RZL : oriëntering
H1: Onze rol als mens in deze wereld en in het
onderwijs van vandaag
Inleiding
● ontwikkeling van een professionele, normatieve identiteit = De leerkracht is zich bewust
van de eigen morele opvattingen en beseft dat deze een invloed uitoefenen op het dagelijks,
professioneel handelen in de klas en school.
● Dit vak leidt de LK zo op dat je in staat bent om van lerenden mondiale burgers te maken, die
zullen bijdragen tot een meer rechtvaardige, vreedzame, tolerante, inclusieve en duurzame
wereld.
● lerenden moet toerusten met spirituele vaardigheden
○ ze begrijpen zichzelf en hun verwevenheid met anderen
○ ze worden zich bewust van hun individuele en collectieve invloed op de wereld om
hen heen
Referentiekader
= de manier waarop je naar de wereld kijkt, daarin dingen die voor jou normaal zijn, zo normaal dat
je het niet meer beseft. Wat buiten ons referentiekader ligt, zijn de zaken die je vreemd vindt,
abnormaal vindt, zaken die je niet goed kent.
● Referentiekader is in beweging en wordt beînvloedt door ouders, vrienden…
● Bv. Vrouw met hoofddoek spreekt zeker niet goed Nederlands en is poetsvrouw (binnen
referentiekader); maar deze vrouw kan eigenlijk perfect Nederlands en blijft verpleegkundige
te zijn (buiten referentiekader)
● Persoonlijk bv. het hele zwarte piet gedoe ligt buiten mijn referentiekader, terwijl dit voor
heel wat mensen in hun referentiekader ligt
‘We kijken naar hetzelfde , toch zien we niet hetzelfde”
● linkt met RK : Iedereen heeft een ander RK en dus een ander beeld over iets. Referentiekader
is een dynamisch gegeven en kan groter worden.
,Identiteit
Verband met RK
→ spelen wederzijds op elkaar in
● Hoe ik ben (identiteit) bepaalt hoe ik kijk naar de dingen van de wereld (RK)
● Vanuit welk perspectief ik naar de wereld kijk , heeft invloed op wie ik ben/wil zijn (identiteit)
deelidentiteiten / meervoudige of meerlagige identiteit = je dromen, karakter, seksuele oriëntatie, je
roots maken allemaal deel uit van je identiteit. Dit maakt je uniek
kruispuntdenken
● = andere voorstelling van meervoudige identiteit of hoe je identiteit gevormd wordt.
→ voorbeelden kunnen geven van de
assen.
verband met privileges: kruispunten
leren je privileges herkennen
Functies van identiteit
1. Belonging = We voelen de nood om tot een bepaalde groep te behoren , op zoek naar
samenhorigheid.
2. Sense = We willen weten hoe de wereld in elkaar zit en zijn op zoek naar betekenis of
zingeving
3. Agency = We willen op onze eigen benen staan en verantwoordelijkheid nemen
,Multiperspectiviteit
= verschillende manieren / perspectieven om naar iets te kijken
Belang van multiperspectiviteit
● Wanneer je iets uit een ander perspectief bekijkt, en je losmaakt van je eigen perspectief, kan
je omgaan met diversiteit. Je leert een ander beter begrijpen
The danger of a single story - Chimanda
● Toen ze jong was , las ze alleen maar Britse en Amerikaanse literatuur boeken. Zo vormde ze
zich een beeld dat alleen blanke mensen , met blauwe ogen die speelden in de sneeuw… Iets
was in Nigeria niet voorkwam. Het is pas vanaf ze Afrikaanse literatuur ontdekte, dat ze
besefte dat ook zwarte mensen , wiens haar niet in een paardenstaart kan, ook als
personages kunnen voorkomen. Dit wist ze als klein kind niet
● Vroeger kwam er vaak een jongetje helpen bij hen thuis. Haar mama vertelde haar dat de
jongen heel arm was. Wanneer ze haar bord niet leeg at, zei haar mama “eet je bord leeg, er
zijn mensen zoals de familie van het jongetje die niets kunnen eten omdat ze zo arm zijn”.
Hierdoor linkte Chimanda het jongetje alleen maar met arm zijn. Toen ze hun dorpje en hun
familie eens gingen bezoeken, had de broer van het jongetje een prachtige mand gemaakt.
Chimanda was verschoten want ze linkte de familie met arm zijn en dacht niet dat ze iets
konden maken.
Stereotiepen
Multiperspectiviteit vs. stereotiepen
● ‘die dief is een buitenlander’ → stereotiep → sommige mensen denken dat vanaf er iets van
criminaliteit gebeurd, dat de dader wss een buitenlander zal zijn.
, 1. Onze huidige wereld
Lokale uitdagingen vs globale uitdagingen
→ nog te vaak gericht op het ‘lokale’ zonder het ‘globale’ perspectief mee te nemen
● Bv. Racisme : we focussen ons op enkele problemen in de maatschappij. We negeren de
oorzaken van waar vele dingen afkomstig zijn. Je hebt geschiedenis en een wereldwijde blik
nodig om sommige gevoeligheden te leren begrijpen
● Voorbeelden globale uitdagingen : klimaatopwarming, verlies van biodiversiteit , mensen op
de vlucht, groeiende sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid, oorlogen, psychisch lijden
(zelfdoding en burn-outs), extremisme
● ecologische crisis = De manier waarop mensen omgaan met bezit, de invulling van geluk,
onze economie, de natuur is een groot probleem.
Existentiële vragen die globale uitdagingen oproepen
= geen eenduidige antwoorden op mogelijk
● Bv. Migratie
○ Kunnen we alle mensen onderdak verlenen?
○ Mogen we mensen laten verdrinken?
○ Als het bij wet verboden is om mensen op te vangen, durf ik dat dan toch doen?
→ daarom is het een spirituele crisis.
Hickel: economisch systeem als oorzaak voor globale uitdagingen
● Hickel beweert dat kapitalisme de oorzaak is
= alles draait om groei, men wil zoveel mogelijk produceren voor de markt en zo min
mogelijk betalen voor arbeid en de grondstoffen die er voor nodig zijn
○ hoe meer kapitaal iemand had, hoe meer macht
● Vòòr het kapitalisme was de productie en consumptie afgestemd op gebruikswaarde
= de mens maakte en kocht enkel wat hij nodig had.
● Hickel vergelijkt mus met bankier
○ mus stopt met pikken tot die voldoende heeft
● Deze economische crisis (≠ ecologische crisis) brengt nieuwe spirituele crisis met zich mee
○ Kapitalisten hadden nieuw verhaal nodig waardoor mens anders zou kijken naar
natuur → door deze overtuiging wordt de mens consument en wordt natuur gezien
als gebruiksproduct, als bron van exploitatie