Internationale bescherming van de rechten van de mens
Inhoudstafel
Definitie en kenmerken van de rechten van de mens.......................................................... 1
1. Kenmerken mensenrechten ................................................................................................... 1
2. Gebrek aan definitie............................................................................................................... 6
Belang van het onderscheid tussen rechten van de mens en andere rechten in het
internationaal recht ......................................................................................................... 10
Filosofische grondslag van de rechten van de mens ......................................................... 12
Historische evolutie van de internationale bescherming van de rechten van de mensen .. 18
Soorten rechten van de mens ........................................................................................... 23
Het universeel mensenrechtensysteem: het VN-mensenrechtensysteem .......................... 26
A. Standard setting ...............................................................................................................27
B. Toezicht ............................................................................................................................34
Het regionaal systeem ..................................................................................................... 43
1. Het Europees mensenrechtensysteem ..............................................................................43
1.1 De Raad van Europa .....................................................................................................43
1.2 De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) ..............................52
1.3 De Europese Unie .........................................................................................................56
2. Het inter-Amerikaanse systeem ter bescherming van mensenrechten ..............................60
3. Het Afrikaans systeem ter bescherming van mensenrechten en rechten van volkeren ......69
Definitie en kenmerken van de rechten van de mens
1. Kenmerken mensenrechten
Meerdere kenmerken kunnen worden gelinkt aan de notie mensenrechten:
- Absoluut
- Fundamenteel
- Menswaardigheid, bepaalde standaard moet worden bewaard
- Natuurlijke rechten
- Individu (rechthebbende) vs. staat (plichthebbende), mensenrechten als
beschermingsmechanisme tegen staat die tendens heeft om zijn macht te misbruiken
- Men gaat steeds vaker ook van anderen dan de staat eisen dat men de mensenrechten
respecteert (bv.: multinationals)
1
, - Hoven en rechtbanken ter controle
- Nog zeer actueel want nog steeds schendingen in bepaalde gebieden
- Kan men niet verliezen, afstand van nemen
- Individuen zijn door deze rechten subjecten van het Internationaal Recht
Het zijn fundamentele rechten, het gaat om iets speciaals, iets dat we hoger plaatsen dan
gewone rechten die we zouden hebben.
(1) De rechten die wij als individu over beschikken, die toekomen aan iedereen, aan alle
mensen. We beschikken over deze fundamentele rechten omdat we mens zijn. Dat is
gebaseerd op onze menselijke natuur, dat is voldoende om over de rechten te beschikken.
(2) Deze gaan ons beschermen tegen de overheid. Deze gelden tegenover een overheid
tegenover een staat, autoriteit.
(3) Eventueel kunnen we deze rechten ook inroepen tegenover andere subjecten of andere
actoren die ook verplichtingen hebben om de mensenrechten te hanteren waar ze actief zijn.
Heden, heel wat discussie over bedrijven, multinationals, universiteiten deze ook moeten
naleven. Men ziet dus duidelijk een beweging van enkel de staat naar ook andere actoren.
(4) De mensenrechten zijn er opdat ze ons een mogelijkheid zouden geven om ons te
ontplooien als mens en om een menswaardig leven te kunnen leiden. Dat is de doelstelling
van de mensenrechten. Om willekeur en onderdrukking tegen te gaan. Wat menswaardig is
gaat doorheen de tijd evolueren. Het concept is vatbaar voor subjectiviteit en kan ook op
verschillende plaatsen anders ingevuld worden.
(5) In deze omschrijving zien we de verticale omschrijving van de mensenrechten. De overheid
die plichten heeft en dan de individuen die rechten hebben. Maar ook steeds meer een
horizontale visie ook dat individuen naar anderen toe ook de verplichtingen heeft. Het gaat
dus vooral een ruimte te creëren om onszelf te ontplooien zonder dat autoriteiten en
overheden ons daarin kunnen tegenhouden of misbruiken. Grondrechten wordt ook wel eens
gebruikt vanuit het nationaal publiekrecht. Maar doorgaans worden deze grondrechten
geïnterpreteerd vanuit het internationaal recht en invulling geven vanuit de mensenrechten.
Er is een duidelijke wisselwerking tussen beide, dus weinig zin dat hier een strikt onderscheid
in moet gemaakt worden.
1.1 Plichtsrelatie overheid en individu
Men beschikt over mensenrechten louter door het mens zijn. Eén van de belangrijkste
rechten is het verbod op discriminatie want dit zou betekenen dat de menselijke natuur niet
meer aan de basis ligt van de rechten.
Mensenrechten zijn beschermingsmaatregelen waar het individu over beschikt tegenover de
staat. Ze kunnen vertaald worden naar de limieten waarbinnen een staat functioneert om
legitiem te zijn, de grens waarbinnen het handelen van de staat moet blijven. Het geeft dus
2
,een kader aan de overheid waarbinnen ze mag functioneren en als deze niet legitiem
functioneert kunnen individuen ageren (zie recht op staken, opstand).
Die overheid die bepaalde zaken niet mag doen, heeft een onthoudingsplicht (de staat mag
NIET). In het geval van de individu zijn dat rechten. Bijvoorbeeld:
- Geen inmenging in privéleven
- Geen inmenging in communicatie
- Geen foltering, etc.
