Onderwijspsychologie en
leerstoornissen
H1: Inleiding Leerstoornissen en onderwijspsychologie
H2: Het dyslexiedebat
H3: Cognitieve oorzaken
H4: Lees(ontwikkelings)theorieën
H5: Hoogbegaafdheid
H6: Zittenblijven
H7: Dyscalculie
Gastcollege: inclusief onderwijs
Gastcollege: metacognitie
1
, 1. Inleiding Leerstoornissen en
onderwijspsychologie
Ontwikkelingsstoornis
• = Neurologische of psychische aandoening die ‘normale’ ontwikkeling
verstoord
o ‘Normaal: is een principe wat de meeste van ons doen, wat is
normaal?
o Breed begrip: continuüm van subjectieve impact, valt heel veel
onder (wat is normaal?, wat is verstoord?, in welke mate
verstoord?)
o Treedt vroeg in kindertijd op
▪ Vb. kinderen die taal niet machtig zijn zoals laat pas
spreken
▪ Vb. kinderen die fysiek heel slecht zijn, heel laat of moeilijk stappen
o Impact: subjectief
▪ Wat voor ene kind storend is, zal voor andere kind geen probleem zijn
▪ Heeft niet alleen met context te maken (micro) maar ook cultuur waar iemand in
zit (vb. cultuur gefixeerd op letterheid)
• Voorbeelden
o Autisme
o ADHD
o Zwakbegaafdheid
o Leerstoornissen (iets specifiek van, moeten rekening houden met andere
ontwikkelingsstoornissen om van een leerstoornis te spreken)
o ….
Leerproblemen versus leerstoornissen
• Vaak gaan ontwikkelingsstoornissen gepaard met leerproblemen, maar duidelijk onderscheid
• Leerproblemen veel breder (= probleem bij het leren) → ANDERS dan een leerstoornis
o Gebrek aan motivatie (ookal hebben ze de cognitieve capacitieit)
o Invloed sociale context (vb. digitaal onderwijs bij covid, iedereen moest een laptop en
rustige context hebben)
• ‘Stoornis’ → specifieke criteria opgesteld, als je deze afvinkt kan je over een leerstoornis spreken
o Zie oa DSM-V
• ‘Specifieke leerstoornis’: specificiteit in verminderde mogelijkheden
o = Leerstoornis op een heel afgebakend deeltje vb. vlot lezen moeilijk
o Specificiteit paradox: quid comorbiditeit
▪ Vb. dyslexie, dyscalculie,… heel specifiek afgebakend probleem, verwacht dat de
oorzaak dan ook afgebakend is, maar is niet zo, is een combinatie van meer
2
, algemene probleemgebieden ➔ We zien een specifieke uitval van vaardigheden
maar onderliggend geen specifieke oorzaak maar net brede oorzaken.
A. DSM-V criteria
• Belangrijk om hierin zicht te hebben; doel is niet diagnose zelf, we stellen een diagnose om
hierna te kijken waar we leerling mee gaan kunnen helpen. Inzicht in moeilijkheden hebben vb.
moeite met lezen kan een voorleessoftware helpen.
1-4: symptomen van dyslexie, zien
aantal onderverdelingen,
vaardigheden binnen leesdomein
waar we uitval inzien
5-6: symptomen van Dyscalculie,
moeilijkheden
Vaak mensen met voldoende cognitieve
capaciteiten, wordt gecompenseerd met
hoge intelligentie, waardoor
leerstoornissen vaak onder de radar
blijven
Vaak ontdekt vanaf 1ste leerjaar: omdat
ze dan beginnen met lezen, rekenen,
schrijven,… Wordt hier veel op ingezet.
Maar ook overgang hoger onderwijs.
Als er een andere oorzaak is vb. alleen
slecht zicht, kunnen we diagnose
dyslexie niet stellen omdat persoon
gewoon niet kan lezen door slecht
zien. Uitgebreide anamnese
uitvoeren. Comorbiditeit kan
aanwezig zijn.
B. DSM-V criteria: opmerkingen
• ‘Ondanks interventie’ (A)
o Hoe definieren we een ‘goede’ interventie?
o Hoeveel verbetering nodig?
o Wat is een goede interventie? (niet in elke school even goede interventie)
3
, • ‘Niet beter verklaard door ….’:
o Bij verstandelijke beperking
▪ IQ < 70: geen dyslexie/dyscalculie (sprake van een mentale beperking, alle
problemen die zich op dit gebied situeren worden verklaard door de mentale
achterstand)
▪ 70 < IQ < 85 IQ in rekening genomen bij effect interventie (gijze zone)
o Andere stoornissen
▪ Het niet goed kunnen lezen van rekenopgave (dyslexie) is geen dyscalculie
▪ Soms moeilijk om goed onderscheid te maken
o Psychosociale tegenslagen
• ‘Significant negatieve invloed’
o Sterke leerlingen kunnen (lang) compenseren/camoefleren
o Sommige leerlingen zijn zodanig sterk dat ze het goed kunnen camoefleren, doet
anderhalve keer voor een tekst te lezen, maar punten zijnd dan wel goed
▪ Als punten slechter worden gaan de alarmbellen afn als dit gecompenseerd kan
worden valt dit allemaal wel mee.
o Bvb hoogbegaafde gaan ondanks dyslexie/dyscalculie nog steeds (meer dan) gemiddeld
presteren
Dyslexie en dyscalculie
• Verklarende versus beschrijvende benadering
o Vooral beschrijvend (‘uitva in dit’)
o Verklarende: wat is de oorzaak → specificiteitsparadox (zie later)
• Specifieke leerstoornissen met betrekking tot
o Lezen en/of schrijven
o Wiskunde/rekenen
• Stoornis of ‘gewoon’ de zwakkere leerlingen?
o Lees/schrijf en rekenvaardigheden zijn normaal verdeeld
o Verwachten we andere verdeling?
4