Samenvatting van het boek 'Filosofie van de sociale wetenschappen (Sociologie, jaar 2)'. Geschreven in 2022 door Menno Rol. Uitgebreide samenvatting, vooral gekoppeld aan de theorie die in de colleges voorbij kwam. Hoofdstukken 1 t/m 6, 9 t/m 11 & 13
ISBN: 3221
Samenvatting verplichte hoofdstukken uit het boek Filosofie van de sociale wetenschappen
Samenvatting van alle literatuur (boek + artikelen) van Wetenschapsfilosofie, 2024
Begrippenlijst + kernboodschap artikelen Filosofie van de Sociale Wetenschappen
Tout pour ce livre (5)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Sociologie
Wetenschapsfilosofie (SOBA304A)
Tous les documents sur ce sujet (9)
4
revues
Par: shakiraelharkati • 4 mois de cela
Par: seb789 • 5 mois de cela
Par: tessafleurke • 6 mois de cela
Par: lmcreuchlin • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
menkekuiper
Avis reçus
Aperçu du contenu
1. Emergentie en drie verklaringsstijlen
Leidt het vragen van beweegredenen van actoren (personen) tot wetenschappelijke kennis?
Bijvoorbeeld, Maria doet het raam open. Maar waarom doet ze dat? Mogelijk liegen ze, of zijn ze zich
onvoldoende bewust van de redenen.
Waarheid doet ertoe in de wetenschap, maar daaruit volgt nog niet dat onware kennis per se
onwetenschappelijk is.
1.1.Eerste drie manieren van verklaren
Wellicht zullen sommigen zeggen dat de verklaring voor het gedrag wetenschappelijk is, als die
wetenschappelijk klinkende termen bevat. Bijvoorbeeld prikkels die de oorzaak zijn van het gedrag.
Hierbij zullen lichaamsprocessen een causale rol hebben gespeeld.
Als wij ons lichaam aansturen, komen er doelbewuste processen. Het gevolg hiervan is dat
wij de handelingen verrichten. En waar gevolgen zijn, zijn oorzaken.
De reden zet dus letterlijk aan tot bewegen.
De reden onderscheiden we van de functie en die weer van de oorzaak.
Dit geeft ons drie complementaire benaderingen van zo’n simpel verschijnsel als iemand die
zijn raam opent.
Volgorde: eerst vragen waarom ze het raam opent; hiermee intenties. Of we negeren haar
motieven, vragen haar niets en kijken naar gedrag. Voor Maria was het in elk geval zinvol om
het raam open te zetten, dus functioneel. Of we kijken niet naar het welzijn van Maria, maar
in haar lichaam naar de keten van oorzaak & gevolg.
Welke is wetenschappelijker? Zijn ze complementair? Geven ze alle drie wel antwoord op de
waarom-vraag? Gaan causale verklaringen wel over redenen?
1.2.Functioneel verklaren
Hanteert een stijl van antwoord geven op waaromvragen. Bijvoorbeeld ‘het plantje groeit naar het
licht toe opdat het zo beter energie kan verzamelen voor fotosynthese’. Dit gebeurt niet uit vrije wil.
Eigenlijk is dit niet een antwoord op de waarom-vraag, maar een waartoe-vraag.
Als we de verklaring voor het feit dat alle planten dit doen vergelijken, dan lijkt dit het meest
op de causale verklaring. Het is een aanwijsbare oorzaak voor iets dat we het gevolg noemen
en wat de proberen te begrijpen als verschijnsel.
Tijdasymmetrie= staan oorzaak en gevolg bij de verklaring wel in de juiste volgorde?
De plant is een voorbeeld van een paradox. Het schreeuwt om een oplossing. De vraag is namelijk;
zijn oorzaak en gevolg niet omgedraaid? Want pas als een plant flink is gegroeid, kan het goed
zonlicht vangen. Hiervoor kiezen tussen drie opties.
1. Functionele -> voor biologen. Het is zoals het is, niet vragen oorzaak-gevolg.
2. Planten observeren, net zoals bij Maria. Wie doorziet hoe oorzaak-gevolg samenhangen, kan
vooruitziend gebruik van maken.
3. Derde optie beste. Biologieboek staat vol met functionele verklaringen op zichzelf, maar die
verhelderen nooit hoe het komt dat ze blijkbaar zo functioneel zijn. Biologen weten dit al zo
lang, ze schrijven er alleen niet over. De geschiedenis heeft zich voltrokken onder
voortdurende veranderde omstandigheden op aarde. Zo gezien verbaast het niet dat al die
levende dingen goed zijn aangepast aan de omgeving, en dat de planten naar het licht
groeien. Het geeft hun de mogelijkheid om te overleven en zich voort te planten.
