MODULE 1: Rechtsstructuren
0. Wat is recht?
- Geen eenduidige definitie
- Kernelementen (3):
o Gedragsregels en normen die orde brengen in de samenleving
▪ Inherent aan menselijk gedrag
▪ Evolutief gegeven (verandert mee)
▪ Maakbaar: doorheen tijd de gewenste vorm aannemen
o Opgelegd door de samenleving (overheid)
▪ Orgaan moet bevoegdheid (autoriteit) krijgen
▪ Enkel overheid kan recht maken
▪ Gewenste vorm door invloed orgaan
▪ Hoog compromis-gehalte van rechtsregels
o Afdwingbaar door de samenleving
▪ Beroep op de overheid
▪ Instellingen aanduiden voor naleving: rechtbanken, politie …
1. Indeling van het recht
1.1 Indeling op basis van TERRITORIALITEIT
- Recht volgt grenzen van de samenleving
- Bevoegdheid van overheid is begrensd door grondgebied
o Personen op eigen grondgebied
o Onderdanen op ander grondgebied
1.1.1 Nationaal recht
- Toepassing op
o Grondgebied van een land
o Zijn onderdanen
1.1.2 Grensoverschrijdend recht
- Niet beperkt tot 1 land
- Soorten (2):
o Internationaal recht: verhouding staten onderling
▪ Vastleggen in verdragen
▪ Bilaterale verdragen: verdragen die staten onderling met elkaar
afsluiten
▪ Internationale akkoorden: verdragen waarbij de deelnemende landen
zich engageren om ze uit te voeren
o Supranationaal recht: Europees recht
▪ Recht van toepassing op de 27 lidstaten
▪ Zelf recht uitvaardigen (uitzonderlijk!)
▪ Supranationale organisatie
1
,1.2 Indeling op basis van INHOUD/MATERIE
- Interactie tussen
o Burgers onderling
o Burger – overheid
o Overheden onderling
1.2.1 Publiek- en privaatrecht
A. Publiekrecht
- Regelt interacties tussen overheden en tussen burger – overheid
- Rechtstreeks betrokken overheid
- Relatie tussen overheden (4):
o Grondwettelijk recht (staatsstructuur)
o Administratief recht (werking van organen)
o Bevoegdheidsverdeling
o Relatie met andere staten
- Relatie tussen burger – overheid én burgers onderling
o Bij openbare orde, veiligheid, bescherming en bestraffing
o Grondwettelijk recht (rechten en vrijheden), strafrecht, jeugdrecht …
B. Privaatrecht
- Toekenning (subjectieve) rechten aan burgers en tussen burgers
- Burgerlijk recht:
o Afsluiten van contracten
o Beheer goederen
o Afstamming, erfrecht en huwelijk, echtscheiding
- Arbeidsrecht, vennootschapsrecht
C. Mengvormen
- Ondernemings- en economisch recht: bescherming consument, markt …
- Gezondheidsrecht
- Collectief arbeidsrecht: collectief overleg …
1.2.2 Strafbaar of niet strafbaar
A. Strafbaar
- Beginsel: handeling is strafbaar als door de overheid is vastgelegd dat de handeling
strafbaar is én wat bijhorende straffen zijn
- Onderverdeling in het Strafwetboek
1) Indeling strafbare handelingen
- Misdrijf: alle strafbare handelingen
o Generieke term
o Enkel van mensen
- Overtredingen: minst ernstige misdrijven
o Politiestraf: gevangenisstraf van 1-7 dagen en geldboete van €1-25
o Politierechtbank
2
,- Wanbedrijven: ernstige misdrijven
o Correctionele straf: gevangenisstraf van 8d-5j en geldboete van > €25
o Correctionele rechtbank
- Misdaden: zwaarste misdrijven
o Criminele straf: gevangenisstraf van min 5j-levenslang
o Correctionele rechtbank of hof van assisen
2) Kenmerken strafrecht (4)
- Repressief: vermijden van opnieuw plegen
- Punitief: straffend
- Resocialiserend wederopvoeding
- Procedure: tussenkomst van overheid
B. Niet strafbaar
1) Kenmerken van niet strafbaar (burgerlijk) recht (3)
- Nakomen van verbintenissen:
o Andere partij verplichtingen laten nakomen die zijn aangegaan
o Verplichten om iets te doen of iets niet (meer) te doen
- Vergoeding van schade
- Procedure:
o Partijen regelen kwestie onderling of voor de burgerlijke rechtbank
o Blijven meester over eigen geschil
C. Mengvormen: samenloop
- Samenloop: wanneer een strafbaar feit ook oorzaak is van schade aan anderen
- Belangrijke principes (2):
o Strafproces heeft voorrang op burgerlijk proces
o Strafrechter kan zich uitspreken over burgerlijke vordering
▪ Slachtoffer als burgerlijke partij
▪ Schadevergoeding eisen
1.3 Combinatie van territorialiteit en inhoud
- Soorten (3):
o Nationaal privaatrecht: privaatrecht binnen 1 grondgebied
o Nationaal publiekrecht: publiekrecht binnen 1 grondgebied
o Nationaal strafrecht: onderdeel van nationaal publiekrecht
- In internationale context (2):
o Grensoverschrijdend privaatrecht
▪ Welke (supra)nationale wetgeving is van toepassing?
▪ Internationaal privaatrecht (IPR)
▪ Géén eigen recht
o Grensoverschrijdend publiekrecht
▪ Tussen staten onderling en staten – internationale instellingen
▪ Internationaal publiekrecht
o Internationaal strafrecht
3
, 1.4 Andere indelingen
- Recht is niet altijd zo dwingend
- Soorten (3):
o Regels van openbare orde:
▪ Fundamentele beginselen en belangen, openbare orde en veiligheid
▪ Kan niet geraakt worden
▪ Publiekrecht
o Regels van dwingend recht:
▪ Binnen rechtsverkeer
▪ Burger mag NIET afwijken
▪ Als bescherming van de zwakkere
o Regels van aanvullend recht:
▪ Ofwel regel toepassen
▪ Ofwel (andere) regel zelf opstellen
▪ “Tenzij anders overeengekomen”
2. Bronnen van het recht
2.1 De overheid
- Gelegitimeerd door de samenleving
- Fundamenten van de democratie (4):
o Parlement: volksvertegenwoordigers
o Vrije verkiezingen voor samenstelling parlement
o Grondwet: bescherming bevoegdheden parlement én burger
o Scheiding der machten
- Democratisch gehalte wordt afgemeten aan de fundamenten
o Wetgevende macht: parlement
▪ Volksvertegenwoordigers
▪ Alle macht gaat uit van het volk
o Uitvoerende macht: regering en staatshoofd
▪ Partijen die meerderheid vormen in het parlement
▪ Aangeduid door het staatshoofd
▪ Uitvoeren van ‘wil van het volk’
o Rechterlijke macht: rechtbanken
▪ Recht afdwingbaar maken
▪ Toezicht op overheidsoptreden
- Scheiding der machten: de machten zijn onafhankelijk van elkaar!!
o WM controleert UM
o UM moet verantwoorden aan WM
o UM benoemt RM (eens benoemt, geen afzetting mogelijk)
- Géén absolute scheiding
2.1.1 Internationale verdragen
- Landen onderling of via internationale organisatie
- De verdragen zijn recht
- Geen overheid!
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur manonsmans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.