Persoonlijkheidspsychologie
1. Inleiding persoonlijkheidspsychologie
- Kijk naar doelstellingen voor de focus
- Slides belangrijkste + eigen notities!
- Sommige namen kennen van belangrijke onderzoekers maar geen jaartallen
- 2O meerkeuzevragen met gis (10p)
- Twee open vragen (10p)
- Gesloten boek
o Gelijkenissen, zaken kritisch bekijken
- Voorbeeldexamenvragen tijdens de les
1. Wat is de definitie van persoonlijkheid?
Examen: definitie geven, voorbeeld
Woordenboek is geen wetenschappelijke basis.
Wetenschap zegt het volgende:
“Persoonlijkheid is de verzameling van psychologische trekken en mechanismen binnen een
individu, die georganiseerd en relatief stabiel zijn, en die de interacties met en de
aanpassingen aan de intrapsychische, fysieke en sociale omgeving beïnvloeden.”
Het is moeilijk om een definitie op te stellen voor persoonlijkheid want het gaat
bijvoorbeeld over innerlijke zaken, sociale effecten, motieven van een mens.
Naar wat verwijst het begrip “psychologische trekken”?
• trekken (traits) = eigenschappen die verschillen/gelijkenissen tussen mensen
beschrijven
• Jij bent verlegen, dan gaan we jou vergelijken met andere mensen die zich
hetzelfde gedragen en ga je de vergelijking maken met mensen die dan weer
sociaal overkomen. Iemand is heel erg ordelijk, dan ga je mensen samen
zetten die heel ordelijk zijn waardoor je gelijkend bent met de eigenschappen
• gemiddelde neigingen (average tendencies)
• Als iemand verlegen is, betekent dit niet dat deze persoon ALTIJD verlegen is.
Hij kan zich op zijn gemak voelen bij andere. Het gaat dus over een
gemiddelde neiging want het komt niet ALTIJD tot zijn uiting in elke situatie.
Het betekent niet omdat je eens boos wordt, dat dit een
persoonlijkheidseigenschap is. Enkel als dit meer gebeurt in vergelijking bent
de andere op verschillende momenten, dan is dit een persoonlijkheidstrek.
• hoeveel? structuur? oorsprong? correlaties/gevolgen?
• Hoeveel trekken heb je nodig om over een persoonlijkheidstrek te praten?
• beschrijven, verklaren en voorspellen van (toekomstig) gedrag
• Als je verlegen ben, ben je dan ook gevoeliger aan bepaalde zaken? Wat zijn
onderlinge correlaties? Mensen die emotioneel instabiel zijn, hebben zij een
grotere kans om een depressieve episode door te gaan?
• Eigenschappen verklaren ook waarom mensen zich zo gaan gedragen en
voorspellen het toekomstgedrag
Naar wat verwijst het begrip “mechanismen”?
, ➔ cognitieve processen van informatieverwerking
Het gaat niet enkel over persoonlijkheidstrekken, als bepaalde trekken geactiveerd worden
zijn hier cognitieve processen aan verbonden.
Als je extravert bent, dan zit je graag in een grote groep van mensen en leg je graag contact
met andere. Als mensen extravert zijn, zie je als zij in een sociale situatie komen dat zij op
een bepaalde manier gaan reageren. Bv. Bij de wachtzaal ga je oogcontact maken met
andere en vragenstellen
• Input (bepaalde situatie)
• Belissingsregels (wat je meemaakt in die situatie)
• Output (hoe je ermee omgaat)
o Bv. Je komt op straat gaat naar je kot en je ziet da iemand lastiggevallen
wordt. Als je moedig bent, kijk je sneller naar de veiligheid van andere en ga
je die persoon helpen.
o Bv. Een laf persoon zal in die situatie doen alsof hij het niet gezien heeft en
ervan weglopen
Naar wat verwijst het begrip “binnen een individu, die georganiseerd en relatief
stabiel”?
• persoonlijkheid = intern
• continuïteit
• georganiseerd: geen willekeurige verzameling elementen, maar een coherent,
samenhangend geheel.
• De trekken zijn op een bepaalde manier aan elkaar gelinkt
• Als je bedachtzaam bent en laag imupulsief, geeft dit een ander
resultaat dan wanneer het andersom zou zijn bijvoorbeeld
• relatief stabiel doorheen de tijd en consistent overheen situaties (state ≠ trait!)
• Het is niet hetzelfde als een gemoedstoestand! Het is stabiel doorheen de tijd.
