Samenvatting Max - Biologie voor jou 4 VWO - Thema 5 en 6
5 vues 0 fois vendu
Cours
Biologie
Type
VWO / Gymnasium
Book
Biologie voor jou MAX 4 vwo 2019 lob A
In deze samenvatting worden thema 5 'Ecologie' en thema 6 'Mens en milieu' uitgelegd. Met duidelijke overzichten en overzichtelijke opsommingen wordt de leerstof voor iedere leerling begrijpelijk gemaakt.
5 | Ecologie
1 Ecologie op alle organisatieniveaus
○ Organismen worden beïnvloed door hun omgeving, maar de omgeving wordt ook
beïnvloed door de organismen die erin leven.
○ Invloed van organismen op de omgeving
■ Bacteriën nemen stikstof op uit de lucht, andere vormen zuurstof of
methaan → beïnvloed de samenstelling van de atmosfeer
○ Invloed van de omgeving op organismen
■ Door bodemvervuiling of temperatuurverandering moeten organismen
zich aanpassen.
○ Niveaus van organisatie
○ molecuul
○ organel
○ cel
○ weefsel
○ orgaan
○ orgaanstelsel
○ individu
○ populatie → organismen van dezelfde soort die samenleven en een
voortplantingsgemeenschap vormen
○ levensgemeenschap → alle organismen in een ecosysteem
habitat → alle niet levende dingen in een ecosysteem
○ ecosysteem → = levensgemeenschap + habitat
○ biosfeer → alle ecosystemen bij elkaar
○ Organismen laten DNA-sporen achter in hun omgeving, aan de hand van DNA kan
een ecoloog achterhalen welke diersoorten in een bepaald gebied komen.
Environmental DNA / eDNA heet dat soort DNA.
○ Genoom → alle DNA-moleculen in een cel
○ Onderzoek op populatieniveau: een ecoloog kan onderzoeken wat het effect is op de
populatie watervlooien, als een fabriek haar warme koelwater lost in het meer.
○ Een levensgemeenschap bestaat uit verschillende populaties.
○ Deze populaties beconcurreren elkaar, eten elkaar op of parasiteren elkaar.
○ Onderzoek levensgemeenschap: een ecoloog kan onderzoeken wat het effect is op
de levensgemeenschap als de populatie watervlooien afneemt.
○ Biotische factoren → de organismen van een levensgemeenschap en de invloed
die ze op hun omgeving uitoefenen.
○ voedselaanbod
○ concurrentie
○ predatie
○ nestgelegenheid
○ Abiotische factoren → invloeden vanuit de levenloze omgeving
○ temperatuur
○ stroomsnelheid
○ troebelheid van het water
○ de hoeveelheid zuurstof
○ Abiotische factoren zijn van invloed op de soortensamenstelling.
, ○ Ecosysteem → begrensd systeem waarin een wisselwerking plaatsvindt tussen
verschillende biotische en abiotische factoren. Bijvoorbeeld een meer, sloot,
aquarium, stuk bos of heide.
○ Onderzoek ecosysteem: een ecoloog kan onderzoeken welk effect het verdwijnen
van de watervlooien heeft op een ecosysteem (bv het zuurstofgehalte van het water
en de levensgemeenschap)
○ Onderzoek biosfeer: een ecoloog kan onderzoeken wat het effect is van de
opwarming van de aarde op de biosfeer.
○ Emergente eigenschappen → eigenschappen die specifiek zijn voor een niveau
○ Emergente eigenschappen van een populatie
○ dichtheid, geslachtsverhouding, geboortecijfer en sterftecijfer
○ Emergente eigenschappen van een levensgemeenschap
○ biodiversiteit en complexiteit
2 Organismen
○ Het klimaat is een combinatie van abiotische factoren. (neerslag, temperatuur etc.)
○ Macroklimaat → gemiddeld klimaat dat zich uitstrekt over een gebied
○ In een gebied met hetzelfde macroklimaat kunnen de abiotische factoren op
verschillende plaatsen wel verschillen → elk plekje van een ecosysteem heeft zijn
eigen microklimaat
○ Zand
○ grotere bodemdeeltjes dan klei.
○ loopt water snel doorheen, vanwege de ruimte tussen de
bodemdeeltjes
○ Klei
○ kleine holten tussen de bodemdeeltjes
○ kan water goed vasthouden
○ houdt mineralen (zouten) beter vast
○ in klei zit minder lucht en dus minder
zuurstof, de wortels van planten hebben zuurstof nodig.
○ vanwege de kleinere holten in klei is het moeilijker voor
de wortels om tussen de bodemdeeltjes door te dringen
○ Door activiteiten van bacteriën en schimmels ontstaan uit humus
mineralen voor planten. Bovendien verbetert humus de structuur
van de bodem → humus zorgt ervoor dat zand beter water kan
vasthouden en dat wortels in klei kunnen doordringen. De
hoeveelheid humus zegt veel over de bodemsoort.
○ De pH, de grondwaterstand en de concentratie mineralen
hebben ook invloed op de soortensamenstelling (planten en bodemdieren)
○ Licht is een abiotische factor. Planten hebben licht nodig voor hun fotosynthese. De
behoefte aan licht is niet voor iedere plant gelijk. (zonplanten en schaduwplanten)
○ De daglengte beïnvloed het tijdstip waarop planten in het voorjaar bloemen vormen
en het tijdstip van paring en eileg bij vissen, amfibieën en vogels.
○ Water is een biotische factor. Landplanten hebben aan de buitenkant van hun
bladeren een cuticula (waslaagje) en aan de onderkant huidmondjes.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur schenkwessel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.