De functionele verklaring heeft de tijdasymmetrie wel op orde. Eerst oorzaak, dan gevolg.
Blijven drie vragen over:
1
, - Waarom biologische verklaringen in een sociaalwetenschappelijk boek? Het antwoord is dat
de functionele verklaringen ook een rol spelen in de psychologie, sociologie en economie.
Bijvoorbeeld opkomst en ondergang bedrijven wijzen ook naar omgevingsvariabelen.
- Moeten we de functionele verklaring dan niet gelijkstellen met de causale, zodat er sprake is
van twee verklaringsstijlen? Nee, uitleg komt hierna.
- Via welk mechanisme groeien planten naar het licht? -> Wie naar mechanismen vraagt,
vraagt naar oorzaken.
1.3.Oorzakelijk verklaren
Welk mechanisme zorgt ervoor dat planten naar het licht groeien? Daar geeft Darwin geen antwoord
op. De verklaring wijst een complex van oorzaken aan die samen leiden tot het onderzochte gevolg.
Het beschrijven van de oorzaken geeft ons het gevoel dat we inzicht krijgen in het mechanisme. We
zien in hoe het werkt, krijgen antwoord op de hoe-vraag. Alleen waarom-vraag te slordig, ook hoe-
vraag. Een oplossing die naar de functie wijst is antwoord op de waartoe-vraag.
De drie verklaringstypen geven antwoord op drie verschillende soorten vragen.
We hebben dus twee manieren gevonden waarop oorzakelijkheid een rol speelt bij de planten.
- Planten groeien naar het licht als gevolg van een biochemisch mechanisme. Oorzaak en
gevolg duidelijk. Geeft aanleiding tot causaal verband.
- Selectie en overleving is een tweede oorzakelijke verklaring. Dit zijn functionele verklaringen.
Ze voldoen aan drie belangrijke wetenschappelijke eisen: beschrijven accuraat wat er aan de
hand is, helpen begrijpen en ze helpen voorspellen.
In de waarheid van een verklarende theorie wordt eerder bepaalde eigenschappen geloofd dan
functionele verklaringen. Darwin-theorie wordt nooit in twijfel getrokken.
1.4.Intentioneel verklaren
Als je wil weten waarom iemand iets doet, dan kun je vragen naar de redenen of motieven. Dit is
waar het hoofdstuk om gaat. Er kunnen flink wat problemen ontstaan hierbij, zoals liegen en
onwetendheid. Intentionele verklaringen veronderstellen dat er sprake is van bewustzijn. Een actor
kan zonder bewustzijn geen antwoord geven op de vraag. Ieder bewust persoon begrijpt dat iemand
alleen het raam opent voor frisse lucht.
Voor succesvol intentioneel handelen is begrip van de causale structuur van de wereld nodig
en dit begrip veronderstelt op zijn beurt bewustzijn.
De omdat-vraag is een vraag naar een expliciet gesteld doel.
Een intentionele verklaring is een antwoord op de waarom-vraag, een functionele verklaring
antwoordt de waartoe-vraag en de causale verklaring houdt zich bezig met de waardoor-
vraag.
Je kunt dus niet alleen de juiste of onjuiste antwoorden geven, maar ook juiste of onjuiste
vragen stellen.
1.5.Is een molecuul H20 nat?
Leuk onderzoek leidt tot nieuwe vragen. Een druppel is volgens onderzoekers een onder invloed van
cohesiekrachten samenhangend groepje moleculen. Ze moeten dus bij elkaar blijven. Volgens deze
criteria is een watermolecuul dus niet nat. Zes moleculen veroorzaakt wel natheid. Dit verhaal toont
dat de eigenschappen van het universum niet op alle niveaus aanwezig zijn maar van klein naar groot
gaandeweg ontstaan, als het ware uit het niets. Denk maar aan het bewustzijn, dat bij intentionele
verklaringen een rol speelt. Om het belang hiervan te beseffen zijn drie opmerkingen belangrijk.
1. Dat eigenschappen die pas vanaf een zeker niveau van opstapeling ontstaan, emergent zijn.
Ze hebben dus geen bestaansrecht op kleinere schaal. Natheid en bewustzijn, zijn emergente
verschijnselen.
2
, 2. Zomaar een stapeling is niet voldoende. Een plant is een complexe stapeling, net zoals de
mens. Je moet dus op een bepaalde manier stapelen. Pas als emergentie ertoe doet, is er
goed gestapeld. Het is niet zomaar bij elkaar gooien, maar aggregeren.
3. Emergentie en aggregatie zich overal voordoen, op alle niveaus. De allerkleinste deeltjes
vormen een neutron of proton, de kleinste deeltjes veroorzaken mensen.
