Dit is een samenvatting van het boek 'ProActive Nursing: klinische problematiek inzichtelijk' (Bakker, 2017). Ik heb deze samenvatting gebruikt voor mijn minor Critical Care aan de Hanzehogeschool Groningen, maar hij is ook goed te gebruiken bij andere opdrachten en vakken.
In de samenvatting word...
Mentale functies (psychosociaal functioneren)
Verband lichamelijke gevolgen en zelfzorgverlies hebben negatieve invloed op psychosociaal functioneren
1. Biopsychosociaal SCEGS
Het door observatie en interview in kaart brengen van de bio-fysiologische, psychologische en sociale gevolgen van ziek zijn.
Signalen en klachten: hoe ervaart/beleeft de patiënt de symptomen of (stress)signalen (van de ziekte)?
Cognitief: alles wat de patiënt denkt, weet en fantaseert van de ziekte + verwachtingen gezondheidszorg
Emotioneel: emoties (non-verbaal)
Gedragsmatig: Hoe gaat de patiënt met de situatie/ziekte om?
Sociaal systeem: Hoe reageert de omgeving op de klachten van de ziekte?
2. Copingmechanisme
Het omgaan met stresssituaties
Manieren van omgaan met stress:
- Actief aanpakken (effectief)
- Sociale steun zoeken (effectief)
- Vermijden en afwachten (niet effectief)
- Afleiding zoeken (niet effectief)
- Depressief reageren (niet effectief)
- Emotioneel expressief (niet effectief)
- Wensdenken en geruststellen (niet effectief)
Stressreacties: draagkracht vs. draaglast ERNSTIGE FUNCTIESTOORNISSEN
Lichamelijke symptomen:
Hoge RR, transpireren, hartkloppingen, benauwd, sneller ademen, droge mond, pijn op de borst, misselijkheid,
maag- en darmstoornissen, hoofdpijn, gespannen nek- en schouderspieren, vermoeidheid
Psychische symptomen:
Angst, boosheid, machteloosheid, nare dromen, nachtmerries, verdriet
Gedragssymptomen:
Irritatie, bezorgdheid, schrikkerig, klagen en verwijten, overmatig roken/drinken/eten, kalmerende middelen, lethargie,
vergeetachtigheid, slecht slapen
,Sensorische functies en pijn
Verband sensorisch, neurologisch en motorisch functioneren als geheel:
Prikkeling (sensorisch) verwerking (neurologisch) reacties (motorisch)
1. Sensorische functies
Het waarnemen van externe en interne prikkels waarop het lichaam adequaat kan inspelen
Functiestoornissen
Visusklachten
Gehoorstoornis
Smaakstoornis
Reukstoornis
Evenwichtsstoornis
Hemi-anesthesie (ongevoelig worden)
Neuropathie
Paresthesie (gevoeliger worden)
Hemianopsie (oorzaak in hersenen, helft minder gezichtsveld)
Visuele agnosie (oorzaak in hersenen, herkennen wat gezien wordt)
Cerebrale Visuele Stoornis (oorzaak in hersenen, kan niet verwerken wat gezien wordt)
2. Pijn
Het waarnemen van extreme en schadelijke prikkels waarop het lichaam adequaat kan inspelen
Nociceptie, pijnsensoren: vrije zenuwuiteinden (huid en mond vooral)
Prikkelgeleiding, pijnbaan: sensibele zenuwstelsel
Perceptie, pijnsensatie/pijnbeleving: hersenen (laatste niveau van bewustzijn) zorgen ervoor dat lichaam reageert op
pijnprikkel. Iedereen heeft zijn eigen pijnexpressie. ‘als de patiënt zegt dat hij pijn heeft, dan heeft hij ook pijn.’
