Dit document bevat een overzicht van alle filosofen met hun belangrijkste kenmerken. Heel handig document om naast u te leggen tijdens het studeren van het vak Inleiding in de Filosofie met inbegrip van Wetenschapsleer.
HOMERUS & HESIODUS Schreven mythes neer
XENOPHANES Merkt op dat Ethiopiërs zwarte goden hebben en Thraciërs goden met
blauwe ogen en rood haar
® Traditionele voorstelling v/d goden wordt bekritiseerd
® Gaat op zoek naar universele geldigheid
CLAUDE LÉVI-STRAUSS Mythe is het ‘wilde denken’ en logos het ‘getemde denken’
THALES De oerstof is water
ANAXIMENES De oerstof is lucht
HERACLITUS & Hoe kan het zijnde bestaan en hoe verhoudt het zich tov het worden?
PARMENIDES
HERACLITUS - 6de eeuw v.C
- Filosofie v/h worden
- Wereld is onderhevig aan permanente flux
- Alles vloeit, niets is blijvend
- Werkelijkheid = resultaat van conflicten (vb. dag-nacht)
- 3 kenmerken:
1. Complementariteit
2. Kan 2 tegenstellingen bevatten
3. Gaan in elkaar over
PARMENIDES - 6de-5de eeuw v.C.
- Filosofie v/h worden
- 5 consequenties:
PROTAGORAS - 5de eeuw v.C.
- Belangrijkste sofist
- Er is geen kennis v/d ultieme waarheid mogelijk -> geen maatstaf om
dingen te beoordelen, tenzij de individuele mens zelf
SOCRATES - 5de eeuw v.C
- Sofist, maar ≠ andere sofisten
- Inzicht = deugd -> inzicht i/d ware betekenis van morele begrippen zou
ook leiden tot effectief moreel handelen
- Dialoog + ironie
PLATO - 5de – 4de eeuw v.C.
- Leerlijk van Socrates
- Verruiming v/d socratische vraagstelling adhv 2 specifieke innovaties
-> zielsleer & inzichtelijke
- Morele staatsorde
- Ideeënwereld « zintuiglijke wereld
- Het Goede
- Ziel = onsterfelijk
ARISTOTELES - 4de eeuw v.C.
- Grootste verschil met Plato -> hij plaatst universele begrippen niet in
een aparte wereld
- 1ste die bedoeling had om allesomvattend systeem te ontwikkelen +
ging empirisch te werk
- 10 categorieën (basisvragen)
- 4 oorzaken
- Teleologie (« Charles Darwin)
- Hylemorfisme + act en potentie
, - Ethiek (weten dat « weten hoe) & (doen « maken)
- Goddelijke zijnde
- Ziel = sterfelijk
ZENO VAN CITIUM - Stichter v/d stoa
- Vanaf 4de eeuw v.C.
- We moeten leven overeenkomstig onze natuur (om gelukkig te worden)
- Onze verlangens beheersen adhv redelijkheid en de passies weerstaan
-> ideaal v/d apatheia bereiken
SENECA, EPICTETUS & - Latere stoa
MARCUS AURELIUS - Enkel datgene nastreven wat in onze macht ligt
- Kosmopolitische solidariteit (= voor alle redelijke wezens even veel solidariteit)
EPICURUS - Epicurisme
- Vanaf 4de eeuw v.C.
- Geluk = genot (geluk in bevrediging v/h verlangen)
- 3 soorten verlangens
- Leef verborgen, trek u terug
- Geen oneindige verlangens koesteren -> komen nooit tot bevrediging
PLOTINUS - Neoplatonisme
- Vanaf 3de eeuw n.C.
- Ontwikkelt obv de werken van Plato een hiërarchisch systeem (Ene/
Goede – Geest/Intellect – ziel – zintuiglijke wereld – materie)
- Dominante filosofie in late oudheid
- Combineert de systematiek van Plato en Aristoteles met het streven
naar levenswijsheid
MIDDELEEUWEN (5de – 15de eeuw)
AUGUSTINUS - 4de eeuw n.C.
- Alles wat bestaat = uiting van Gods scheppingskracht
- Schepping = wilsact van god
- Exemplaria
- Universum is in se goed (kwaad = gevolg van hoogmoed v/d mens)
- Echte geluk kan pas bereikt worden door Gods genade
- Afkeer voor ijdele wereldse nieuwsgierigheid
- Illuminatieleer (het goddelijke licht stelt ons verstand in staat om de
waarheid te zien)
- Ziel = onsterfelijk
AVICENNA & AVERROËS Hun vertalingen oefenden zeer grote invloed uit op de Latijnse denkers in
de volle Middeleeuwen -> herontdekking Aristoteles
DOMINICANEN & - Dominicanen: eerder Aristoteles-gezind
FRANCISCANEN - Franciscanen: eerder Augustinus-gezind
THOMAS VAN AQUINO - 13de eeuw n.C
- Vertrekpunt: er bestaan geen 2 waarheden
- Geloven ≠ weten (maar rede is vereist om elementen aan te reiken
waarop geloof kan verderbouwen = praeambula fidei)
- Er kan niets i/h intellect aanwezig zijn zonder dat het in de zintuigen is
geweest
- Zintuigen brengen particuliere dingen -> hoe tot universalia geraken?
(lumen naturale en prima intelligibilia)
- Voorwerp v/d kens = vorm -> abstractie
- Universalia bestaan op 3 manieren: als exemplaria, in de dingen, in het
verstand
- Existentie « essentie -> ontologische hiërarchie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Crimi123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.