Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Cel 3 H2(glycolyse), H3(Krebs) en H4(oxidatieve fosforylatie) 1ebach THK/GNK UGent €7,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Cel 3 H2(glycolyse), H3(Krebs) en H4(oxidatieve fosforylatie) 1ebach THK/GNK UGent

 5 vues  0 fois vendu

samenvatting van de glycolyse, citroenzuurcylcus en oxidatieve fosforylatie van Cel 3. Gemaakt obv de lessen en cursus uit 2022-23

Aperçu 3 sur 26  pages

  • 6 juin 2023
  • 26
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
ASTHK
H2: de glycolyse = ‘Emden Meyerhof’ metabole pathway

1. Inleiding
 Kan zowel doorgaan met als zonder O2: ‘’emergency pathway’’
 bv bij bevalling (bij kind): O2 toevoer naar cellen wordt stopgezet (door beperkte
bloedvoorziening) en ze zijn dus aangewezen op glycolyse voor aanmaak ATP! O2
toevoer naar hersenen gaat wel door! Glucose = voornaamste energiebron
voor hersenen
 O2 wordt steeds gespaard voor hersenen
 In anaerobe cellen: reductie van glucose naar lactaat
 In aerobe cellen: omzetting van glucose naar 2 pyruvaat
 Deficient glucose-metabolisme: bij diabetes(hyperglycemie, insuline
werkt slecht) en obesitas(hypoglycemie)
 Glycolyse: netto-winst 2 ATP per mol glucose (2 nodig 4 gemaakt)
 Hersenen: sterk glucose afhankelijk!!! 120g glucose/dag aanvoer (Nu 50-60)
 Erytrocyten, cornea, lens, retina, nier, medulla, testis en leukocyten
hebben geen mitochondriën en zijn dus aangewezen op enkel glycolyse
met vorming van lactaat voor hun energievoorziening!!! 40 g
glucose/dag aanvoer volstaat
 Voor glycolyse geen O2 nodig!
 Metabole aandoeningen zijn zeldzaam omdat ze ontstaan door mutaties die door de natuur
getolereerd zijn en dus niet voor een letaal individu zorgen -> metabole reacties kunnen nog
doorgaan, maar in mindere mate!
Bv mature erytrocyten hebben geen mitochondriën en zijn dus volledig aangewezen op
glycolyse met vorming van 2 ATP voor het in stand houden van hun ionenpompen (=>
biconcave vorm). Indien ze geen ATP kunnen vormen, zwellen ze op (=hemolytische
anemie). Nog niet-mature erytrocyten (=retinulocyten) hebben wel nog mitochondriën.
 Zuurstof kan indirect glycolyse onderdrukken: pasteureffect



 Samengevat
 Glycolyse: omzetting van glucose tot 2 pyruvaat
 In aerobe cellen: pyruvaat zal verder geoxideerd worden tot H2O en CO2
 In anaerobe cellen: pyruvaat zal verder gereduceerd worden tot lactaat
 In gisten: pyruvaat zal verder omgezet worden tot ethanol


2. Overzicht sleutelmoleculen en reacties
 Overzicht sleutelmoleculen
1) Alle intermediairen worden gefosfolyseerd zodat ze niet zouden
diffunderen uit cytosol
2) Alle intermediairen bevatten ofwel 6 ofwel 3 C-atomen

9

, Overzicht reacties
1) Fosforyltransfer: verplaatsing fosfaatgroep van ene molecule naar
andere
2) Fosforylshift: verplaatsing fosfaatgroep binnen eenzelfde molecule
3) Isomerisatie: bv van ketose naar een aldose
4) Dehydratatie: verwijdering H2O
5) Aldolsplitsing: aldol in 2 delen splitsen

Alle reacties van glycolyse gebeuren in cytosol en worden gekatalyseerd door
waterolosbare enzymen, verloopt dankzij allosetere regulatie (PFK en
pyruvaatkinase)


