Inhoudsopgave
HOC1: Verzorgingsstaat................................................................................................................................. 2
Tekst 1: Trends en uitdagingen – Verschuere & Heremans.................................................................................2
Tekst 2: Bestuurlijke organisatie – Verschuere & Heremans...............................................................................9
HOC2+3: Armoede....................................................................................................................................... 11
Tekst 3: Armoedebeleid – Verschuere & Heremans...........................................................................................11
Tekst 4: Getuigenis Ingrid...................................................................................................................................17
Tekst 5: getuigenis Rachid..................................................................................................................................18
Tekst 6: Armoede en vrijheidsberoving – Maes en Put......................................................................................18
Tekst 7: 70% meer doden bij kansarmen door corona.......................................................................................25
Tekst 8: Scholen discrimineren bij inschrijving kleuters.....................................................................................26
Tekst 9: Schoolpoorten blijven dicht voor bepaalde leerlingen.........................................................................26
HOC4: Sociale kaart en afronding................................................................................................................. 27
Tekst 10: ‘Mag een kind nog uit de band springen?’.........................................................................................27
Tekst 11: Vooral arme kinderen slikken antidepressiva.....................................................................................27
Tekst 12: Paul Verhaeghe ‘de neoliberale waanzin treft ons allemaal’.............................................................27
Tekst 13: ‘Laten we stoppen met de verliezers te kleineren’.............................................................................28
Tekst 14: Het algemeen welzijnswerk................................................................................................................29
HOC5: Observeren, rapporteren en ingrijpen/begrijpen...............................................................................35
Tekst 15: Schriftelijk rapporteren – Roose.........................................................................................................35
Tekst 16: Hoofdstuk identiteit – Verhaeghe.......................................................................................................37
HOC6: Communicatie................................................................................................................................... 45
Tekst 17: Communicatie axioma’s – Adams et al..............................................................................................45
HOC7: Beroepsgeheim................................................................................................................................. 48
Tekst 18: Beroepsgeheim – Van den Bussche....................................................................................................48
Tekst 19: Rouwende moeder botst op beroepsgeheim......................................................................................57
Tekst 20: Horen, zien en twijfelen: beroepsgeheim plaatst artsen voor zware dilemma’s - DM......................58
Tekst 21: Horen, zien en… wat dan? – DS..........................................................................................................59
HOC8: Hulp- en hoopverlening..................................................................................................................... 60
Tekst 22: Trajecten van hoopverlening – Vanobbergen....................................................................................60
HOC9: Omgaan met specifieke situaties....................................................................................................... 60
Tekst 23: Hulpverlening onder druk – Casselman..............................................................................................61
Tekst 24: Brochure slachtofferhulp....................................................................................................................65
1
, Tekst 25: Terrorisme en dan verder – Federale Overheid..................................................................................68
HOC1: Verzorgingsstaat
Tekst 1: Trends en uitdagingen – Verschuere & Heremans
Welzijn in Vlaanderen: trends en uitdagingen
Welzijnsbeleid krijgt vorm in een omgeving die constant evolueert. Er zijn dan ook trends en
ontwikkelingen die het beleid uitdagen. We gaan na of er algemene tendensen zijn over de
beleidssectoren heen. Er zijn 2 categorieën: cliëntperspectief (omvang en aard van de vraag)
en aanbodperspectief (organisatie en welzijnsbeleid). Er wordt geanalyseerd om een
overzicht te bieden. Dan zijn er nog slotbedenkingen.
Trends en uitdagingen aan de vraagzijde
Samen te vatten in een drietal clusters: 1. De ontwikkelingen die de mate van de vraag gaan
bepalen 2. De vraag naar zorg en ondersteuning die alsmaar meer divers wordt 3. De
uitdagingen voor de overheid en de beleidsmakers om aan deze gewijzigde en zich nog
steeds wijzigende vraag tegemoet te komen. Wat verwachten we dat burgers zelf doen en
waarvoor voorzien we professionele zorg en ondersteuning?
Stijgende vraag naar zorg
Toegenomen, wachtlijsten ontstaan. Vier clusters van oorzaken: 1. Demografische evoluties
2. Sociologische ontwikkelingen 3. Technologisch-wetenschappelijke vooruitgang in de
geneeskunde 4. Evoluties in het aanbod zelf.
1. Demografische evoluties. De bevolking veroudert aan een hoog tempo. Vragen over
wie de zorg voor de groeiende groep ouderen zal opnemen, betalen en organiseren.
Hoe ouder mensen worden, hoe groter hun kans is om zorgbehoevend te worden. De
zorgnood zal sterk toenemen. Sprake van ‘vergrijzing binnen de vergrijzing’.
