Samenvatting papers en slides voor Besluitvorming MPS (Nederlands)
109 vues 16 fois vendu
Cours
Besluitvorming (6454885)
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Een samenvatting van de papers en slides voor het vak Besluitvorming van de master Management van de Publieke Sector. Met deze samenvatting heb ik een 9 kunnen halen voor het tentamen.
Coping with Intractable Controversies: The Case for Problem Structuring in Policy Design and
Analysis door Matthijs Hisschemöller en Rob Hoppe
Een probleem is het verschil tussen de huidige en wenselijke situatie die overbrugt moet worden door
actie van de overheid. Dit is niet objectief: een probleem is een sociaal en politiek construct. Wat de
een ziet als feit ziet de ander als ideologie of leugen. Er kunnen 4 soorten problemen geïdentificeerd
worden:
Bij structurele problemen is er consensus over de aard van het probleem en hoe dit aangepakt moet
worden. Dit soort problemen kunnen ook technical problems genoemd worden. Hierbij is vaak
slechts 1 centrale actor van belang.
Als een probleem wicked of unstructured is zijn hier onduidelijkheden over. De grenzen van het
probleem zijn wazig, er is onenigheid hoe het aangepakt moet worden en er zijn conflicterende
normen en waarden. Hierbij zijn veel actoren van belang.
Bij een moderately structured problem (ends) is er consensus over een algehele visie op het
probleem maar conflict over hoe dit het meest efficiënt en doeltreffend bereikt kan worden
Bij een moderately structured problem (means) is er consensus over hoe het probleem opgelost
moet worden maar is er onenigheid over welke waarden relevant zijn bij het probleem. Onderhandelen
over waarden is lastig, omdat compromissen altijd één groep van waarden schaden. Dit soort
problemen worden daarom vaak slechts kleine veranderingen of een voortzetting van de huidige
situatie.
,Beleidsmakers bij de overheid hebben belang bij het definiëren van problemen als structured, zelfs
als dit in de werkelijkheid niet het geval is. Hierdoor wordt onzekerheid, het moeten zoeken naar
alternatieven en het aantal mogelijke opties beperkt. Daarnaast kunnen unstructered problems veel
maatschappelijke onenigheid met zich meebrengen, wat beleidsmakers graag willen voorkomen. Door
het te framen als een technisch probleem kan dit voorkomen worden. Hierbij lopen zij het risico om
het verkeerde probleem aan te pakken: zij kunnen een probleem als structured behandelen dat door
veel andere actoren als unstructured wordt gezien, resulterende in een intractable controversy.
Er zijn twee biasen te identificeren:
1. Technocratic bias: beleid is gebaseerd op een ongegronde verdeling van groepen: één groep
experts die gekwalificeerd is om het probleem op te lossen, en één groep mensen die
uitgesloten zijn van participatie
2. Economic bias: beleid is gebaseerd op een ongegronde aanname dat het probleem opgelost
moet worden aan de hand van één bepaalde value trade-off, waardoor andere waarden
uitgesloten worden die mogelijk centraal zijn voor stakeholders in dit proces
Deze 2 biassen spelen een rol in de strategie van het oplossen van structured problemen: de rule
strategie. Deze strategie kan gekenmerkt worden aan de volgen elementen:
1. De overheid gedraagt zich als een homogeen geheel
2. Het presenteert zich als een ideaal beeld van bureaucratie, gekenmerkt door een evenredige
verdeling van kennis
3. Het beleidsproces is gedomineerd door experts of actoren die claimen experts te zijn
4. Er is een afwezigheid van publieke participatie aan het proces
De moderately structured problems (ends) worden gekenmerkt door de economische bias: de
negotiation strategie
1. Beleid wordt gemaakt door verschillende actoren met eigen meningen over het probleem,
zowel binnen als buiten de overheid
2. De beleidsarena is niet hiërarchisch opgezet, stakeholders zijn beperkt in het geven van
meningen
3. Informatie geproduceerd door experts wordt gebruikt door betrokken actoren in
onderhandelingen, ook onder experts is er wetenschappelijke onenigheid
4. Grotere publieke participatie dan in structured problems, maar vooral door welbekende
belangenorganisaties
De moderately structured problems (means) worden gekenmerkt door de technocratische bias: de
accomodation strategie
1. Beleid wordt gemaakt door elites, bepaald door de wens van elites dat vergroting van het
probleem voorkomen moet worden
2. Actoren zijn van ongeveer gelijke status maar omdat ze vergroting van het probleem willen
voorkomen worden onderhandelingen grotendeels in achterkamers gedaan.