START
3. Van glucose naar Fructose 1,6-bisfosfaat
1) Via GLUT’s (Glut 1-4) wordt glucose in de cel (cytosol) gepompt vanuit darm
 Glucose wordt onmiddellijk gefosfolyseerd via enzym hexokinase
(=brengt fosfaatgroep van ATP over naar glucose) VERBRUIK VAN 1 ATP
 G is zeer negatief: zeer spontane reactie
 Reactie is irreversibel
 Mg2+ noodzakelijk want vormt complex met ATP
 van glucose naar glucose-6-fosfaat
(achtergrond: kinase = enzym dat voor transfer van fosfaatgroep van ATP naar acceptor zorgt)

Normaal 1ste stap: fosfolysering van glucose tot glucose-6-fosfaat door
HEXOKINASE
Maar: in lever -> fosfolysering van glucose tot glucose-6-fosfaat door
GLUCOKINASE

Verschil hexokinase en glucokinase
1) glucokinase heeft hoge Km voor glucose (=lage affiniteit)
 veel glucose nodig voor effectieve binding
 hexokinase heeft lage Km voor glucose(=hoge affiniteit) en
fosfolyseert dus veel sneller!
 Er mag geen competitie zijn tussen lever en hersenen!!
2) glucokinase geeft voorrang aan spier-en hersencellen(met
hexokinase) voor vraag naar glucose
3) hexokinase wordt geïnhibeerd door glucose-6-fosfaat
(concentratie monitoren)
 glucokinase wordt niet geïnhibeerd door glucose-6-fosfaat en
zal als sensor werken waneer er teveel glucose in het bloed zit
10

, 2) Isomerisatie van glucose-6-fosfaat naar fructose-6-fosfaat door fosfogluco-
isomerase
 Wel reversibel

3) 2de fosfolysering
 enzym fosfofructokinase PFK transfereert fosfaatgroep van 2de ATP (ook
MG2+ nodig) – fosfor van ATP aan fructose-6-fosfaat: VERBRUIK 1 ATP
 ontstaan van fructose-1-6-bisfosfaat
 reactie is irreversibel: ‘’commited pathway’’ genoemd
 indien PFK geïnhibeerd wordt door ATP: van ‘’pathway’’ naar
‘’glycogeensynthese’’
 indien PFK niet geïnhibeerd wordt en zorgt voor omzetting naar
Fructose-1-6-bifosfaat: beslissing om glycolyse ‘’pathway’’ te volgen

PFK is een belangrijk controle-enzym en is onderhevig aan allosterische
regulatie door ATP (en door NADH en citraat (koppeling van de metabole
routes) : activiteit PFK wordt geregeld door energielading van cel

 bij hoge ATP-concentraties = energielading hoog: ATP bindt op
allosterische plaats van PFK en zorgt ervoor dat PFK een lage affiniteit
krijgt voor fructose-6-fosfaat, glycolyse moet stoppen
 bij lage ATP-concentraties = lage energielading (veel AMP is aanwezig
en bindt op allosterisch centrum) ATP bindt op katalytisch centrum
zonder allosterische effecten en PFK zorgt voor transfer van
fosfaatgroep van ATP naar fructose-6-fosfaat met vorming van fructose-
1-6-bifosfaat!, glycolyse moet doorgaan


4. van 6C tot 3C
4) aldolsplitsing: splitsing van fructose-1-6-bifosfaat in dihydroxyaceton-
fosfaat = DHAP (werd gereduceerd) en het glyceraldehyde 3-fosfaat = G3P
(werd geoxideerd) door aldolase
 reversibele reactie
 aangezien glyceraldehyde-3-fosfaat directe weg is tot pyruvaat, wordt
DHAP omgezet in G3P door triosefosfaatisomerase in een reversibele
reactie
 netto resultaat: uit 1 molecule fructose-1,6-bisfosfaat worden 2
moleculen glyceraldehyde-3-fosfaat gevormd!
Vanaf nu is alles 2x want 2 moleculen gevormd

11

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ASTHK. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,39
  • (0)
  Ajouter