Voorbeelden pijnperceptie:
Acute hoofdpijn
Chronische hoofdpijn
Nekpijn
Thoracale pijn
Acute buikpijn
Pijn in de rug
Pijn in de zij
Pijn in been
Zwelling/zijn onderbeen
Asdrukpijn (botpijn)
,Functiestoornissen pijnbaan:
Perifere zenuwlaesie
Plexuslaesie
Dwarslaesie
Congenitale analgesie (aangeboren, voelen geen pijn)
Perifere zenuwblokkade, anesthesie
Plexusblok
Regionale anesthesie (spinaal/epiduraal)
Bewakingsmogelijkheden/observaties voor pijn
- ALTIS (aard, locatie, tijd, intensiteit en samenhang)
- VAS (visueel analoge schaal)
- Pijnvermijdend gedrag observeren
- Pijnuitingen observeren
Soorten pijn ERNSTIGE FUNCTIESTOORNISSEN
Acute pijn (A-vezels snelle reflecties als gevolg)
Nociceptieve pijn (vrije zenuwuiteinden stofjes vanuit ontstoken weefsel, prikkeldrempel hoger)
Sensitatie- en chronische pijn (vrije zenuwuiteinden branderige/zeurende/aanhoudende pijn, prikkeldrempel
lager)
Neuropatische pijn (probleem in zenuwstelsel)
Fantoompijn (spookpijn, bij amputatie; pijn in geamputeerde lichaamsdeel)
Koliekpijn (hevige pijn door krampen afgesloten hol orgaan)
Psychogeen (oorzaak pijn ligt ergens anders dan plaats pijn)
Stem en spraak
, Verband mentale, sensorisch, neurologisch, ademhaling.
Gedachten en emoties (mentaal) verbaal delen, spraakperceptie (sensorisch), spraakproductie (neurologisch/ademhaling)
1. Spraak/taalproductie
Spraakcentrum Broca
SPRAAKCICLUS 1.1
Begripsvorming (is in samenwerking met Wernicke spraakcentrum)
Formuleren: boodschap omzetten in spreekplan
Articuleren: spreekplan in gang zetten door activeren tong, strottenhoofd, lippen ect. spraakklanken
Functiestoornissen spraakproductie:
Expressieve (motorische) afasie; beschadiging Broca spraakcentrum, problemen met articuleren
Amnestische afasie; moeite met formuleren
Articulatieproblemen
Stotteren; verstoring spraakmotorische processen, verstoord articulatie
Slissen en lispelen; slappe tongspier, verstoord articulatie
Broddelen; problemen met articuleren
Nasaliteitsstoornis; teveel/te weinig door neus praten, verstoord articulatie
Schisis; (hazelip) verstoord articulatie
Dysfasie: spreken kost moeite spraakmotorisch, verstoord articulatie
Mutisme: spreekt niet terwijl hij dit wel zou kunnen
2. Spieren
Ademhalingsspieren
Lippen
Tong
Wangen
Keel
(stembanden (functioneel))
Functiestoornissen met betrekking tot spieren:
Dysartrie: spieren werken onvoldoende door schade in zenuwstelsel
Stembandverlamming
Verbale ontwikkelingsdyspraxie; (dyspraxie=problemen met gebruik en beheersing spieren) belemmering van
ontwikkeling door dyspraxie
3. Strottenhoofd
Epiglottis (strottenklepje)
(Valse) stembanden (anatomisch)
Functiestoornissen strottenhoofd
Kanker
Laryngectomie; verwijdering van larynx inclusief stembanden tracheostomaklep of stemprothese om alsnog te
praten
4. Stemgebruik
Spreken: informatie over te brengen aan de ander
Zingen: stembanden gesloten, longen genoeg druk om ze open te duwen. Kleine stootjes lucht komen langs de stembanden
en vormen brongeluid. Frequentie wordt bepaald door hoe vaak de stembanden opengaan. Kopstem komt tot stand
doorstrottenhoofd in bepaalde stand.
Functiestoornissen stemgebruik
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur oosterloolinda. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.