Uitdaging voor het systeem van de ouderenzorg.
2. Sociologische ontwikkelingen. Vraag naar professionele hulp neemt toe door het feit
dat mensen niet meer in staat of bereid zijn om zelf een groot deel van de hulp en
zorg te verstrekken aan familie of andere naasten. Afname van mantelzorg. Dat kan
door: 1. Tweeverdieners die geen tijd kunnen vrijmaken, zij moeten noodgedwongen
beroep doen op het professionele circuit 2. Toename van het aantal
eenoudergezinnen 3. Toenemende migratie, mensen blijven steeds minder in het
dorp wonen waar ze opgroeien. De mantelzorg of informele zorg neemt dus af door
beperkingen in tijd en in ruimte. De helft van de Vlamingen verleent nog informele
zorg, dat is relatief goed. Maar, het is heel zwaar. Ook door de veranderende
arbeidsomstandigheden. Minder zekerheid over de job, druk tot meer productiviteit
en toegenomen vraag naar flexibiliteit. Toegenomen stress. Zelfdoding is een van de
belangrijkste doodsoorzaken. De cijfers liggen heel hoog. We leven ook in een
competitieve maatschappij. Dit leidt tot nieuwe problemen en groeiende zorgnood in
een aantal welzijnssectoren. Bv. mensen die beroep doen op geestelijke
gezondheidszorg. Ook is er een toename van het aantal geboorten in kansarme
gezinnen. Dit allemaal voelt m’n in sectoren als algemeen welzijnswerk,
2
, armoedebestrijding en samenlevingsopbouw. Er is een preventief beleid mogelijk om
de negatieve effecten van bepaalde sociologische evoluties aan te pakken. Hierbij
kunnen dan eventuele latere zwaardere zorgvragen vermeden worden. Bv. Indien
jongeren die in probleemsituaties opgroeien op een doeltreffende manier geholpen
worden, kan dit mogelijks leiden tot minder jongeren die later als misdrijf
omschreven feiten plegen.
3. Technologisch-wetenschappelijke vooruitgang. Hierdoor kunnen we steeds meer
mensen helpen. Bv. voor mensen met een fysieke beperking kan dit het leven
aanzienlijk comfortabeler maken. Tegelijkertijd is het moeilijk voor de zorgvrager om
te weten welke technologische mogelijkheden er voorhanden zijn. We worden ouder
en dus meer kans dat zorgbehoevendheid stijgt. Er zijn initiatieven zoals apps. Covid
zorgde voor meer beeldbellen. De medische, technologische en wetenschappelijke
vooruitgang is zeker toe te juichen en is een teken van maatschappelijke welvaart en
vooruitgang. Dit zorgt ook voor nieuwe uitdagingen.
4. Evoluties in het aanbod zelf. Nieuw aanbod = nieuwe vragen en dus ook langere
wachtlijsten. Soms moet hier ook kritisch naar gekeken worden bv. Kinderopvang,
ouders schrijven hun kind in op meerdere wachtlijsten dus dit is niet accuraat. Een
gebrek aan afstemming in het aanbod zorgt hier dus voor een artificiële verlenging
van de wachtlijsten. Lokale besturen kunnen hier regisseur spelen en advies geven
aan overheden.
De vraag naar zorg en ondersteuning wordt complexer
Mensen worden mondiger en vragen meer inspraak over de manier waarop ze geholpen
worden. We leven ook in een diverse samenleving op etnisch-cultureel vlak. Er zijn
verschillende percepties. Cliënten verwachten steeds meer zorg op maat, in functie van hun
eigen individuele problematiek.
Inspraak en positie van de cliënten in het welzijnsbeleid
Mogelijk dat ze in de mate van het mogelijke inspraak hebben over de hulp die zij
ontvangen. Ze worden mondiger, weten beter wat ze willen en willen dat ook kenbaar
maken. Ze kunnen inspraak hebben op twee niveaus: 1. Niveau van het beleid, wensen en
noden kenbaar maken 2. Niveau van de dienstverlening, hoe de organisaties werken.
Idealer hebben ze inspraak in het beleid en de beleidsvorming. Hun stem is nu wel
opgenomen in de strategische adviesraad van het beleidsdomein WVG, de vraag is of ze
even sterk staan en gelijkwaardig behandeld worden als de sociale partners uit die sector.
