Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting cursusteksten inleiding tot de filosofie €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting cursusteksten inleiding tot de filosofie

 8 vues  0 fois vendu

Deze samenvatting bevat de 4 hoofdstukken uit de cursus. Het is een samenvatting gebaseerd op de cursustekst. Ik haalde hiermee een 14/20!

Aperçu 3 sur 26  pages

  • 7 juin 2023
  • 26
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
katokonings
Samenvatting inleiding tot de filosofie (2023)
Hoofdstuk 1: het goede en het juiste:

1.1 Inleiding

Ethiek komt steeds meer en meer voor. Zo dient een manager niet alleen verstand te hebben van
organisatietechnieken maar dient ook alles te weten over bedrijfsethiek. Maar er bestaat ook een
scepsis over ethiek en twijfel over de waarde van de bijdragen van ethici.

1.2 Ethiek

Ethiek bestudeert normen en waarden. Normen en waarden stellen zich bij bijna alles in het leven, ze
beïnvloeden keuzes die je maakt en hoe je denkt.

Vb. als je wilt weten wat de beste weg is om van Antwerpen naar Brussel te reizen, kan je veel
overwegingen maken. Als je gewoon naar die vraag kijkt, denk je niet aan normen en waarden, deze
spelen zich meer af in het onderbewuste. Als je vervolgvragen gaat stellen zoals wat zijn bestaande
treinverbindingen, wat is de kortste snelwegroute, … dan verwijzen de vragen wel naar normen en
waarden. Bij de vergelijking van reistijden zullen bepaalde normen nageleefd worden (denk aan
maximumsnelheid, auto gaat niet gestolen zijn, recht om treinkaartje te kopen). Niet alleen reistijden
zijn belangrijk bij het bepalen van de beste manier van reizen: comfort, prijs, milieu kunnen ook een
rol spelen bij deze keuze.

Norm = een oordeel over wat wel of niet het geval zou moeten of mogen zijn. In de ethiek betreft
zo’n oordeel dan vooral het gedrag van mensen: wat zouden we mogen of moeten doen (of nalaten)?

Vb. Iemand die stelt dat het beter is met het openbaar vervoer te reizen spreekt een oordeel uit over
zijn eigen gedrag en over dat van anderen. Hij zegt niet alleen dat het beter is om met het OV te
reizen, maar bedoelt ook dat mensen met het OV zouden moeten reizen. In dit geval drukt de norm
een plicht uit. Andere plichtstellende normen zijn uitspraken dat een mens nooit mag liegen, dat je
verkeer van rechts voorrang moet geven.

Permissies/toestemmingen zijn een tweede belangrijke groep van normen. Deze zeggen dat je iets
mag doen of nalaten.

Triviale relatie tussen plicht en permissie: wanneer je iets moet doen, wil ook zeggen dat je iets mag
doen.

Minder triviale relatie tussen plicht en permissie: de plicht om iets te doen is ook de afwezigheid van
de permissie om het tegenovergestelde te doen.

Waarde = drukt een beoordelen of evaluatie uit, en verwijst meestal op een meer algemene wijze
naar aspecten van het leven die we belangrijk vinden.

Vb. Als we zeggen dat veiligheid een belangrijke waarde voor ons is, geven we daarmee aan dat we
belang hechten aan de bescherming van ons leven. Toch volgen hieruit nog geen directe aanwijzingen
over hoe die bescherming gerealiseerd dient te worden.

Soms verwijst een waarde naar een specifieke karaktereigenschap, die eigenschappen worden ook
wel deugden genoemd. Denk aan eerlijkheid, bescheidenheid, vriendelijkheid, …

Waarden verschillen van normen, normen geven een concrete gedragsbepaling aan terwijl een
waarde aangeeft dat iets een fundamentele plaats inneemt zonder te zeggen welke plaats. Er bestaat
wel een nauwe relatie tussen beide, een waarde bepaalt jouw normen.

,Moraal = stelsel van normen en waarden dat betrekking heeft op het handelen van mensen

Positieve moraal zijn de normen en waarden die in een bepaalde cultuur/maatschappij bestaan.

Ethiek handelt primair niet over de beschrijving van de bestaande positieve moraal of een verklaring
van het ontstaan van bepaalde waarden en normen maar richt zich op de vraag welke waarden en
normen we kunnen rechtvaardigen. Het beschrijven en verklaren gebeur vooral in de sociale
wetenschappen, rechtsgeleerdheid en biologie.

De vraag naar rechtvaardiging voor een norm is geen vraag naar de oorzaken van het ontstaan, maar
naar de redenen die voor de norm gegeven kunnen worden. → behoort tot de kern vd ethiek “welke
normen een waarden kunnen met goede redenen verdedigd worden? En wanneer is iets een goede
reden?”

