Samenvatting van alle voorgeschreven literatuur van het vak Burgerlijk Procesrecht. Een samenvatting van de stof zoals voorgeschreven in collegejaar 2022/2023.
Samenvatting Burgerlijk Procesrecht
Week 1
Hoofdstuk 1 - Inleiding
1.1 Doelstellingen van het burgerlijk procesrecht
- Het vermogensrecht → waar rechten i.b. ter vrije beschikking van de rechtssubjecten staan.
De tussenkomst van de rechtr wordt daar ingeroepen ter beslechting van een geschil over de
inhoud van de rechtsbetrekking en/of verkrijging van een afdwingbare veroordeling.
- Het personen- en familierecht → de taak van de rechter is daar gericht op de bescherming van
specifieke belangen.
- Het rechtssubject zelf is maar in beperkte mate in staat zijn materiële rechtspositie te
bepalen en treedt de rechter vaak ordenend op, als orgaan van de uitvoerende macht.
1.2 Eigenrichting
Eigenrichting = het zonder overheidshulp met eigen machtsmiddelen afdwingen van een (vermeende)
burgerrechtelijke aanspraak.
Het burgerlijk procesrecht stelt middelen tot handhaving van de privaatrechtelijke rechtsorde ter
beschikking, die met staatsmacht kunnen worden afgedwongen. Hiermee beoogt het ontoelaatbare
vormen van eigenrichting te voorkomen en escalatie van toelaatbare vormen van eigenrichting tegen
te gaan.
1.3 Eigenlijke en oneigenlijke rechtspraak
Eigenlijke rechtspraak = de taak van de burgerlijke rechter om vermogensrechtelijke geschilen te
beslissen en/of afdwingbare veroordelingen uit te spreken.
Oneigenlijke rechtspraak = de bemoeienis van de rechter op het terrein van personen- en
familierecht.
1.4 Soorten procedures
De dagvaardings- en verzoekschriftprocedure zijn duidelijk naar elkaar toegegroeid.
De belangrijkste verschillen:
1. De dagvaardingsprocedure vangt meestal aan met een dagvaarding. De
verzoekschriftprocedure wordt ingeleid met een schriftelijk verzoek, ingediend bij de griffie
van de bevoegde rechterlijke instantie.
- Dagvaarding = door een deurwaarder uitgebrachte tot de tegenpartij gerichte oproep
om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen met een omschrijving van de
eis en de gronden daarvan.
2. Voor beide procedures gelden eigen regels die aangeven of de sector civiel dan wel de
kantonrechter de zaak zal behandelen en aansluitend welke rechtbank. De relatieve
competentie is per procedurevorm geregeld: in dagvaardingszaken is i.b. de rechter van de
woonplaats van de gedaagde bevoegd, terwijl in verzoekschriftzaken dat de rechter van de
woonplaats van de verzoeker is.
3. In dagvaardingsprocedures reageert de gedaagde schriftelijk op de dagvaarding. Dan wordt
een mondelinge behandeling bevolen. Na de mondelinge behandeling kan verdere
conclusiewisseling worden toegestaan. Bij het vonnis wordt uitspraak gedaan. In
verzoekschriftprocedures wordt na ontvangst van het rekest vastgesteld wanneer het verzoek
ter zitting zal worden behandeld. Na behandeling ter zitting, volgt een beschikking.
1
, 4. De opstelling van de rechter in de dagvaardingsprocedure is minder actief dan in de
verzoekschriftprocedure. Dit hangt samen met de gedachte dat partijen i.b. vrij zijn om de
processuele verwezenlijking daarvan naar eigen inzicht te bepalen. De rechter is bij de
bepaling van het procestempo en bij het bijeenbrengen van de voor zijn beslissing benodigde
feiten meer afhankelijk van de partijen.
5. ‘Vordering’= dagvaardingsprocedure, ‘verzoek’= verzoekschriftprocedure.
KEI = Kwaliteit en Innovatie rechtspraak.
1.5 De rechtsvordering
Rechtsvordering ziet op de in rechte ingestelde eis. Het is het processuele middel dat in het
procesrecht is vereist om een beslissing te verkrijgen.
- Uitgangspunt = dat een partij meent een materiële aanspraak te hebben, een in het materiële
recht geworteld subjectief recht.
