Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Immunologie 2 - Biomedische laboratorium technologie - HoGent €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Immunologie 2 - Biomedische laboratorium technologie - HoGent

1 vérifier
 70 vues  4 fois vendu

Samenvatting van 39 pagina's van het vak Immunologie 2. Omvat de belangrijkste leerstof uit de schriftelijke cursus, PowerPoint, schema's, afbeeldingen en de uitleg van de docent tijdens de lessen. HOOFDSTUK I: Inleiding tot het immuunsysteem 1.1 Het niet-specifieke of aangeboren immuunsysteem ...

[Montrer plus]

Aperçu 6 sur 39  pages

  • 30 mai 2023
  • 39
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: audelinedebacker • 6 mois de cela

avatar-seller
evademeulemeester16
IMMUNOLOGIE 2
2021




[DATUM]
[BEDRIJFSNAAM]
[Bedrijfsadres]

,1 HOOFDSTUK I: Inleiding tot het immuunsysteem
1.1 Het niet-specifieke of aangeboren immuunsysteem
Mechanische componenten

• Huid
• Mucosa→ deeltjes gevangen in mucus; via hoesten, niezen, trilhaarbewegingen verwijderd

Chemische componenten

• Lysozyme in lichaamsvochten (tranen, neussecreet, speeksel,...) = antibacterieel
• Zure laag van de huid (melkzuur en vetzuren geproduceerd door talgklieren) = antibacterieel
• Zuur maagsap = bacteriedodend
• Acute fase eiwitten
• Complement: zie later
• Interferon (IFN):bescherming virale infectie

Microbiologische componenten → Commensale darmflora: beschermend tegen potentiële
pathogenen

Cellulaire componenten

• Granulocyten en macrofagen: fagocyterende cellen
• Naturalkiller (NK) cellen: elimineren van viraal geïnfecteerde en/of getransformeerde cellen
(= kankercellen)

Wanneer pathogeen lichaam binnendringt

Vroege onmiddellijke respons -> macrofagen fagocyteren m.o. + opstart vroeg geïnduceerde respons
door uitsturen signalen (cytokines en chemokines)

Vroege geïnduceerde respons (na +/-4u)

➢ Neutrofielen worden gerekruteerd
➢ Activatie lokale bloedvaten en hun endotheel: vasodilatatie, verhoogde vasculaire
permeabiliteit, diapedese van neutrofielen bevorderen.
 Lokale inflammatie of ontsteking = acute fase reactie.
− Calor/ warmte
− Rubor/roodheid
− Dolor/pijn
− Tumor/zwelling
➢ Acute fase eiwitten, geproduceerd door de lever. C-reactive protein(CRP): bindt op
oppervlak van bepaalde dode en stervende cellen en sommige pathogenen →gemerkt voor
opruiming

Late respons: aangeboren(DC) + verworven, specifiek of adaptief




1

,1.2 Het verworven, adaptieve of specifieke immuunsysteem
1.2.1 De start van het specifiek immuunsysteem
DC: dendritische cellen → APC: antigeen presenterende cellen. Behoren nog tot het aangeboren,
niet-specifieke immuunsysteem. Via macropinocytose nemen immature DC extracellulair op, ook
antigenen van pathogenen. Wanneer ze een pathogeen herkennen worden ze geactiveerd en
migreren ze naar de dichtstbijzijnde lymfeknoop. Daar presenteren ze de antigenen aan de rustende
T- en B-lymfocyten.

GEVOLG: vorming van immuunproducten gericht tegen die antigenen

1. ANTILICHAMEN –> de humorale immuunrespons
2. EFFECTOR-T-LYMFOCYTEN –> de cellulaire immuunrespons


1.2.2 De humorale immuunrespons
Extracellulaire bescherming, vaak bacteriën

Geactiveerde B-lymfocyten (hulp van T-helpercel) → plasmacellen→ produceren specifiek
antilichaam met als functie:

• Neutraliseren
• Opsoniseren
• Complement activeren


1.2.3 De cellulaire immuunrespons
Intracellulaire bescherming tegen pathogenen, virussen, parasieten

Cytotoxische T-lymfocyten: rechtstreeks afdoden van een geïnfecteerde cel

T-helpercellen

• T-helper 1 cellen→ rekruteren en activeren van macrofagen, rol bij activeren CTL
• T-helper 2 cellen → rol bij activeren B-lymfocyten

Suppressor of regulatorische T-lymfocyten: inhiberen adaptieve immuunrespons



1.2.4 Kenmerken/essentiële eigenschappen van de specifieke immuunrespons
Specificiteit: gericht tegen één specifiek pathogeen

Onderscheid tussen lichaamseigen(SELF) en lichaamsvreemd (NON-SELF) → tolerantie

Onderscheid tussen gevaarlijk en niet gevaarlijke lichaamsvreemde antigenen

Immuungeheugen → specifieke immuniteit → vaccinatie




2

,1.3 Een immuunrespons met niet-specifieke en specifieke componenten
WBC van belang in immuunsysteem

