Test-je-kennis: algemene psychologie
Table of Contents
HOOFDSTUK 1: WAT IS PSYCHOLOGIE? ......................................................................................... 2
HOOFDSTUK 2: CONDITIONERING EN LEREN ................................................................................. 7
HOOFDSTUK 3: EMOTIE & MOTIVATIE ........................................................................................ 12
HOOFDSTUK 4: PERSOONLIJKHEID .............................................................................................. 16
HOOFDSTUK 5: WAARNEMING ................................................................................................... 19
HOOFDSTUK 6: AANDACHT EN BEWUSTZIJN ............................................................................... 22
HOOFDSTUK 7: ONTHOUDEN EN VERGETEN ............................................................................... 25
HOOFDSTUK 8: INTELLIGENTIE .................................................................................................... 27
HOOFDSTUK 9: PSYCHOPATHOLOGIE.......................................................................................... 30
1
,Hoofdstuk 1: Wat is psychologie?
1. Wat is lekenpsychologie?
Men denkt hij psychologie is omdat hij weet hoe mensen denken, maar that’s not how it
works
2. Wat is pseudo-psychologie? Geef 2 voorbeelden
Niet-onderbouwde (baseless) psych dat zich als wetenschappelijk waarheid voordoet
bv. grafologie (uit handschrift persoonlijkheid herkennen) & Rorschachtest (inktvlekken)
3. Bestudeerd psychologie enkel de interne/mentale gedrag?
Nee, men bestudeerd de externe gedrag om dan later een verklaring te kunnen geven over
het interne gedrag (bv intelligentie). Van onmeetbaar naar meetbaar
4. Wat heeft Ebbinghaus gezegd over de geschiedenis van psychologie?
“psychologie heeft een korte geschiedenis, maar een lange verleden” = psychologie heeft
wortels in het filosofie ( +evolutietheorie van Darwin)
5. Wanneer was ‘psychologie’ officieel gestart en door wie?
1879, door Wundt die officieel het eerste psychologisch labo opende
6. Waarom was het labo zo laat geopend?
Menselijk geest werd lang als iets heilig gezien en dus niet als een studieobject. Er was toen
het idee van geocentrisme (aarde centraal) & christelijke leer van de theologen dat het
wetenschappelijk studie op het geest moeilijk maakten. Er was ook nog het idee van
dualisme (geest en lichaam staan los van elkaar)
7. 5 ontwikkelingen in de filosofie (hint: 15e tot 19e eeuw)
15e griekse filosofen/theologen geocentrisme (Ptolemaeus) & dualisme
(Plato)
16e wetenschappelijke revolutie heliocentrisme (Copernicus), nieuwe bron
van kennis ‘observatie + experimenten’
17e descartes dualisme, rationalisme, nativisme
17-18e Hobbes, Locke, Hume empirisme, tabula rasa, kennis door
observatie en associaties (na bliksem volgt
donder)
19e Darwin evolutietheorie, natuurlijke
selectie/survival of the fittest
8. Wat is de correlatie tussen heliocentrisme en nieuwe bron van het wetenschappen
‘observatie & experimenten’
Copernicus toonde aan dat het oude kennis niet zo juist was en dat er vernieuwing moest
komen (geocentrisme → heliocentrisme)
2
,9. Rationalisme: “je pense donc je suis/cogito ergo sum“ verklaar
Rede = ik denk, dus ik ben. Je kan alles twijfelen maar daardoor weet je ook dat je bestaat
10. In wat ‘geloven’ Nativisten?
Ze geloven date en deel van kennis aangeboren is
11. In wat ‘geloven’ empiristen ?
Ze geloven dat kennis zich vormt door zintuigelijk ervaringen (bv observaties)
12. Welke methode gebruikte de grondlegger van psychologie voor zijn onderzoek rond
bewustzijn?
Introspectieve methode: kijken naar je eigen bewustzijn door nauwkeurige rapportering van
gevoelens, gedachten, herinneringen,… (bv gebruik maken van metronoom: constante ritme
leidt tot illusie van groepering)
13. Wat zijn de 5 psychologische scholen (SFGBP)
Structuralisme (EU): Titchener, Külpe - Via introspectieve methode
- Uit welke bouwstenen bestaat de
menselijke geest
- Kritiek: introspectie is subjectief en
onbetrouwbaar want het is niet
reproduceerbaar en bewustzijn
heeft zijn limieten
- Beperkte nut!
Functionalisme (VS): William James, John - Kritiek op structuralisme
Dewey - Pragmatische benadering =
onderzoek naar de functie van het
bewustzijn
- Geïnspireerd door de
evolutietheorie
- James: ‘stream of conciousness’
bewustzijn vergelijken meet een
rivier (verandert constant)
- De studie van de menselijke geest
MOET nuttig zijn voor de
maatschappij! Bv intelligentie
Gestaltpsychologie (EU): Wertheimer, - Kritiek op structuralisme
Khler, Koffka - ‘geheel is meer dan som der delen’
perceptie is dus zinloos
- Schilderij is meer dan som van verf
- Ondersteuning via visuele illusies:
Hering & Zollner-illusie
- Totaalconfiguratie: het geheel
beïnvloed altijd de delen
Behaviorisme (VS): John B. Watson, - ‘bewustzijn onderzoeken is
Skinner tijdverlies’
3
, - Geen introspectie, maar objectieve
observatie van gedrag in
gecontroleerde setting
- S-R of Black box psychologie
- Geïnspireerd door positivisme
(= kennis kan enkel verworven
worden door toepassing van
wetenschappelijke methodes)
- Zeer wetenschappelijk benadering
MAAR mechanische visie op de
mens
Psychoanalyse (EU): Freud - Bewustzijn en gedrag zijn
oppervlakkige fenomenen
- Onbewuste ervaringen en impulsen
sturen emoties, gedachten en
gedragingen
- Droomanalyse = onbewuste
impulsen naar de oppervlakte laten
komen
- Niet gebaseerd op wetenschappelijk
onderzoek! = Freud’s eigen
interpretaties (kreeg veel kritiek)
14. Hedendaagse psychologie kent 3 niveaus van analyse, welke en wat is de verzamelnaam?
Biopsychosociale benadering
Biologisch niveau - Hersennen, hormonen,
neurotransmitters
- Erfelijkheid
- Evolutie
Psychologisch niveau - Gedrag
- Cognities: leerprocessen,
overtuigingen, attitudes
- Emoties
- Individuele factoren:
persoonlijkheid, leeftijd, geslacht
Sociaal niveau - Invloed van de omgeving
- Macro >< micro: cultuur,
maatschappij VS familie, vrienden
*spanningsveld BIO vs SOCIALE: nature VS nurture debat
15. Wat is een onderzoekscyclus?
Observatie → theorie→hypothese→onderzoek→ondersteund wel of niet
16. Operationalisatie, wat is dat?
= variabelen die je wil meten vertalen naar concrete en meetbare handelingen
4