CULTUURGESCHIEDENIS
EXAMEN:
Het historische situeren van cultuurproducten. Materiele kennisvragen; alle gebouwen, figuren, producten moet
je historisch kunnen situeren dus geen exacte data van buiten kennen maar wel kunnen situeren in bv de eerste
helft van de 18de eeuw , de verschillende stijlfasen in de juiste volgorde kunnen zetten, de verschillende artiesten,
architecten ook chronologisch kunnen ordenen.
50/50 puntenverdeling examen en leesopdracht.
Cultuurgeschiedenis => tracht een samenhangend beeld te bieden v/e historische periode of evolutie
Specifiek gebied binnen geschiedschrijving
Gegevens uit diverse gebieden v cultuur w samengebracht in gemeensch verband:
Kunst
Literatuur
Politiek denken
Economie
Architectuur, …
Cultuurgeschiedenis, architectuur, ruimte, beeld en samenleving in context
Figuur 1 Band architectuur, ruimte, beeld en cultuur
Architectuur + ruimte
architectuur Info over tijd en cult waarin ze tot stand komen/
invulling krijgen
Visie van die tijd
cultuur Gaat over bebouwde omgeving, kunst, literatuur
Zowel bebouwde als imaginaire ruimte
beeld ruimte
Inzicht over individu + maatsch in bep. historische context
Architectuur (= bebouwde omgeving, voorstellingen arch en ruimte)
Bestuderen i.v.m. concrete individu en maatsch. context
Bv. Burgerlijke interieurs 19de E en weergave in kunst/ lit/ fotografie
weerspiegeling burger als bewoner intimistisch/ voyeuristisch interieur + duidelijk
onderscheiden publieke ruimte. Weerspiegeling is spel van wederzijdse projecties tussen
interieur en bewoner.
Door analyse: ‘burgerlijke individu’ als bewoner v/e huiselijke omgeving, stad, openbare ruimte
etc. beter begrijpen.
,Twee voorbeelden:
1) Bebouwde ruimte: Otto Wagner, psychiatrische instelling Am Steinhof (1901-1909)
een v/d belangrijkste vbn modernistische architectuur toegepast op psychiatrische instelling
kijker controleert in feite : zien = controle
duidelijke logica: optische transparantie, geconstrueerd o.b.v. fictie kijker – (panoptische blik)
overzicht over het gehele complex
reflecteert transparantie in de bredere cultuur: opvattingen over
psychiatrie/patiënt/gezonde maatsch. in die tijd
- Psychiatrie onderhevig aan veranderingen: ging over hygiëne, controle, orde en
decriminalisering patiënt (contrast met vroeger)
- gezonde/ transparante/geziene maatsch
Figuur 2 Psychiatrische instelling “Am Steinhof” slaapzaal en ontspanningsruimte
Bv. Slaapzaal; heel georganiseerd, proper , hygiënisch. Vroeger was dit niet zo evident, ordening
v otto wagner doorgetrokken in omgeving, rest v/h gebouw in de architectuur.
2) Imaginaire ruimte: Antoine Watteau, Les plaisirs du bal (ca. 1715-1717)
zeer representatief vb rococo schilderkunst, thema v/d zogenaamde ‘pastorale literatuur’
(=literatuur waarin herders en het geïdealiseerde boerenbestaan een centrale rol spelen) heel
populair in adellijke kringen. => pastoraal landschap
Architecturale constructie zorgt voor ordening: afscheiding tussen wereld adel en
imaginaire/pastorale wereld waar ze zich niet goed kan bij plaatsen
- Voorgrond: sociaal gebeuren v/h adellijke leven
- Achtergrond: onbekende vr d adel -> wazig geïdealiseerd landschap, reminiscentie
pastorale sfeer, doorkijk naar de verbeelding v/d adellijke wereld
Reflecteert functioneren van maatsch. groep, die (mentaal) afgescheiden is v/d
buitenwereld, het boerenbestaan
- De omliggende wereld = projectie v/h eigen verhaal uit lit.
Zowel schilderij als bouwwerk hebben een grote
waarde die we kunnen gebruiken bij het begrijpen v/d
cultuurgeschiedenis.
Figuur 3 Antoine Watteau, Les plaisirs du bal, 1714,
Dulwich Picture Gallery, London
, 1. BAROK
16de-17de E: turbulent:
Opkomst protestantisme, conflict katholieken/protestanten => religieuze fracties
Ontdekkingsreizen
Revolutionaire ontw. wiskunde, wetenschap, arch, filosofie en kunsten
Politiek: vorstelijk absolutisme
Ontw. v burgerlijke cultuur
Rode draad doorheen de verschillende cultuuruitingen v/d barok:
“Kunnen we de werkelijkheid wel kennen of worden we onvermijdelijk bedrogen door onze zintuigen?”