Ethiek is dus normatief → ze probeert tot een oordeel over die normen en waarden te komen maar
dit normatieve karakter is niet altijd even duidelijk.

Uitspraken als “de zon komt op in het noorden” en “er is een oneindig aantal priemgetallen” drukken
geen waarden of normen uit dus kunnen niet moreel beschouwd worden.
Zo’n uitspraken worden a-moreel genoemd.

Een morele uitspraak kan ook worden gezien als de uitdrukking van normen of waarden waarmee we
kunnen instemmen. Als je niet kan instemmen met een uitspraak wordt dit een immorele uitspraak
genoemd.

1.3 Het funderingsprobleem

Ethiek = welke normen en waarden kunnen we rechtvaardigen

Kan men een morele plicht funderen?

➔ Vragen naar feiten, kunnen we oplossen met een wetenschappelijk onderzoek
➔ Maar uit een feit kan niet zomaar een norm afgeleid worden

Over het algemeen → uit de constatering dat iets het geval is, volgt niet dat we iets zouden moeten
doen/nalaten → logische kloof tussen zijn en behoren

➔ Overbrugging van deze kloof door: een norm wordt afgeleid uit een feit en een norm
o Zorgt wel niet voor een fundering want de norm moet een goede fundering of goede
argumenten hebben en die moeten telkens weer met een nieuw argument
aangetoond worden

Het lijkt dus onmogelijk om tot een ultieme fundering voor ethische stellingnamen te komen →
funderingsprobleem

1.4 Relativisme

“Alles is relatief, en het is daarom zinloos na te denken over normen en waarden.”

Door het funderingsprobleem wordt het duidelijk dat de onderbouwing van morele uitspraken nooit
volledig kan zijn → hierdoor wordt geïmpliceerd dat de onderbouwing willekeurig is

, Relativisme = ten opzichte van wat zijn normen en waarden relatief?

- Ten opzichte van cultuur → cultuurafhankelijkheid van normen en waarden (verschillende
culturen hebben verschillende normen en waarden)
- Subjectivisme → normen en waarden worden als volledig subjectief gezien

Zijn cultuurverschillen fundamenteel?

Normen en waarden zijn deels cultureel bepaald maar dit wil niet zeggen dat we niet zinvol kunnen
nadenken over normen en waarden. Daarbij zorgen veranderingen in omstandigheden voor
normatieve veranderingen binnen een cultuur. De normatieve verschillen tussen culturen hangen dus
ook af van de verschillende omstandigheden waarin culturen zich bevinden.

Een voorbeeld van subjectivisme = emotivisme (uitdrukking van gevoel) → bezwaren tegenover
emotivisme:

- Morele afkeuring drukt niet altijd een negatief gevoel uit, of morele goedkeuring drukt niet
altijd een positief gevoel uit
- Doet geen recht aan de grote betekenis die wij feitelijk toekennen aan het rechtvaardigen
van onze gevoelens (emotivist kan misschien wel uitleggen waarom iemand zich op bepaalde
manier voelt maar kan dit gevoel niet rechtvaardigen)
- De relatie tussen gevoelens en morele opvattingen wordt ten onrechte geïnterpreteerd als
een causaal verband (emotivist: gevoelens worden altijd als oorzaak gezien met morele
opvattingen als gevolg)

Volgens de literatuur:

Normen en feiten zijn niet strikt gescheiden → een feit kan normatief geladen zijn → met
beschrijving van gebeurtenis kan je bijvoorbeeld je oordeel al uitdrukken

Andere mogelijke reactie op funderingsprobleem: in de aanval gaan

We moeten op zoek naar een tussenweg tussen objectivisme en subjectivisme

1.5 Waarden en het goede leven

Hoe kan zo een tussenweg eruit zien?

Welke waarden vinden wij belangrijk (beginpunt = subjectivisme) en waarom vinden ze we belangrijk
(met deze vraag kan je tot een meer algemeen perspectief komen

Vrijheid:

Wat is vrijheid nu precies? En hoeveel belang wordt eraan gehecht?

Hoeveel iemand belang hecht aan vrijheid hangt af van diens invulling van het begrip.

Vb. politiekers die het niet eens zijn zullen proberen om hun inzichten te verdedigen met beroep op
belang van vrijheid (voorbeeld: kapitalisme)

Negatieve vrijheid = afwezigheid van door anderen opgelegde belemmeringen
Positieve vrijheid = aanwezigheid van reële keuzemogelijkheden

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur katokonings. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99
  • (0)
  Ajouter