1.6 Wisselwerking tussen formeel en materieel recht
Tussen het formele recht en het materiële recht bestaat in verschillende opzichten een wisselwerking.
Zo kan het gebruik van processuele middelen bepalend zijn voor het bestaan van materiële rechten.
Het burgerlijk procesrecht bepaalt hoe ver de materiële bevoegdheden van het privaatrecht zich
uitstrekken. Het eigenlijke belang van het formele recht voor het materiële recht is daarin gelegen, dat
het materiële recht niet zonder het procesrecht kan functioneren.
1.7 Doorwerking van redelijkheid en billijkheid
De rechtsbetrekking wordt mede bepaald door de eisen van redelijkheid en billijkheid. Deze eisen
kunnen mede doorwerken in de processuele fase en ook daar weer bepalend zijn voor de vraag welk
gedrag partijen van elkaar mogen verwachten.
1.8 Belangvereiste en misbruik van procesrecht
Art. 3:303 BW: zonder voldoende belang komt niemand een rechtsvordering toe.
1. De situatie dat een partij met het processuele middel dat hij inzet in praktische zin niets
opschiet.
- Het gekozen procesmiddel moet dienstbaar kunnen zijn aan het doel dat dat middel in
het procesrecht heeft. Het middel moet de partij in een betere juridische positie
kunnen brengen.
2. Dat de rechter een vordering die een te geringe waarde heeft, onbehandeld dient te laten is niet
het grootste probleem. Moeilijker is dat de burgerlijke rechter zich steeds vaker
geconfronteerd ziet met de vraag welke andere dan financiële belangen voldoende of geschikt
zijn om van hem een beslissing te vragen.
Misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW) levert een tot schadevergoeding verplichtende OD op. De
schadevergoedingsplicht is evenwel niet de enige sanctie: zij kan eveneens de uitoefening van een
bepaald recht beletten.
1.10 Nederlandse regelingen van burgerlijk procesrecht
Regelingen die tot het burgerlijk procesrecht kunnen worden gerekend vindt men o.a. in de Rv, RO,
BW.
Ook in het Wetboek van Strafvordering komen regelingen van burgrlijk procesrecht voor.
2
,1.11 Netherlands Commercial Court (NCC)
Kan als onderdeel van de rechtbank en het hof Amsterdam in zaken met een internationaal aspect, de
behandeling en de uitspraak doen in het Engels, en die ook een eigen procesreglement heeft.
1.12 Nieuw beslagrecht, nieuw bewijsrecht, Experimentenwet
Het voorstel tot modernisering van het bewijsrecht gaat in op de taakverdeling van partijen en rechter
in het algemeen en in het kader van bewijs en betreft daarmee de kern van het procesrecht.
Hoofdstuk 2 - Artikel 6 EVRM en algemene voorschriften voor procedures
2.1 Inleiding
Fundamentele eisen: normen die zo worden beschouwd dat afwijking niet of alleen in bijzondere
gevallen is toegestaan.
Functionele eisen: regels voor een behoorlijk ingericht en goed functionerend procesrecht.
In art. 6 EVRM is vastgelegd aan welke eisen de rechter en de rechtsgang in civiele, straf- en
bestuurszaken ten minste moeten voldoen, willen zij geen aanleiding zijn tot sancties van het EHRM.
- De eisen zien vooral op de wijze waarop de overheid de civiele procedure moet inrichten en
de rechterlijke macht moet toerusten en instrueren.
- Handelen in strijd met art. 6 EVRM kan leiden tot buitenwerkingstelling van een nationale
regeling.
- Burgers kunnen art. 6 EVRM alleen inroepen tegen de overheid, niet rechtstreeks tegen de
wederpartij.
- Ten slotte eist art. 13 EVRM dat aan partijen een effectief nationaal rechtsmiddel ter
beschikking staat om tegen een schending van art. 6 EVRM op te kunnen komen. Als het gaat
om schending van de redelijke termijn kan jegens de overheid aanspraak worden gemaakt op
vergoeding van de daardoor veroorzaakte materiële en immateriële schade.
→ art. 19 Rv = hoor en wederhoor
→ art. 20 Rv = waken tegen onredelijke vertraging
→ art. 21 Rv = waarheidsplicht
→ art. 27 en 28 Rv = openbaarheid van de behandeling en van de uitspraak
→ art. 30 Rv = motivering van uitspraken
2.2 De toegang tot de rechter
Een processueel verzuim van het gerecht dat de toegang tot de rechter raakt, kan de verlenging van
een rechtsmiddeltermijn tot gevolg hebben of het herleven van het recht om een memorie van grieven
te nemen.
