Dit document is een samenvatting van het vak 'Filosofie' in het eerste jaar gegeven door prof. Lievens.
Deze samenvatting bestaat uit de ppt + eigen lesnotities + extra leerstof gegeven in het boek.
Het moderne wereldbeeld: (hoe wij denken en wie wij zijn)
- De aardbeving is Lissabon:
Leibniz:
Theodicee (= rechtvaardiging van bestaan van goede God terwijl de wereld
kwaad kent)
God heeft het beste van alle mogelijke werelden geschapen (maar van waar
komen al die problemen dan: armoede, ziekte, oorlog…?)
Een geschapen wereld is echter per definitie begrensd en onvolmaakt (dit heeft
niets te maken met de intenties van God maar met de scheppingsdaad zelf)
Voltaire & Candide:
Satirisch verhaal over Leibniz, tegen religie en optimisme
Keren zich tegen de verhalen van Leibniz, weg met het bijgeloof
Tegen “hij die alles goedpraat”
Rousseau:
Argument tegen de steden en voor leven in de natuur: als de mensen niet
allemaal zo dicht bij elkaar zouden wonen dan waren er niet zoveel doden
Het is volgens hem niet verstandig om in de stad te wonen
Goethe:
Verloor bijna zijn geloof
Kant (!!):
De aardbeving kwam door gassen onder de grond (totaal anders denken dan de
rest)
Zoekt een natuurlijke-wetenschappelijke verklaring
Enkel kijken naar de natuur, niet naar de mens en het menselijke lijden:
aardbevingen als rampen behandelen = antropomorfisme
Verlichting: God komt niet voortdurend tussen in de wereld (deïsme)
Sleutelmoment in het moderniseringsproces: seculiere, rationele,
wetenschappelijke benadering van de natuur !
1
,- Moderniteit / modernisering:
Decralisering/onttovering:
Het wegvallen van omvattende (diepe) betekenisorde
De magie van de wereld valt weg, eerder werkelijkheid
Rationalisering
Verwetenschappelijking
Secularisering (invloed van de religie gaat verminderen)
Individualisering (je kiest voor jezelf wat je gaat doen, gelooft)
Een nieuwe tijd:
Ontdekkingsreizen
Uitvindingen
Modern kapitalisme
Moderne staat
Reformatie
…
Sleutelmoment: de verlichting:
Rede
Kritisch ten opzichte van de traditie
Emancipatie tot op vandaag
Over een aantal zaken beginnen de mensen rationeel na te denken, met
nuchtere ogen
Bv. Michelangelo, de schepping van Adam: Adam is even groot als God
- Van Aristoteles naar een modern wereldbeeld:
Aristoteles:
Empirische methode (= zaken observeren, verzamelen en vergelijken)
Inventariseren en classificeren (= ordenen)
Zowel de natuur als de politiek
Geen experimenten uitvoeren, alleen observeren
In open lucht, niet in een labo (zoals ze voorkomen in de natuur dus)
Geen wiskundige verbanden zoeken en niet meten
Proberen om de ‘essentie’ van dingen te bepalen (doel/functie)
Eenheid van hiërarchie van de kennis
Alle weten vormt één systeem, alles hangt samen
Hiërarchisch geordend (maar hangen wel samen)
2
,- De theorie van de 4 oorzaken:
1. De materiële oorzaak:
Het bestanddeel waaruit iets ontstaat: de materie
Bv. Het brons van een standbeeld (hard en koud: de materie)
2. De formele oorzaak
De vorm (is de oorzaak)
Bv. de vorm van een standbeeld
3. De efficiëntie of bewerkende oorzaak
= de kracht die inwerkt op andere kracht
De bron van de verandering of rust
Bv. de beeldhouwer is de bewerkende oorzaak van de totstandkoming van
een standbeeld
4. De doeloorzaak (teleologie)
= alles in de werkelijkheid streeft vanuit zichzelf een bepaald doel na (uit
nature)
Doel als streefdoel, gericht op vervolmaking
Bv. de beeldhouwer maakt het beeld met een doel voor ogen
Verklaring in termen van doeloorzaak= verklaring in termen van het doel
Het theologisch verklaringsmodel:
= verklaren vanuit het doel
Bv. Waarom hebben mensen handen? Aristoteles: omdat mensen de
intelligentste dieren zijn doel van de mens = rede of intelligentie realiseren en
daarom is dit dan ook de (doel)oorzaak van het feit dat mensen handen hebben
Vergelijk: alles heeft een ‘natuurlijke plaats’
Elementen hebben een natuurlijke plaats (bv. damp moet naar boven)
‘de natuur doet niets zonder reden’ (er is altijd een doel en betekenis)
Kwalitatieve opvatting van de werkelijkheid, waarin alles een doel,
bestemming en juiste plaats heeft
- Contrast: moderne wetenschapsopvatting:
Nieuwe methodes:
Experimenten
Meetinstrumenten
Mathematisering (kennis is opgesplitst)
Opsplitsing van het weten <-> premoderne synthese van het weten
Bv. christelijke filosofie in de middeleeuwen
Gericht op praktische toepassingen (omdat je er iets mee wil doen) : technologie
<-> contemplatie in het premoderne denken (= geluk ervaren door inzicht)
3
, Modern, mechanisch wereldbeeld:
De natuur is één groot mechanisme (<-> premodern: organische opvattingen
van de natuur)
Verwerping van de premoderne teleologie
Er is in de natuur geen doelgerichtheid: er zit geen dieper ‘plan’ in de natuur
De vraag is niet meer ‘waarom’ maar ‘hoe’
De (natuurlijke) werkelijkheid functioneert op zichzelf
Zonder de externe tussenkomsten van God
Wetenschappelijk verklaarbaar
- Aristoteles: onbewogen beweger:
Alles streeft een inherent doel na
Deze doelen zijn onderling verbonden (een keten van doelgerichtheid)
Wat is het ultieme doel? Er moet dus een einddoel zijn zodat er betekenis
komt
Er moet een ultiem doel zijn anders is alle streven zinloos
God als filosofische hypothese: de onbewogen beweger:
Onbewogen: hij kan zelf niet veroorzaakt zijn, want hij is volmaakt
Beweger: hij doet bewegen
Een ‘filosofische’ God: god is nodig om een bepaalde theorie te doen kloppen
De onbewogen beweger “geeft aanzet tot verandering als object van verlangen”
= Fundament van de wetenschap, maar ook van betekenis
want het verlangen is zinvol
- Contrast met de moderne samenleving:
= contingentie, brute feiten, toeval, geen diepere betekenis
De mythe van Sisyphus:
Doel is om boven te geraken met de steen maar dit is een heel lastige en
moeilijke opdracht om te doen wij zijn eigenlijk allemaal Sisyphus:
We streven ook doelen na en doen inspanningen om bepaalde doelen te
bereiken maar er is geen garantie dat dit zal lukken en dus dat de inspanning
zinvol zal zijn
DUS de zinvolheid van de werkelijkheid en van het leven is niet gegarandeerd
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur HW150. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.