebrum
• Binnenin het cerebrum zit de witte stof
= axonen van de zenuwcellen
• Verschillende banen in het cerebrum
• Associatiebanen binnen hemisferen = verbindingen tussen schorsgebieden
• Tussen de hemisferen, bijvoorbeeld corpus callosum
• Tussen het cerebrum en het ruggemerg, bijvoorbeeld via de thalamus
3
, • Tussen cerebrum en cerebellum
Hersenen
• Cerebrum (telencephalon)
• Diencephalon; groot gebied hiervan is de thalamus
• Hersenstam (mesencephalon, pons, verlengde merg)
• Cerebellum
Ruggemerg
Diencephalon
• Thalamus = gepaarde structuur van grijze stof thv 3de ventrikel. Het is een belangrijk relais
centrum voor alle voor sensorische en motorische inputverwerking naar de cortex (behalve
reukzin) → filteren van relevante informatie
• Hypothalamus & hypofyse = primaire regelcentrum van het autonoom zenuwstelsel voor :
• Hormonale secreties
• Lichaamstemperatuur
• Honger- en verzadigingscentrum
• Dorstcentrum
• Als deel van het limbisch systeem
• speelt het een rol bij interpretatie van gevoelens
• Epithalamus en epifyse (pijnappelklier)
• Productie melatonine
• Regeling slaap-waakritme
Hersenstam
• Tien van de 12 hersenzenuwen ontspringen in de hersenstam (III tem XII)
• De Reticulaire formatie zit hier = diffuus netwerk van zenuwcellen met uitlopers naar
ruggemerg en thalamus, descenderend & ascenderend reticulair activerend systeem
4