Koepelorganisaties en vakbonden zorgen er wel voor dat er beter geparticipeerd kan worden
aan het beleid. Overheid heeft wel inspanningen gedaan om gebruikersorganisaties te
ondersteunen zodat ze als volwaardige gesprekspartner voor de overheid zouden kunnen
dienen. Dit met bv. subsidies. Bv. VZW Cachet in jeugdhulp; ze vertalen de stem van
jongeren naar beleidsadviezen maar organiseren ook activiteiten voor jongeren zodat ze hun
ervaringen kunnen delen. Bv. In de sector ouderenzorg zijn er ouderenraden. Mensen in
armoede hebben vaak schroom en zijn niet altijd geneigd om te participeren.
Op het niveau van de voorzieningen zijn cliënten vaak mondiger maar ze kunnen daar niet
altijd mee terecht in hun voorzieningen.
Sommige willen niet langer meer rekenen op het door de overheid erkende en
gesubsidieerde aanbod. Ouders gaan zien dan bv. zelf organiseren. Er bestaat het PVF-
systeem. Burgerinitiatieven groeien.
3
, Zorg en ondersteuning op maat van de vraag van de cliënt?
Individuele zorgvraag, vele gradaties. Niet alle vragen zijn even dringend en de intensiteit
van de problematiek verschilt in grote mate. Dit is zeker niet evident door de
professionalisering die heeft plaatsgevonden. Professionalisering gaat gepaard met een
zekere graad van specialisatie. Er zou moeten worden samengewerkt tussen professionals,
vaak is er een coördinatieprobleem bv. wie doet wat etc...
Welzijnsbeleid in een superdiverse samenleving
Verschillende culturen. Iedere inwoner van ons land heeft toegang tot dienstverlening en
dus stromen er ook steeds meer mensen van allochtone origine in. Twee uitdagingen: 1.
Realiseren van gelijke toegang voor mensen met een allochtone origine. Zie matteuseffect.
2. Uitdaging voor voorzieningen in de verschillende beleidssectoren die met deze diverse
instroom geconfronteerd worden. Ze hebben soms een aantal specifieke gewoonten en
willen die dan ook gerespecteerd zien. Er moet een evenwichtige en haalbare oplossing
gezocht worden.
Hoe omgaan met de toenemende en diverse vraag?
Er worden veel financiële middelen vrijgemaakt. Toename van de budgetten. Er moet ook
kostenefficiëntie zijn. De belastingbetaler zal – terecht – overtuigd moeten worden dat de
middelen goed besteed worden. Er moet een beleid uitgestippeld worden dat zorg
garandeert voor wie het nodig heeft en dat via efficiënte besteding van de middelen. Hier
zijn een aantal vraagpunten: 1. Wie heeft er toegang tot het welzijnsaanbod? 2. Er dient een
oplossing te worden gevonden voor de complexe problematiek van de toenemende druk op
het professionele circuit. 3. In hoeverre staat het welzijnsbeleid los van andere
beleidsdomeinen en moeten we niet meer streven naar een integraal beleid?
Wie heeft recht op dienstverlening van het welzijnsbeleid?
Vraag of iedereen gelijke toegang dient te krijgen tot de dienstverlening (universalisme), dan
wel of de toegang alleen voor bepaalde groepen mensen geldt (selectivisme).
Universalisme: Gelijke toegang. Solidariteitsmechanisme. Belangrijk omdat niet iedereen in
gelijke mate bijdraagt tot de financiering van de dienstverlening van het welzijnsbeleid.
Algemene maatregelen kunnen ook kosteneffectief zijn. Het preventieve karakter van een
algemene maatregel kan een nog grotere toekomstige uitgave vermijden.
Selectivisten: Ze zijn tegen algemene maatregelen en wensen de toegang tot zorg- en
welzijnsvoorzieningen te reserveren voor bepaalde groepen. Ze vinden het allerminst
efficiënt om middelen in te zetten voor groepen of individuen die in principe bepaalde
dienstverlening niet nodig hebben. Ze vrezen misbruik van dienstverlening en vrezen dat de
garantie op zorg voor veel mensen een stuk de drijfveren wegneemt om uit hun
achterstandspositie weg te geraken. Kritiek op selectivisme: het zou stigmatiserend werken
waardoor diegenen die het meeste nodig hebben afhaken.
Selectiviteit kan gebeuren op basis van verschillende toewijzingscriteria. 1. Inkomen 2.
Functie van de diagnose 3. Vervullen van een bepaalde tegenprestatie. Bv. Voorwaarde dat
iemand zorgbehoevend dient te zijn. Bv. Bijdrage die inkomengerelateerd is. Bv.
Voorrangsregels voor bepaalde doelgroepen.
Correct beeld op de zorgnood van iemand
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur somebodycrimi. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.