3. Grote betrekking van experts die het probleem moeten depolitiseren: een oplossing moet
objectief worden
4. Lage publieke participatie, actoren claimen dat zij groepen representeren die dat zelf niet
kunnen doen
Intractable controversies kunnen ontstaan wanneer beleidsmakers doorzetten in het behandelen van
het verkeerde probleem: het resultaat van politiek conflict. Hierbij worden bepaalde groepen
buitengesloten van interactie en worden andere meningen/opvattingen genegeerd.
, Een voorbeeld van intractable controveries zijn problemen met NIMBYS. Mensen die iets niet
willen in hun “tuin” (windmolens, fabrieken) worden neergezet als egoïstisch, emotioneel en
onopgeleid: niet bekwaam tegenover een bekwame groep experts. Dit terwijl de netto kosten voor
burgers vaak hoger zijn dan wat ze ervoor terug krijgen, reden om ergens tegen voor te zijn. De
overheid benadrukt echter het algemeen belang, en framed het als een duidelijk probleem met een
duidelijke oplossing: een structured problem frame.
Om het probleem van intractable controveries op te lossen is er een vierde strategie: the learning
strategy met de volgende kenmerken:
1. Politiek conflict tussen meerdere actoren, resulteerde in een politieke keuze
2. Een hoog niveau van publieke participatie. Verschillend van de Rule strategy, wordt hierbij
uitgegaan dat burgers rationeel kunnen oordelen over zaken waar zij persoonlijk geraakt door
worden
3. Er is bijna complete gelijkheid tussen actoren. Elk persoon en actor die normaal hiërarchisch
verdeeld zijn behandelen elkaar gelijk, zelfs als dit slechts tijdelijk is
4. Wetenschappelijke experts verschillen niet van non-expert deelnemers, omdat het proces
gedefinieerd wordt als draaiende rond de productie van politieke keuzes. Experts worden niet
buitengesloten, maar het verschil tussen experts en niet experts is klein
De learning strategie richt zich op het structureren van problemen en problem choice. Probleem
structurering bevat confrontatie, evaluatie en integratie van zoveel mogelijk contrasterende
informatie
Models for research into decision making processes: on phases, streams and decision-making
rounds door Geert R. Teisman
Er zijn verschillende manieren om complexe besluitvormingsprocessen. In deze paper worden 3
modellen besproken: het fase model, stromenmodel en rounds model. Elk model is gebaseerd op
specifieke aannames over wat besluitvorming is en hoe dit geanalyseerd moet worden.
Fase model
Bij het fase model wordt het beleidvormingsproces gezien als een combinatie van verschillende
processen, die vaak samenkomen maar nog steeds gezien kunnen worden als verschillende onderdelen
die overheidshandelen bepalen. Beleidsvorming wordt gezien als de opvolging van verschillende
fasen: formulatie, adoptatie, implementatie en evaluatie.
1. Formulatie kan opgesplitst worden in een fase van eerst probleem definitie en daarna
beleidsformulering. Eerst wordt een probleem of crisis herkent/gedefinieerd en vervolgens
wordt informatie en mogelijke oplossingen voorgesteld door actoren van zowel binnen als
buitenaf.
2. Vervolgens moet over beleid bepaald worden of het aangenomen wordt: beleidsadoptatie.
3. Daarna moet beleid uitgevoerd worden bij verschillende uitvoeringsorganisaties:
implementatie
4. In de evualatiefase beoordelen beleidsmakers of het beleid de gestelde doelen heeft bereikt.
Empirisch gezien loopt het beleidsproces niet zo: de realiteit komt niet overeen met de aannames van
het model. Beleidsvorming in complexe beleidsarena’s volgt bijna nooit een vastgestelde structuur.
Echter is het nog steeds nuttig om enigszins structuur aan te brengen aan een proces, wat analyses en
kritiek beter mogelijk maakt.
Bij het fase model wordt uitgegaan dat besluitvorming probleem-georiënteerd is. Er moet (of zou
moeten) een actor zijn (de beleidsmaker) wiens beslissing boven anderen gaat en daardoor het
probleem en het beleid bepaald. De centrale actor is vaak de overheid.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Mdh123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.