Een belofte is een voorbeeld van een emergent verschijnsel binnen de Sociologie. Alles wat een
socioloog doet, is deel van het universum.
Natuurwetenschappelijke inzichten bevruchten sociaalwetenschappelijk onderzoek. Een voorbeeld is
hoe je een merkwaardig feit kunt verklaren: alle dieren, ongeacht de grootte, kunnen op een
schaalgrootte van pakweg een meter springen.
Welke verklaringen voor sociale verschijnselen we ook willen geven, alles in de sociale
wereld wordt beperkt door wat de natuur aan mogelijkheden toestaat. Alle wetenschappers
kunnen niet om de conclusies van natuurwetenschap heen.
Het universum bestaat uit verschillende aggregatieniveaus die nauw samenhangen. Het
hoogste aggregatieniveau, dat van alle samenlevingen, de meest emergente verschijnselen
kent en daarmee ook het meest complex moet zijn De complexiteit van een lager
aggregatieniveau wordt altijd meegenomen naar het volgende. Bijvoorbeeld van atomen,
naar moleculen, naar stoffen, organellen, cellen, organen, individuen, samenlevingen.
1.6.Emergente eigenschappen en de beschikbaarheid van verklaringsstijlen
We willen weten of kennis van een intentie of bedoeling wel tot wetenschappelijke interessante
(hoewel mogelijk onbetrouwbare) informatie leidt.
Beantwoorden dit door aan te tonen hoe nauw verklaringstype en aggregatie verbonden zijn.
Sociale wetenschappen houdt zich bezig met niveaus van samenlevingen, individuen en
organen. Willen begrijpen hoe de gedragingen van individuen in het algemeen
gecoördineerd worden tot een groepsuitkomst, zoals samenwerking.
Lagere niveaus trekken biologen aan, al is er overlap met sociologen. Veel theoretische
natuurkunde houdt zich bezig met de kleinste deeltjes, en paradoxaal het allergrootste,
namelijk het universum. Wetenschap is dus het bouwwerk met verdiepingen die bevolkt
worden door onderzoekers. Naarmate je klimt, kan je andere vragen stellen en andere
onderzoeksmethoden, terwijl ze regelmatig overeenkomen.
Het gebouw lijkt het meest op de toren van Babel. Dit is een tabel. De meest rechter kolom
geeft een overzicht van de onderzoeksdisciplines. De tabel toont aan dat de
wetenschappelijke disciplines zich meer dan op een niveau richten. Het midden bestaat uit
een overzicht van de beschikbaarheid van de verklaringsstijlen.
Hoe hoger het aggregatieniveau, des te complexer de wereld en de behendiger de
wetenschappers moeten zijn in het geven van verklaringen.
De mogelijkheid om functioneel te verklaren komt pas beschikbaar voor wie het leven
onderzoekt en dat volledig en uitsluitend dankzij Darwin.
Mensen hebben intentie, beweegredenen en motieven, en soms werkt het om daarnaar te
vragen. Soms ook niet, want niet alle motieven zijn bewust.
Sociale wetenschap dient zich van alle drie de besproken verklaringen. Niet tegelijk, soms
botst het wat de beste stijl is. In principe staan deze manieren om de sociale wereld
begrijpelijk te maken tot hun beschikking. Sommigen verwijten anderen dat zij slechts
anekdotische bewijs hebben en neerkijken op intentionele. Zij repliceren mogelijk alleen
kwantitatief bewijs door de persoon te objectiveren.
Oorspronkelijke vraag: is een verklaring van menselijk gedrag in termen van de intenties van de
onderzochte actoren wel wetenschappelijk te noemen? Antwoord vloeit uit het schema. Alle
3
, bedoelingen die mensen hebben, kunnen zinvol een rol spelen in sociaalwetenschappelijke
verklaringen en dus inzichten verschaffen.
Gebruiken motief, reden, beweegreden en intentie als synoniemen.
Meer precisering in de betekenis van intentie: suggereert altijd bewust handelen. In de
filosofie is het alleen gebruikelijk om niet alleen bewuste mentale processen intentioneel
(bedoeld) te noemen, maar ook onbewuste. Elke mentale activiteit is volgens deze traditie
intentioneel, in de zin dat het altijd op een of andere manier is gericht op iets anders. Door
een wijder begrip van intentie, kun je allerlei processen intentioneel noemen. Ook
bijvoorbeeld planten, want het is functioneel gericht op de komst van wespen en de
overleving van de plant. Daarmee wordt nog niet het geloofsartikel binnengehaald dat
planten bewuste beweegredenen zouden hebben.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur menkekuiper. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.