De eis van toegang tot de rechter omvat niet een recht op toegang tot een hogere rechter.
Komt het, aan het einde van de procedure, tot een kostenveroordeling dan zullen de kosten ten laste
van de in het ongelijk gestelde partij worden gebracht, waarbij die ter zake van de rechtsbijstand
worden vastgesteld op basis van een tarief dat de werkelijke kosten daarvan gewoonlijk niet dekt.
In art. 18 lid 2 Grondwet is bepaald dat de wet regels dient te stellen omtrent het verlenen van
rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen.
3
, 2.3 De eerlijke behandeling
Het recht op een eerlijke behandeling omvat onder meer het recht om zich over en weer in voldoende
mate over de zaak uit te laten (hoor en wederhoor), de gelijkheid in procespositie (equality of arms) en
de aanspraak dat de rechter er in zijn beslissing blijk van geeft dat hij met essentiële stellingen van
partijen rekening heeft gehouden (motiveringsplicht).
- Het recht op een eerlijke behandeling ziet op de gehele procesgang. Zou in een fase niet aan
alle voorschriften van art. 6 EVRM zijn voldaan, dan wordt dat onvervangen als dat in een
volgende fase wel het geval is.
Enkele specifieke toepassingen van het recht op hoor en wederhoor zijn:
a. Op een geschrift dat in het geding wordt overlegd, mag de rechter geen acht nemen. Wanneer
een stuk zo laat wordt overgelegd dat het niet mogelijk is daar deugdelijk op de reageren, de
rechter zo nodig ambtshalve moet beslissen of de wederpartij gelegenheid krijgt tot
kennisneming van en uitlating over het stuk dan wel dat dit buiten beschouwing wordt
gelaten.
b. De rechter mag geen gegevens aan zijn beslissing ten grondslag leggen als hij zich deze buiten
aanwezigheid van partijen heeft verschaft.
c. Indien hoger beroep en beroep in cassatie tegen een beslissing zijn uitgeslaten dan kunnen
volgens de jurisprudentie deze rechtsmiddelen niettemin worden ingesteld op grond van
verwaarlozing van het recht op hoor en wederhoor.
d. Een bindend advies kan onder meer vernietigd worden indien gebondenheid aan de beslissing
wegens de wijze waarop zij tot stand is gekomen in de gegeven omstandigheden naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
e. Volgens art. 1063 Rv kan de voorzieningenrechter tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis
weigeren, onder meer wanneer het door de wijze waarop het tot stand is gekomen
vernietigbaar is wegens kennelijke strijd met de openbare orde.
f. In het algemeen zal iemand die bij een civiele procedure in het ongelijk is gesteld, niet
gerechtigd zijn de Staat voor de schade aansprakelijk te stellen, zelfs al zou hij kunnen
aantonen dat de rechter bij de voorbeiding van zijn beslissing onzorgvuldig heeft gehandeld.
De eis van de motivering van rechterlijke uitspraken is in de praktijk voor het civiele geding van groot
belang.
1. De aanvaardbaarheid van de uitkomst wordt voor partijen voor een groot deel bepaald door de
kwaliteit van de motivering.
2. De motivering speelt een belangrijke rol bij de beoordeling of het zinvol zou kunnen zijn een
rechtsmiddel tegen een vonnis of beschikking in te stellen.
3. Gemis aan motvering of tekortschietende motivering levert, als vormverzuim, een vaak
aangevoerde cassatiegrond op.
2.4 De openbaarheid van de behandeling
Het beginsel van de openbaarheid van de behandeling heeft ten doel om door publieke controle de
procespartijen tegen kafkaëske rechtsgangen te beschermen, het vertrouwen in de rechtspleging te
ondersteunen en door de rechtsbedeling zichtbaar te maken, de algemene doelstelling van art. 6
EVRM te verwezenlijken.
Wat de terechtzitting betreft geldt de openbaarheid voor alle plaatsen waar deze plaats vindt en alle
stadia van het geding. De rechter kan evenwel gehele of gedeeltelijke behandeling met gesloten
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jenniferbunnik. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.