uitgebreide samenvatting 4 havo biologie thema 2 - bvj
2 vues 0 fois vendu
Cours
Biologie
Type
HAVO
Book
Hand-opdrachtenboek 4a Biologie voor Jou 2e Fase Havo
wat doen hormonen , welke zijn er allemaal en wat voor effect hebben ze?
alles staat uitgebreid uitgelegd in deze samenvatting zodat jij het snapt.
ook de verschillende celdelingen worden uitgelegd!
soorten kruisingsvraagstukken overzicht 4 havo biologie bij thema 3
uitgebreide samenvatting 4 havo biologie thema 3 - bvj
Tout pour ce livre (52)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Biologie
4
Tous les documents sur ce sujet (2002)
Vendeur
S'abonner
noemidemooij
Aperçu du contenu
Biologie thema 2 smv H4
celdeling: tijdens voortplanting ontstaan uit de oorspronkelijke cel (de moedercel) 2
identieke dochtercellen, deze bevatten dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel. Celdeling is van belang bij de voortplanting en de
groei van organisme. Ook kunnen beschadigde en oude cellen worden vervangen.
Ongeslachtelijke voortplanting: voortplanting waarbij 1 ouderlijk individu is
betrokken. hierbij ontstaan door celdeling nakomelingen die genetisch identiek zijn
aan de ouder.
Een eencellige doet dit dmv deling: 1 cel deelt zich waarna beide cellen uitgroeien
tot volledige organisme. Bv bacteriën, schimmels, planten.
Bij meercellige organisme groeit deel van organisme uit tot een nieuw organisme.
kan bij zaadplanten op verschillende manieren: Aardbeien: vormen uitlopers (tak)
waaraan nieuwe groeien. Aardappelen: door knollen. Bolgewassen: door bollen
Stekken: bekendste methode van kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting. Hierbij
snijd je een stuk van een stengel/blad af, op het snijvlak ontwikkelen zich wortels
hieruit kan zich nieuwe plant ontwikkelen.
Weefselkweek: speciale manier van stekken, waardoor steeds meer plantjes met
dezelfde erfelijke eigenschappen als moederplant ontstaan. (Proces weggelaten)
Leerdoel 2 (bas1) : je herkent etnische en biologische argumenten over klonen
Klonen: hierbij ontstaan door ongeslachtelijke voortplanting uit 1 organisme
genetisch identieke nakomelingen, en worden erfelijke eigenschappen dus behouden
worden bij planten veel gebruikt om gunstige erfelijke eigenschappen te
behouden. Met weefseltechniek klonen wordt op grote schaal toegepast bij
kweek: sierbloemen en voedingsgewassen.
Embryosplitsing: hierdoor kunnen dieren kunstmatig worden gekloond. hierbij
wordt klompje cellen dat na bevruchting ontstaat (embryo), in 2e of 4e gesplitst en
in verschillende baarmoeders geplaatst van bv koe. Zo kunnen ze menselijke
ziektes onderzoeken en medicijnen testen
Ethische argumenten: voorkeur of bezwaar op grond van een principe of
levensovertuiging, bv dat klonen tegen de natuur in gaat
Biologische argumenten: voorkeur of bezwaar op grond van medisch risico of
biologisch gevolg, bv dat klonen soms afwijkingen hebben of jong overleiden.
Leerdoel 3(bas1): je kent de gebeurtenissen tijdens de celcyclus
erfelijke eigenschappen van een organisme liggen vast in het DNA. Voor de celdeling
verdubbeld hoeveelheid DNA in de cel, hierbij worden de chromosomen gekopieerd
(dragers van DNA in celkern). Elke nieuwe cel krijgt vervolgens set chromosomen: 1
helft is oorspronkelijk materiaal van moedercel, 1 helft is exacte kopie daarvan
Celcyclus: bestaat uit interfase en mitose. (Foto1) eindigt als cel veroudert en sterft
Interfase: periode tussen 2 celdelingen in. Tijdens interfase vind verdubbeling van
chromosomen plaats, ze zijn in deze fase niet zichtbaar. Bestaat uit fases:
1. G1-fase: elk chromosoom bestaat uit 1 chromatide. Vind plasmagroei plaats
2. S-fase (synthesefase): hierin vind DNA-synthese/replicatie plaats: er wordt van
elk DNA-molecuul een kopie gemaakt (DNA verdubbeld voorafgaand celdeling).
De kopie blijft tijdelijk vastzitten aan oorspronkelijke DNA.
Zolang DNA-moleculen nog aan elkaar vastzitten zijn het: chromatiden. (Foto2)
Na S-fase bestaat chromosoom uit 2 chromatiden, 4 DNA-moleculen
3. G2-fase: aanmaak belangrijke stoffen celdeling, voorbereiding celdeling
4. M-fase: tijdens deze fase deelt de kern (mitose) en dan de cel
G0-fase: cellen zijn in rust, er streden geen delingen op
Op 2 momenten controleerd controlesysteem van cel of stappen wel goed verlopen,
(tussen G1 en S-fase en na G2-fase) als dit zo is gaat de cyclus verder.