Naast de vrijheden, de verplichting om iets niet te doen, bestaat ook een positieve
verplichting waarbij je iets moet doen. Het gaat dan niet alleen om je te onthouden als staat,
maar je moet iets doen zodanig dat een bepaald recht gerespecteerd wordt. Wat er kan
gedaan worden is ook afhankelijk van de socio-economische omstandigheden en
rijkdom/capaciteiten van de staat. Bijvoorbeeld:
- Recht op onderwijs
- Recht op gezondheid
- Recht op leven
Bepaalde rechtsregels leggen de overheid dus een verplichting op om de mensenrechten
zowel te eerbiedigen als te verzekeren. Bijvoorbeeld:
Art. 2 BUPO-verdrag: “Iedere Staat die partij is bij dit Verdrag verbindt zich de in dit Verdrag
erkende rechten te eerbiedigen en deze aan een ieder die binnen zijn grondgebied verblijft en
aan zijn rechtsmacht is onderworpen te verzekeren, zonder onderscheid van welke aard ook,
zoals naar ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging,
nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status.”
Eerbiedigen: staat moet zelf de rechten respecteren
Verzekeren: staat moet maatregelen nemen zodanig dat anderen de rechten niet
schenden
Als de overheid zich hier niet aan houdt kan zij aansprakelijk worden gesteld. Bijvoorbeeld
het niet verzekeren van het recht op leven door moord niet als misdrijf te beschouwen
(horizontale werking). Naast de traditionele verticale verhouding (Westerse benadering) zijn
er ook steeds meer andere actoren waaraan verplichtingen worden opgelegd. Traditioneel
heeft de overheid enkel plichten en de individu enkel rechten maar deze worden steeds meer
aangevuld met bijhorende plichten. Men kan zich dan bijvoorbeeld afvragen of de VN-
veiligheidsraad de mensenrechten moet respecteren? De onthouding blijft dus essentieel
maar er kan een horizontale werking aan gekoppeld worden. Let op, hier is wel een
begrenzing aan. Niet alle rechten kunnen een horizontale werking krijgen. Bepaalde
mensenrechten zoals recht op eerlijk proces is een mensenrecht die enkel een verticale
werking heeft.
3
, Mensenrechten kunnen een extraterritoriale werking hebben omwille van de rechtsmacht
waaronder een bepaalde staat onderworpen is. In vele verdragen wordt er verwezen naar
extraterritoriale rechtsmacht i.p.v. het grondgebied.
(Bv.: vluchtelingen die zich beroepen op hun mensrechten die geschonden worden door
marinesoldaten)
In bepaalde situaties wordt het moeilijk om de rechten te waarborgen. Tijdens noodsituaties
zoals bv. een aardbeving zullen de rechten niet op dezelfde manier gewaarborgd kunnen
worden. Uitzonderingen (zoals tijdelijke opschorting van de rechten) worden dan onder
bepaalde voorwaarden mogelijk gemaakt.
Art. 4 BUPO: “Bij een algemene noodtoestand die een bedreiging vormt voor het
bestaan van het volk en welks aanwezigheid officieel is afgekondigd, kunnen de Staten
die partij zijn bij dit Verdrag maatregelen nemen, die afwijken van hun verplichtingen
ingevolge dit Verdrag, mits deze maatregelen niet verder gaan dan de toestand vereist
en niet in strijd zijn met andere verplichtingen welke voortvloeien uit het internationale
recht en geen discriminatie uitsluitend op grond van ras, huidskleur, geslacht, taal,
godsdienst of maatschappelijke afkomst inhouden.” Ook art. 15 EVRM situeert zich
hierin.
Ook hier is er een louter verticale werking. Enkel de overheid kan de adressant zijn van
deze voorwaarden, deze artikelen zijn niet voorzien voor particulieren. In geschillen
gaat het dan ook steeds om de overheid die zijn plichten niet is nagekomen. Het gaat
steeds om zaken tegen een bepaalde staat, niet tegen een particulier. Dit kan in het
geval dat de overheid zelf de maatregelen heeft geschonden of omdat deze
aansprakelijk is voor een individu die deze rechten heeft geschonden.
1.2 Menselijke natuur
Men beschikt over mensenrechten louter door het mens zijn. Het is onvervreemdbaar,
inherent en universeel recht. Men beschikt erover zelfs voor we geboren zijn en na ons
overlijden. Dit is een eerder filosofische benadering. Echter om de rechten juridisch in de
praktijk te in vullen zal de staat moeten ingrijpen opdat deze een wetgeving en juridische
bronnen kan creëren waarop we ons kunnen beroepen. Dit zal beperkter zijn maar is
noodzakelijk. We ‘krijgen’ ons recht van de staat. Dezelfde staat die de rechten kan schenden.
Het is dus degene die de schendingen begaat die de rechten opstelt en er toezicht op houdt.
Dit verklaart het spanningsveld tussen de individu en de overheid. Dit verklaart ook waarom
de standaarden zwakker zijn. De mensenrechten zijn dus gebaseerd op een compromis. De
staat wil zich enigszins beschermen uit eigen belang en zal daarom de rechten niet al te ruim
juridisch invullen.
Er zijn een aantal mensenrechten die los bestaan, die boven de staat zweven. De staat hoeft
hier niet tussen te komen om het recht te creëren. Deze regels hebben de status van Ius
Cogens. Deze rechten bevinden zich hoger dan de andere regels in het internationaal recht.
Sommige van deze rechten behoren tot de mensenrechten (bijvoorbeeld het recht op
foltering). Een verdrag dat in strijd is met het Ius Cogens is nietig.
4