• Fagocyten:
− Niet-specifiek
− Herkennen en opnemen van microbiële componenten
− Antigeenpresentatie
• Lymfocyten:
− Specifiek
− Productie antilichamen
− Geïnfecteerde cellen afdoden

Vroege respons

• Onmiddellijk: macrofagen (NS)
• Vroeg geïnduceerd: macrofagen + neutrofielen(NS)

Late respons

• Dendritische cellen (NS)
• T en B lymfocyten (S)




3

,2 HOOFDSTUK II: Het niet-specifiek immuunsysteem meer in detail
2.1 De onmiddellijke en vroeg-geïnduceerde respons
2.1.1 Het complement systeem
= systeem dat bestaat uit tenminste dertig eiwitten, in hun inactieve vorm aanwezig in het plasma
DOEL: afdoden van pathogene m.o.

2.1.1.1 Fase 1: herkenningsfase




Lectine pathway

Herkenning van PAMP’s = Pathogen Associated Molecular Patterns

• Uniek voor micro-organismen => specifiek voor gevaar
• Essentieel voor microbiële fysiologie => geconserveerd, blijven aanwezig ondanks evolutie
van bacterie
• Voorbeelden
− LPS
− Specifieke suikergroepen (mannose)
− Flagelline(flagel van bacteriën)
− Peptidoglycaan
− dsRNA(geassocieerd met virussen)

PAMP’s worden herkend door de Pattern Recognition Receptors (PRR’s) die zich op de antigeen
presenterende cellen (APC’s) bevinden of in de oplosbare vorm in het plasma.

• Mannose Bindend Lectine (MBL)
− Komt voor in plasma geassocieerd met een inactief serine protease: MBL-associated
Serine Protease (MASP)
− Bindt op oppervlak van pathogeen m.o. op de PAMP
 Conformatieverandering waarbij het actief centrum van het serine protease vrij komt
 Het actieve protease kan C4 en C2 knippen en activeren

Klassieke pathway

• Noemt zo omdat het eerst ontdekt is.
• C1 = complementfactor 1 bindt op verschillende zaken waardoor ook de serine protease
actief wordt.

4

, • C1q: 6 subunits elk met een globulaire kop en een staart →globulaire kop herkent en bindt
op het bacteriële opp.
• C1s en C1r: houden staarten bijeen

• C1q bindt Indirect via CRP op pathogeen oppervlak
• C1q bindt Indirect via Antilichamen op pathogeen
o Binding op Fc staart van IgM en IgG
o één IgM molecule op membraan is voldoende om de reactie te starten
o Twee naast elkaar gelegen IgG’s nodig: gem. 800 IgG moleculen op membraan van
cel nodig om er twee naast mekaar te hebben
• C1q bindt rechtstreeks op pathogeen oppervlak
• Na binding volgt een conformatie verandering waarbij de C1s geactiveerd wordt = serine
protease, hiermee start ook de tweede fase

Alternatieve pathway (na fase twee)

• Doel: amplificatielus voor de productie van grote hoeveelheden C3b
• Start: klein beetje C3b nodig: afkomstig van klassieke of lectine pathway → grote
hoeveelheden C3b gevormd = amplificatie lus


2.1.1.2 Fase 2: de vorming/activatie van C3 convertase en C3b
Na binding van een PRR (C1 of MBL/MASP) op een PAMP wordt een serine protease geactiveerd
(MASP of C1s). dit zet een cascadesysteem in gang waarbij het serine protease een stukje knipt van
een inactieve complementfactor, hierdoor wordt de complementfactor geactiveerd tot actief serine
protease die op zijn beurt een volgende zal activeren.

• C1s zorgt voor de proteolytische splitsing van C4 → C4a en C4b
− C4a (klein fragment) wordt vrijgesteld
− C4b (groot fragment) bindt naast C1-Al complex op opp pathogeen
• C2 bindt op C4b en kan door C1s gesplitst worden in C2a en C2b
− C2a (klein fragment wordt vrijgesteld
− C2b (groot fragment) blijft gebonden aan C4b en vormt het C4b2b complex = C3 convertase
• C3 bindt op het C4b2b complex en wordt gesplitst in C3a en C3b
− C3a (klein fragment) wordt vrijgesteld
− C3b (groot fragment) bindt ofwel
▪ Aan het C4b2b complex → gat in membraan
▪ Covalent op pathogeen de membraan → opsonisatie

2.1.1.3 Fase 3: aanval van het pathogeen micro-organisme= effectormechanisme
1. Opsonisatie door C3b binding op opp pathogeen

C3b-receptoren: op neutrofielen, eosinofielen, monocyten, macrofagen, B-cellen, zorgen voor de
binding aan de C3b geopsoniseerde pathogeen. (immuunadherentie)

➔ Fagocytose geactiveerd
➔ Verhoogde activatie van immuuneffectorcel (B-cel → humorale immuun respons)

5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evademeulemeester16. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  4x  vendu
  • (1)
  Ajouter