1 Milieukunde
1.1 Inleiding
Milieu = de fysieke, levende en niet-levende omgeving van de mens waarmee hij in relatie staat. We
hangen van de aarde af voor lucht, water, voedsel, beschutting, etc. maar de mens oefent ook invloed
uit op de natuur en het milieu.
=> Europees milieubeleid = voorzorgbeginsel en vervuiler betaald-principe
Natuurlijke hulpbronnen = de grondstoffen die we uit ons milieu halen en nodig hebben om te
overleven
- Hernieuwbare hulpbronnen = kunnen in korte perioden worden aangevuld (bv: wind,
zonlicht, golfenergie, …)
- Niet-hernieuwbare hulpbronnen = zijn uitputbaar (bv: mineralen, ruwe olie, …)
Ecosysteemdiensten = diensten geleverd door een goed functionerende planeet aan de mens
- Klimaatregeling
- Zuurstof produceren
- Voorkomen van bodemerosie door vegetatie
- Bestuiven van gewassen
- Productie van actieve componenten voor geneesmiddelen
- …
Planetaire grenzen = 9 grenzen waarbinnen de mens moet navigeren om duurzaam gebruik te kunnen
blijven maken van de hulpbronnen van de planeet -> hoe kunnen we aarde in beheersbare toestand
houden?
- Holoceen = toestand van de planeet waarbij menselijke welvaart en ontwikkeling mogelijk is
- Antropoceen = toestand van de aarde wijkt af van de gekende stabiele toestand van het
holoceen
1. verlies van biodiversiteit en ecosystemen (= biosfeerintegriteit)
2. klimaatverandering
3. verzuring van oceanen
4. verandering in landgebruik
5. niet-duurzaam zoetwatergebruik
6. verstoring van biogeochemische cycli -> eutrofiëring (zie filmpje PPT!)
7. wijziging van atmosferische aerosolen
8. vervuiling door nieuwe chemische stoffen
9. de afbraak van ozon (= beschermt aardoppervlak tegen schadelijke UV) in de stratosfeer
,Tipping points (kantelpunten) = hoogste grens die we niet mogen overschrijden, identificatie van de
systemen die de stabiliteit van het aardse systeem behouden
Belang = veerkracht van het systeem, hoe groter de buffer hoe beter
Hoe reageert aarde op de milieudruk?
- Stap 1: veerkracht gaat verloren = tegen reacties uit de natuur zorgen voor negatieve
feedback loops (demping van effecten) en zorgen terug voor stabiele toestand
- Stap 2: geen veerkracht meer (kantelpunt) = positieve feedback loop (versterkend effect) en is
niet tegen te houden
=> om te vermijden dat we de kantelpunten bereiken moeten we deze grenzen respecteren = SDG’s
1.2 Milieuwetgeving
Milieuproblemen zijn:
- Lokaal (bv: milieuhinder zoals geur en geluid)
- Regionaal (bv: verzuring, gemiddelde ozonconcentratie in de troposfeer, …)
- Globaal (bv: klimaatopwarming en stratosferische ozonconcentratie)
-> Vlaamse Regering (uitvoerende macht) is bevoegd voor alles rond milieu- en natuurbeleid;
implementatie van de Europese milieuwetgeving
Milieuwetgeving (= Vlaamse decreten) = behoort hoofdzakelijk tot de gewesten, de uitvoering (=
besluiten) kunnen verschillen van gewest tot gewest (er is enkel een Belgische wet!)
- Decreten
- DABM (decreet algemene bepaling milieubeleid)
- Omgevingsvergunningsdecreet
- Bodemdecreet, …
- Besluiten
- Omgevingsvergunningsbesluit
- VLAREM II & III
- VLAREBO (= Vlaams Reglement rond bodemsanering en bodembescherming)
, VLAREM (Vlaamse regelement betreffende milieuvergunning) = om de milieubelasting van een bedrijf
in al zijn aspecten te beheersen en te beperken door interne milieuzorg en een milieucoördinator aan
te stellen die bepaalde taken, rechten en plichten moet voldoen
- VLAREM I = regelt het verlenen van vergunningen (bestaat niet meer!)
- VLAREM II = bedrijven worden ingedeeld in klassen (1,2 en 3) afhankelijk van de veroorzaakte
milieuhinder (bijlage 1) en beschrijft de voorwaarden die moeten vervuld worden om voor
bepaalde activiteit een vergunning te houden
- Klasse 1 = vergunning bij provincie (= meest vervuilende klasse) (bv: festival, pretpark,
industrie, …) = vergunningsplicht
- Klasse 2 = vergunning bij gemeente (bv: luchthaven, landbouw, …) = vergunningsplicht
- Klasse 3 = vergunning bij gemeente (bv: honden opvang, wellness, …) = meldingsplicht
- VLAREM III = voorwaarden voor zwaar vervuilende bedrijven, geïntegreerde preventie en
bestrijding van verontreiniging (IPPC = integrated pollution prevention and control)
=> let op: niet alle voorwaarden staan in VLAREM II -> VLAREM III, VLAREBO, VLAREMA, …
DABM = decreet algemene bepalingen milieubeleid, de procedures voor de omgevingsvergunning zijn
hierin opgenomen, vergunningplichtige inrichtingen of activiteiten zijn opgenomen in bijlage 1 van
VLAREM II (= indelingslijst)
Omgevingsvergunning = milieuvergunning + stedenbouwkundige vergunning en deze vergunning is
nodig bij het exploiteren of veranderen van een gebouw, onderneming, …
Emissienormen = milieuvoorwaarden voor oppervlaktewater-, bodem-, grondwater-,
luchtverontreiniging en geluids-, en licht hinder voor alle inrichtingen (+ sectorale voorwaarden)
=> zie voorbeelden PPT + kunnen mee werken!