Een samenvatting met als basis de dia's gebruikt in de les, voorzien met de nodige uitleg. Ongeveer 215 pagina's lang met 6 pagina's inhoudstafel en veel wit langs de rechterkant.
DEEL 2: BANKPOLITIEK IN EEN OMGEVING MET
REGULERING, ANDERE FINANCIËLE INSTELLINGEN EN
FINANCIËLE MARKTEN
Hoofdstuk 1: Interne bankpolitiek
- Gevalsstudie: p. 9 – 16
1. Bankrendabiliteit
1.1 Samenstellende componenten van het bankrendement
+ intermediatie-inkomsten
rente-opbrengsten
rentekosten
+ niet-rente inkomsten winstmotor 1
diverse commissies
marktactiviteiten (o.a valuta- en effectenhandel) winstmotor 2
andere
= brutobedrijfsinkomsten bankbedrijf som van de winstmotoren
- algemene beheerskosten Al hun kosten mee betalen buiten degene die
personeelskosten ze hebben gerealiseerd om aan rente-
afschrijvingen inkomsten en commissie inkomsten te geraken
overige exploitatiekosten
= exploitatieresultaat bankbedrijf
- waardevermindering en voorzieningen voor kredietverliezen
+ uitzonderlijk resultaat
- belastingen
= nettowinst
1) intermediatie-inkomsten
- Inkomsten die bank haalt uit basisactiviteit (zoals omzetting van deposito’s)
- Belangrijkste post
- Intermdiatie-inkomsten = rente-opbrengsten – rentekosten
- Rentekosten = interesten die bank betaalt aan depositohouders
- Rente-opbrengsten = interesten die bank verkrijgt door verleende kredieten
1
,2) niet-rente inkomsten
- Gegenereerde inkomsten van de buitenbalansactiviteiten (activiteiten die niet
expliciet vermeld worden op bankbalans die anders zijn dan aantrekken van
deposito’s en verlenen van kredieten)
- Diverse commissies:
- Commissies verkregen uit vermogensbeheer: beheer van het vermogen van
welstellende particulieren door de bank
- Fee business = commissie inkomen van de bank
Gaat belangrijker worden tot rentevoeten zich gaan normaliseren
- Andere: bv. kostenaanrekening
3) Algemene beheerskosten
- Diverse kosten die niet direct voortvloeien uit specifieke bankactiviteit (zoals
personeelskosten, afschrijvingen van verschillende bankactiva, etc.)
- Overige exploitatiekosten:
- Bv. ICT
- Investeren hierin om bedrijf futureproof te maken
- Relatief grote kosten
algemene beheerskosten
- =cost /income ratio=60 %
brutobedrijfsinkomsten
Grotere banken veel lagere ratio dan kleine banken want grote exploitatiekosten
(wegen zwaar op kleine bedrijven)
4) Waardeverminderingen en voorzieningen voor kredietverliezen en andere risico’s
- Bv. waardevermindering op aandeelportefeuille bank, voorzieningen aangelegd om
falingen belangrijke kredietnemers op te vangen
5) Uitzonderlijk resultaat
- Netto-opbrengst die voortvloeit uit uitzonderlijke activiteiten van de bank (zoals
opbrengst uit de verkoop van dochteronderneming)
- Belastingen: na 2008 hebben banken + bankensector enorme reputatieschade
Opm.
2
, - Posten in RR van verzekeringsinstellingen ≠ van resultaatcomponenten van banken
1.2 Rendement op intermediatie-activiteiten versus risico
- Interne bankpolitiek: voortdurende afweging tussen verwacht rendement en risico
- Zie vb. p 18
A) Rendement op intermediatie-activiteiten
- Intermediatiemarge = ontvangen rentevoet – betaalde rentevoet
- Zie vb. p 19
netto−winst
- ROE =
EV
ROE = return on equity of rendement op eigen vermogen
Maatstaf om rendabiliteit van banken met een verschillend EV te vergelijken
Positief rendement: rente-opbrengsten > rentekosten
B) Bankrisico’s
- Door winst te behalen op intermediatie-activiteiten wordt bank blootgesteld aan
verschillende risico’s:
Kredietrisico
- = risico dat ontlener niet in staat zal zijn lening op tijd terug te betalen
Renterisico
- = risico op verliezen ten gevolge van schommelingen in algemene rentepeil
- veroorzaakt door looptijdenverschil tss bankactiva en bankschulden
kredieten (activa) vaak looptijd van verschillende jaren terwijl deposito
(schulden) meestal onmiddellijk opvraagbaar
Liquiditeitsrisico
- = risico op moeilijkheden ten gevolge van massale opvraging van deposito’s
- veroorzaakt door looptijdenverschil tss bankactiva en bankschulden
Bv. wanneer paniek bij spaarders waardoor massaal hun spaardeposito’s
terugtrekken
Opm.
- Bank zal door risico’s minimaal rentevoet willen ontvangen op kredieten die ze zelf
uitbetaalt aan depositohouders
- Bank zal verschillende marges aanrekenen ter compensatie van de risico’s
3
, - Bovenop deze marge vaak ook een commerciële marge aanrekenen (= marge die
niet dient ter compensatie van één of andere risico, maar puur uit commerciële
overwinningen wordt toegevoegd)
- Vaak verschil tss rentekosten en -opbrengsten geen winst maar compensatie voor de
verschillende risico’s waaraan bank door verlenen van krediet wordt blootgesteld
C) Bankrendement versus risico
- Opnemen van meer risicovol krediet -> hogere rente-opbrengsten -> hogere risico’s
Trade-off tss rendement en risico is essentieel
- Zie vb. p22
- Leverage-effect: ROE opdrijven door EV te laten dalen
banken hierdoor graag weinig EV: + leverage-effect
wanneer het met de bank niet goed gaat: - leverage-effect
verhoging van het risico op bankfaillissement
- Essentiële trade-off rendement en risico:
- Hoog mogelijk rendement op EV maar gaat gepaard met hoger risico op
bankfaillissement
- Opnemen van mee risicovolle kredieten leidt tot hogere rente-opbrengsten maar
ook tot hogere rente-,krediet- en liquiditeitsratio’s
- Vervangen van EV door deposito’s leidt tot een hogere ROE maar ook tot een
gevoelige verhoging van het bankfaillissement
Opm.
- Indien bank lage winstcijfers heeft -> kan ROE dalen wnr EV daalt
1.3 Toenemend belang van niet-rente inkomsten
1) Algemeen:
- Onderliggend principe: bank neemt beheer van iemands geld over, in ruil voor
bepaald percentage op beheerde bedrag = commissie
- Voorbeelden: effectisering, beleggingsfondsen, waarborgen, bankgaranties, …
- Evolutie van de niet-rente inkomsten want spaarders en beleggers ontmoeten elkaar
sneller rechtstreeks via de financiële markten ipv. FI
= desintermediatie-tendens (uitsluiting tussenpersoon)
- Gevolg: banken nemen toevlucht tot diverse bankbalansactiviteiten m rendabiliteit
te handhaven
2) Effectisering:
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur saardetremmerie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.