0 Inleiding
Ondernemingsrecht
= alle rechtsregels die in het economisch leven moeten worden nageleefd, niet
enkel voor ondernemingen maar ook door consumenten
(venootschappen, handelscontracten, bewijsregels, consumentenrecht)
Vennootschapsrecht
= het recht dat de werking van vennootschappen regels
(bevoegdheden organen, verplichtingen en beperkingen bij de uitoefening van
activiteiten, interne conflicten, aandelen, oprichting en einde)
Marktrecht
= regels door ondernemingen te respecteren het aanbieden van hun goederen
en diensten (producten) ter bescherming van de concurrenten en consumenten
DEEL 1 FUNDAMENTELE ELEMENTEN VAN HET ECONOMISCH RECHT
De bronnen van het economisch recht
Wetgeving
Nationaal recht
Internationaal recht
Richtlijnen
= Rechtsregels door de EU opgelegd en door de lidstaten nog zelf in
hun nationale wetgeving op te nemen
Beoogde resultaat moet worden bereikt, maar lidstaten kiezen
(meestal) vrij de wijze waarop (maken zelf de rechtsregels)
Maximale – minimale harmonisatie
Bv: Wouter Torfs: Europa moet gratis terugsturen pakjes verbieden
Verordeningen
= Rechtsregels door de EU opgelegd die geen omzetting in nationale
wetgeving vereisen (of zelfs toelaten) omdat rechtstreeks van
toepassing in alle lidstaten
Het ondernemingsbegrip
Onderneming
Elk van volgende organisaties:
Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
Iedere rechtspersoon
Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
Niettegenstaande het voorgaande zijn geen ondernemingen, behoudens voor
zover anders bepaald:
, Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen
uitkeringsoogmerk heeft en die ook in feite geen uitkeringen verricht aan
haar leden of aan personen die een beslissende invloed uitoefenen op het
beleid van de organisatie
Iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die geen goederen of diensten
(met economisch doel) aanbiedt op een markt
De Federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, …
Beroepsactiviteit
Duurzaamheid; niet eenmalig of occasioneel
Met winstoogmerk om in levensonderhoud te voorzien
Quid werknemers in bakker?
Niet zelfstandig, want werknemers altijd onder arbeidsovereenkomst
Quid aanbieding op tweedehandssites?
Afhankelijk van occasioneel karakter en winstoogmerk voor levensonderhoud
Vrije beroepers wnnr volgende kenmerken algemeen aanvaard worden:
1. Deontologische code
2. Wettelijke regeling voor toegang tot het beroep
3. Diplomavereisten
4. Verplichte permanente bijscholing
Iedere rechtspersoon (RP)
= afzonderlijke juridische entiteiten met zelfde rechten en plichten als een
natuurlijke persoon (NP) en macht om in rechtsverkeer autonoom op te treden.
Quid verenigingen met RPH. Onderneming of niet?
Rechtspersoon, dus onderneming
Quid publiekrechtelijke rechtspersonen (vb. bpost, NMBS)?
Onderneming, behalve wanneer geen goederen of diensten aangeboden op een
markt of opgesomd onder 2e lid, c
Vb. het FAVV biedt geen goederen of diensten aan op de markt
Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
Welke?
Maatschappen, bepaalde buitenlandse vennootschappen …
Uitzondering:
Organisaties zonder RPH, die geen uitkeringsoogmerk hebben en die ook in feite
geen uitkeringen verrichten aan leden of personen die een beslissende invloed
uitoefenen op het beleid
Wat? Feitelijke verenigingen (vb. studentenclub)
,Beoordeling? Feitenkwestie (geen kennelijk disproportioneel vermogensvoordeel;
wel beperkte (on)rechtstreekse vermogensvoordelen)
Regel Uitzondering
NP zelfstandig beroepsactiviteit(en)
Alle RP Behalve publiekrechtelijk RP zonder
economisch oogmerk
Behalve overheden
Alle organisaties zonder RPH Behalve wanneer geen
uitkeringsoogmerk en geen
uitkeringen verricht
Belang van het nieuwe ondernemingsbegrip
Geen uniform aanknopingspunt voor ‘alle’ regels binnen het ondernemingsrecht
of economisch recht
Voornamelijk belang voor bepalingen rond:
Inschrijvingsplicht in KBO
Boekhouding van ondernemingen
Insolventie van ondernemingen
Materiële bevoegdheid Ondernemingsrechtbank
Bewijs in handelszaken
Niet van belang voor:
Mededeling >> oud ondernemingsbegrip
Marktpraktijken en consumentenbescherming >> oud
ondernemingsbegrip
Handelscontracten >> irrelevant
IP-law >> irrelevant
De ondernemingsrechtbank
Vredegerecht (per kanton)
Algemene bevoegdheid:
o geschillen tot 5 000 euro
Bijzondere bevoegdheid:
o ongeacht bedrag vordering (verhuring onroerende goederen, mede-
eigendom)
Rechtbank eerste aanleg
Algemene bevoegdheid
o Alle geschillen vanaf 5000 euro, tenzij uitsluitende bevoegdheid
ander rechtscollege
Ondernemingsrechtbank (per ressort met afdelingen)
Vb: Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Brugge
, Algemene bevoegdheid
o Geschillen tussen en tegen ondernemingen, die niet vallen onder de
bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges
Bijzondere bevoegdheid
o Geschillen ter zake van een vereniging met rechtspersoonlijkheid,
stichting of vennootschap
o Geschillen die ontstaan uit insolventieprocedures
Elke kamer 1 beroepsrechter en 2 lekenrechters (bijzittende ondernemers)
Procedures:
Gewone procedure: dagvaarding >> behandeling >> vonnis
Uitzonderingsprocedures: kortgeding en zoals in kortgeding
Het bewijs in ondernemingszaken
Bewijs tussen en tegen ondernemingen kan gebeuren door alle middelen van
recht
(= vrij bewijs)
↔ in tegenstelling tot strikte burgerrechtelijk bewijsregels: schriftelijke
overeenkomst vereist voor bewijs verbintenissen > 3500 euro.
Personeel toepassingsgebied regels ondernemingsbewijs?
Vorderingen tussen ondernemingen
Vorderingen tegen ondernemingen
Belang toepasselijkheid regels ondernemingsbewijs?
Vrij bewijs
= met alle middelen van recht (ook getuigen, vermoedens …), zelfs tegen en
boven aktes
↔ in tegenstelling tot strikte burgerrechtelijk bewijsregels (art. 8.8 en 8.9 NBW)
De boekhouding als bewijs tussen en tegen ondernemingen (niet tegen
particulieren)
Boekhoudplicht alle ondernemingen (alle verrichtingen, rechten,
bezittingen …)
De rechter kan ambtshalve de overlegging bevelen
Rechter oordeelt soeverein of hij de voorgelegde boekhouding als bewijs
aanvaardt
Onsplitsbaar
Kan zowel bewijs zijn voor als tegen de onderneming
De aanvaarde factuur als bewijs voor de uitschrijvende onderneming
Gevolg en/of gevaar:
o Levert tegen de uitreikende onderneming (leverancier) bewijs van
de in de factuur vermelde overeenkomst / schuldvordering wegens
levering goederen of diensten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celineleeman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.