1
, Mitose: tijdens dit proces deelt eerst de kern en daarna de cel. Dit vind in fases
plaats(foto3). Dit is bij planten,dieren en schimmels het begin van celdeling. Na deling
vormen nieuwe cellen celplasma en celorganllen nemen toe(foto4).
Fase 1: chromosomen zijn verdubbeld (interfase), en zijn zichtbaar. 2 chromatiden.
Fase 2: kernmembraan verdwijnt, vanuit 2 kanten van cel ontstaan draden die een
soort koepel vormen om chromosomen heen.
Fase 3: chromatide liggen op een rij aan elkaar vast. Draden hechten aan op de
plaats waar chromatiden aan elkaar vast zitten.
Fase 4: draden krimpen en trekken chromatiden uit elkaar. Van elk chromosoom
wordt 1 chromatide naar 1 kant van cel getrokken.
Fase 5: de chromosomen (die uit 1 chromatide bestaan) vormen 2 celkernen.
Hieromheen ontstaat nieuw kernmembraan, tussen 2 kernen snoert de cel zich in, er
ontstaan 2 dochtercellen. Cytoplasma wordt verdeelt en er ontstaan celmembranen.
Omdat chromosomen waren verdubbeld en daarna gesplitst bevatten beide
kernen hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel.
Leerdoel 4(bas2): hoe door meiose geslachtscellen ontstaan en hoe bevruchting verloopt.
Celfusie: samensmelting de inhoud van 2 cellen (ook de kern). Vind geslachtelijke
voortplanting door plaats. Dit is begin van levenscyclus. Hierdoor komt de inhoud van
de zaadcel in eicel (DNA) Krijgt nakomelingen die net iets anders zijn dan ouders.
Het aantal chromosomen per celkern is voor elk organisme constant, dit veranderd
niet door geslachtelijke voortplanting. Om deze ook constant te houden vind een
reductie van aantal chromosomen plaats tijdens de productie van geslachtscellen.
Geslachtscellen: bevatten in hun kern maar de helft van de chromosomen, bij de
vrouw zijn dit eicellen bij de man zaadcellen.
Lichaamscellen: alle andere cellen die niet tot geslachtscellen behoren.
Bevruchting: hierbij fuseren 2 geslachtscellen, er ontstaat uit 2 haploide cellen 1
diploide cel —> diploide zygote.
Zygote: bevruchte eicel. Waarin dus 1 paar uit 1 geslachtscel in zit en 1 paar uit
geslachtscel 2 in zit, samen 2 paren bevat en is diploid
Diploid: zijn alle lichaamscellen. Elk chromosoom komt 2x voor in lichaamscel: paren
en wordt weergegeven met 2n, n is aantal haploide chromosomen.
Haploid: zijn geslachtscellen. Elke geslachtscel bevat 1 set chromosomen. Word
weergegeven met n.
Meiose/reductiedeling: proces waarbij het aantal chromosomen van een cel wordt
gereduceerd. En bestaat uit de delingen: meiose I en meiose II. Bij deze vorm van
deling worden geslachtscellen geproduceerd
Meiose I (reductiedeling): deelt 1 diploide cel (2 paren), zich in 2 haploide cellen
(2 x 2 paren los). 2n —> n + n
Meiose II: ontstaan uit 2 haploide cellen vier haploide dochtercellen (zie foto5).
Deze kunnen zich ontwikkelen tot geslachtscellen. n + n —> n + n + n + n.
Leerdoelen 5 (bas2): je weet hoe geslachtelijke voortplanting bij bloemplanten plaatsvind
Bloemen zijn voortplantingsorganen: ze hebben een belangrijke functie bij
geslachtelijke voortplanting van planten. Voortplantingsorganen van een bloem:
Meeldraden: in de knoppen hiervan vind meiose plaats, de ontstane haploide
cellen ontwikkelen zich als stuifmeelkorrels (mannelijk gedeelten)
Stamper: bevat vruchtbeginsel met 1 of meer zaadbeginsels, in elk zaadbeginsel
ontstaat 1 eicel na meiose (vrouwelijk gedeelte)
Na bestuiving komen stuifmeelkorrels op de stempel terecht. Uit stuifmeelkorrel groeit
stuifmeelbuis door de stijl naar een zaadbeginsel (foto6).
Bevruchting: kern van stuifmeelkorrel versmelt met kern van eicel, ontstaat zygote
Na de bevruchting ontwikkeld zich zaad uit zaadbeginsel , als dit op geschikte bodem
terecht komt kan het ontkiemen en uitgroeien tot plant
- Zaad: bestaat uit een kiem en een voorraad voedsel
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noemidemooij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.