Is de ervaren realiteit objectief of ingebeelde en subjectief?
- A.d.h.v. welke criteria kunnen we dit nagaan?
Centraal in de filosofie, wetenschap en kunst
Barok speelt met illusie
Tromp-l’oeil => fenomeen in d kunst in h streven naar een zeer radicale natuurgetrouwheid, een 'net
echt' in de artistieke voorstelling.
Ingezet als moreel vb vr d religieuze zaak
psychologische,
wereld v verbeelding
persoonlijke en
gekende wereld en subjectieve
verbeelde
ervaring
(ervarings)ruimte
'HET LEVEN IS EEN DROOM' (LA VIDA ES SUEÑO) – 1635 (SPAANSE GOUDEN EEUW)1
Spaanse dramaturg Pedro Calderón de la Barca (1600-1681)
Literaire barok
toneelstuk over werkelijkheid/droom
onderwerp: zinsbegoocheling, kennis, Kunnen we onszelf wel kennen?
Centrale vragen:
Kunnen we droom en realiteit onderscheiden?
Is er überhaupt iets buiten de droom?
Vind het individu zich niet slechts weerspiegelt in schermbeelden,
illusies en tromp-l’oeil-effecten ?
Figuur 4 Standbeeld van Pedro
Calderón de la Barca op de Plaza de
Santa Ana in Madrid
1de zeventiende eeuw die een bloeiperiode was op vlak van kunst en literatuur, in het bijzonder ook op het vlak van het toneel, met
dramaturgen als Lope de Vega, Tirso de Molina en ook Calderón de la Barca.
, CENTRALE THEMA’S LITERATUUR EN THEATER – NIETS IS WAT HET LIJKT
1) Overtuiging: mens w geregeerd door (blinde) passies waaruit obsessie tot zelfkennis en - controle volgt.
Bv: Kan ik mezelf echt wel "zien", heb ik wel een eigen "identiteit"? “Wie ben ik?" "Een man
zonder naam”, zegt Don Juan in ‘De verleider van Sevilla’ (El burlador de Sevilla), een toneelstuk
van Tirso de Molina.
2) Alles is een grote trompe-l’oeil.
Alles en iedereen is ambigu, vermomd of monsterlijk.
Wat natuurlijk lijkt is tegelijk artificieel/artistiek.
Als alles slechts schijn is wereld is een droom leven is niet meer reëel dan een droom.
CALDERÓN DE LA BARCA
Centraal: relatie tss illusie en realiteit
Geldigheid kennis wereld, mog om iets anders te ontdekken dan eigen subj. Ervaring w in vraag
gesteld
Bestaan v ‘externe’/ ‘echte’ realiteit ?
- Kunnen we realiteiten onderscheiden?
Vindt individu zich niet slechts weerspiegeld in schijnbeelden, illusies, trompe-l'oeil effecten?
‘HET LEVEN IS EEN DROOM’
Personages:
Segismundo: Poolse prins
Basilio: Koning
Clotaldo: opvoeder en bewaker
Verhaal:
Basilio houdt Segismundo gevangen in een kerker. Omdat hij als astroloog in de sterren had gelezen dat zijn
zoon een tiran zou worden. Op een gegeven moment mag hij voor een dag koning zijn, en wordt, na te zijn
ingeslapen d.m.v. een slaapdrank, naar het kasteel van zijn vader overgebracht. Wanneer hij daar wakker
wordt begint hij zich echter wreed te gedragen, zoals zijn vader in de sterren had gelezen, en wordt hij weer
opgesloten, na opnieuw te zijn gedrogeerd. In zijn kerker vertelt zijn bewaker en opvoeder Clotaldo hem dat
alles wat gebeurd is in het kasteel van zijn vader slechts een droom was…
Citaat Segismundo:
“ Wat is het leven? Een hartstocht. Wat is het leven? Een illusie, een schaduw, een fictie,en het hoogste goed is
slechts klein, want heel het leven is slechts een droom, en dromen zijn niets dan dromen.”
Problematiek van werkelijkheid en droom
CHRONOLOGISCH KADER EN VOORBEELDEN
expressieve kracht v/h beeld: overweldigende karakter v/d illusie v/d realiteit
nadruk op dramatische kracht (ingehouden) beweging
chiaroscuro (licht-schaduwcontrast)
Sterke beelden konden overtuigend een boodschap brengen.