Een persoonlijkheid die verschilt met bepaalde situaties, is een
persoonlijkheidstoestand. Je moet een bepaalde eigenschap dus op
verschillende momenten waarnemen om het een persoonlijkheidseigenschap
te noemen
• Het is relatief omdat niet elke persoonlijkheidseigenschap tot uiting komt in
alle situaties. Bv. Als je samen moet sporten met je leerlingen dan komt de
competitiviteit veel meer naar boven dan wanneer je bijvoorbeeld naar de bib
zou gaan
Naar wat verwijst het begrip “interacties & aanpassingen”?
• interactie tussen persoon en omgeving = complex!
• Perceptie
, • Onze persoonlijkheid bepaalt waar wij de nadruk op gaan leggen, waar
we meer aandacht aan gaan besteden
• Bv. iemand die angstig is, gaat sneller zaken percipiëren die op
een bedreiging lijken
• Selectie
• We gaan vaak situaties opzoeken die passend zijn voor ons. Bv. Voor
een groepssport zoeken als je extravert bent
• Uitlokking
• Door jouw gedrag ga je vaak niet intentioneel bepaalde reacties bij
andere mensen uitlokken. Hier is ook een interactie tussen jouw
persoonlijkheid en de omgeving.
• Bv. iemand die onzeker is, gaat een beschermede reactie
creëren voor andere
• Manipulatie
• Je gaat intentioneel zaken veranderen in de omgeving zodat de
omgeving meer passend is bij je persoonlijkheidsprofiel
• Bv. Je bent ambitieus, je komt terecht in een groepje voor je
opleiding en je zet de situatie naar je hand om tot een goede
uitslag te komen
• adaptief functioneren: flexibel omgaan met de stress, uitdagingen en
problemen die we tegenkomen terwijl we onze levensdoelen trachten te
realiseren
• Onze persoonlijkheid zorgt ervoor dat we makkelijker met zaken
overweg kunnen. Bijvoorbeeld bij angst, detecteer je sneller bepaalde
zaken. Het kan ons helpen maar ook voor problemen zorgen (mal
adaptief functioneren, persoonlijkheidsstoornissen)
Naar wat verwijst het begrip “intrapsychische, fysieke en sociale omgeving”?
Onze omgeving stelt ons voortdurend voor uitdagingen.
• fysieke omgeving: bv. fysiek gevaar (® overleving, veiligheid)
• sociale omgeving: bv. vrienden, collega’s, partner (® liefde, respect, erbij horen)
• intrapsychische omgeving: bv. herinneringen, dromen, verlangens, … (®
eigenwaarde)
2. Wat zijn belangrijke termen?
Wat was (vroeger) de betekenis van individuele verschillen?
Het verwijst naar eigenschappen waarop mensen gelijk zijn en verschillen. Ook fysieke
kenmerken vallen hieronder.
Wat is het verschil tussen temperament en persoonlijkheid?
Wat was (vroeger) de betekenis van temperament en persoonlijkheid?
Temperament hetgeen dat biologisch bepaald was (hoe makkelijk kunnen kinderen getroost
worden bv). Het was de basis van de persoonlijkheid en persoonlijkheid was het resultaat
van dat temperament.
, Men is hierop teruggekomen en men heeft gezien dat er even sterke genetische basis is
voor temperament en persoonlijkheid. Er is een even sterke genetische basis. Men kan deze
twee dus moeilijk uit elkaar halen. Er is wel een verschil in het begrip persoonlijkheid, deze
wordt breder bekeken want hier wordt er nog gepraat over het cognitief mechanisme,
attributie, etc. Bij jonge kinderen tot de lagere school, wordt er in de literatuur nog wel
gepraat over temperament.
3. Hoe ziet de persoonlijkheidspsychologie eruit?
Wat is de persoonlijkheidspsychologie?
= tak van de psychologie die zich bezighoudt met het bestuderen van persoonlijkheid.
= begrijpen van individuele verschillen tussen mensen
• impliciete persoonlijkheidstheorieën (~ steretypen)
• Uitspraken die we maken over personen, oordelen
• Je gaat naar een feest en je vriendin neemt je vriend mee en blijft op
de achtergrond en zegt niets. Je kan op da moment vaststellen dat
deze persoon zich te goed voelt, het is op basis van je intuïtie op basis
van 1 waarneming.
• Er wordt vaak ook naar fysieke kenmerken gekeken
• Niet wetenschappelijk onderbouwd!!
o intuïtief
o selectieve waarneming
o vaak evaluatief
• wetenschappelijke persoonlijkheidstheorieën
• Je kan niet waarnemen hoe de persoonlijkheden van de leerlingen zijn. Het
gaat wel ons gedrag bepalen. Om die persoonlijkheid in kaart te brengen, ga
je veel observaties moeten uitvoeren om een uitspraak te kunnen doen!
o beschrijven van menselijke kenmerken
o persoonlijkheid als psychologisch construct
o niet direct observeerbaar
▪ veel observaties uitvoeren
o determinant van gedrag
a) Drie analyseniveaus